Duiven die alleen maar supers geven bestaan alleen in onze verbeelding. Duiven die elk jaar èèn echt goede geven zijn al zeldzaam. Onze 250 is zeker geen slechte. Die gaf met name de 006, een duif met meerdere eerste. Die bleef op een Argenton mannen als Thijs, Hermans, Daniels en Roodhooft voor en dan moet je van goeden huize komen. Hij werd, en dat met tegenwind, geklokt voordat superman Andre Roodhooft een duif had, terwijl die toch 12 km korter speelt.
Andre won de 2e Provinciaal, de 006 vloog provinciaal 10 minuten vooruit en won ook 1e Nationaal in de zone. Zijn vader is dus de 250, gekocht bij Marcel Wouters uit Extreem maal moeder Leeuw. Ook Vercammen kocht bij Marcel in hetzelfde jaar (2008) ‘Leeuwenbloed’ en die lukte er nog beter mee. Maar mogelijk had die die beter kruisingsmateriaal.
Dom
Van goede kwekers wil je uiteraard veel jongen, daarom werd er afgelopen zomer flink van gekweekt. In juli echter zag ik dat hij niet echt ‘fris’ zat en dat gold ook voor de jongen die er bij lagen. Ze voelden vochtig aan, hadden mest aan de pootjes, stonden te veel recht. Ik had ze meteen moeten ruimen, maar je weet hoe dat gaat als ze uit duiven komen die al goede gaven. Later worden ze bijna steeds alsnog geruimd.
Ondertussen lagen er weer twee eieren bij. Ik wilde de 250 sparen, Roger kon de eieren leggen, dus bracht ik ze naar Rijkevorsel. Toen werd het oktober, de jongen werden onderworpen aan een laatste selectie en dat viel niet tegen. Op twee na. Wat een ‘krawaten waren me dat?’ Over deze hoefde ik niet lang na te denken. Weg! Het waren de jongen uit de eieren van de 250. Dat waren twee rondes op rij naar de vaantjes.
Zinloos
Dat duiven om te presteren niet genoeg vorm kunnen hebben weet de grootste onnozelaar. Maar waar sommigen achteloos aan voorbij gaan is dat voor kweken hetzelfde geldt. Soms verbaast het liefhebbers dat ze in een jaar meer goede kweken dan in vijf andere jaren samen. Vorm of gebrek daaraan is het antwoord op die verbazing. Inmiddels gaan de meeste al weer gauw kweken en men begrijpt waar ik naar toe wil. Zijn de duiven niet 100% in orde vergeet je vooropgezette koppeldatum en wacht!
Koppel je zulke duiven dan zullen die later met eieren komen, op zich geen probleem, maar veel moeite is helemaal voor niets geweest. Je gaat duiven kweken zonder toekomst. En je kan er beter geen kweken dan ‘duiven zonder toekomst’. Met duiven die niet gezond zijn is niets aan te vangen. Die ruien niet naar behoren, presteren niet en zullen geen goede nazaten geven.
Excuses
Punt is dat we vaak niet willen zien dat duiven niet zijn zoals ze moeten zijn. En we zoeken excuses. Stormen de vliegers het hok niet uit? ‘Dat zal wel komen omdat ze zich aan de bak hechten.’ Trainen de jongen niet naar behoren? ‘Dat zal wel aan het weer liggen. Dat zal bij anderen ook wel zo zijn.’
Slecht gespeeld? Het was ook geen duivenweer. En je zoekt naar namen van goede liefhebbers die die dag ook slecht speelden. ‘Zie je wel? Geluksweer.’ Als je sommigen moet geloven lijkt het wel dat er vluchten zijn waarop alleen de slechte duiven prijs vliegen.
De ramp
Wie heeft in zijn geheugen geen memorabele vluchten opgeslagen? ‘Memorabel’ omdat bijzonder goed of heel slecht werd gespeeld of vanwege een rampvlucht. Zoals Pithiviers 2007 voor mij. De Belgen zouden er als eerste lossen maar het toeval wilde die te laat toekwamen vanwege autopech, dus gingen onze duiven er eerst uit. Kort nadien belde Willem, iemand met wie ik al heel lang heel goede contacten heb. Willem: ‘Bereidt je maar voor op het ergste, jullie duiven trokken niet weg en toen ze dat wel deden was dat naar het zuiden.’
Zal wel meevallen dacht ik. Zulk slecht weer was het niet. Maar het viel niet mee. De eerste duif was veel te laat, altijd een veeg teken, en een ‘verkeerde’. Enfin, 9 van de 10 eerstgetekende nooit meer gezien. De Belgen arriveerden net op tijd op de losplaats om de Nederlandse duiven te zien dolen en stelden het lossen wijselijk uit. Of… hoe je door een toevalligheid door het noodlot tegen de oren geslagen kan worden.
Onvergetelijk
Ik was ‘afgebrand’. Onder de duiven die verloren gingen waren de ouders van de duif die Jespers v d Wegen hier haalden, ‘Fleur’ dus. ‘Fleur’ was ingeteeld naar ‘Ace Four’ en is met name moeder van 4e Nationaal Bourges 31.824 duiven, 6e Nationaal Argenton 25.583 duiven en 7e Nationaal La Souterraine 21.271 duiven. En ik verloor vijf duiven die allemaal een 1e in groot verband gewonnen hadden, allemaal kinderen van ‘Ace Four’ of diens zoon ‘Home Alone’. Vooral het verlies van de 331, een dochter van ‘Ace Four’ en mogelijk de beste die ik er ooit uit had, kwam hard aan.
En ik herinner me nog hoe buurman Peter, veel te vroeg gestorven, zijn ogen niet kon geloven toen hij al die lege bakken hier zag. Temeer omdat hij zelf, die zelden op de uitslag kwam, alles thuis had. Ook grote fondspelers, dat zie je vaker bij zulke vluchten, bleven gespaard. Maar wat het ergste was en ik mezelf verweet? Ik twijfelde de dagen voor inmanden aan de vorm, vroeg me af of de vorm niet tanende was. En twijfelen is al te veel. Als je duiven van het hok pakt om in de manden moet je schrikken van de vorm. Zoals toen van Blois.
Blois
Ik speel zelden eendaagse fond, maar in 2009 kon ik het niet laten. De duiven hadden zo’n vorm dat ik er drie duiven voor Blois, ik meen een ‘Nationale’ NPO vlucht. Ik won 9 en 12 tegen 9.334 duiven. Ik herinner me dat nog vanwege de publiciteit die liefhebbers kregen die nog moesten beginnen toen ik er twee van de drie thuis had. Die mannen wonnen echter veel prijzen en vielen meer op.
Opnieuw
Mijn 10-1769897 was ook een goede en won op een jaar: St Quentin 798 d – 1. St Quentin 7.861 d – 1e. Bourges 378 d – 1e , Morlincourt 1.150 d -4, Creil 1.139 d - 9 Sens 880 d - 8 enzovoorts.
Toen deed ze iets wat ze normaal nooit doet. Na de training als eerste terug op het dak vallen. Niet een keer maar elke dag. Maar gelukkig was het einde seizoen. Ze moest nog èèn keer mee. En men raadt het al, nooit meer gezien. Duiven die een vlucht te veel kregen voor een asduif titel of zo zijn er trouwens veel.
Tot slot
Van goede duiven alsmaar eieren blijven verleggen heeft zelden het gewenste resultaat. Geen conditie vanwege alsmaar drijven en azen is waarschijnlijk de verklaring. Daarom dat steeds meer liefhebbers de natuur haar gang laten gaan, zoals we vroeger deden. Ik praat liefst zo weinig mogelijk over de eigen duiven, zal dat in de toekomst ook doen. Soms echter inspireren ze. Zoals voor dit artikel.
|