Van alle kanten komt hoor ik het goede nieuws over de winterkweek van dit jaar(2006/2007) , door het extreem warme weer van November en December kwamen de duiven zeer snel op eieren en waren ze bijna allemaal “bezet” , van onbevruchte eieren of slecht op eieren komen hoorde ik wel maar heel weinig dit jaar. Liefhebbers die ze maar een beetje voorbereid hadden konden niet klagen, de eieren hagelden ze uit de kont en waren allemaal bezet. Percentages van 98 tot 100% blijkt heel normaal met dit weertype dan. Bij de “paratyfus” jongens onder ons was de bevruchting veel minder maar “dat is logisch” zou Johan Cruyff gezegd hebben. Enkel lieden kun je advies blijven geven dat ze eens bij die man met die witte jas moeten aankloppen, maar die luisteren toch niet, stel je voor zeg dat ze nog moeten kuren ook nog…
De nieuwe generatie
Gaan we de jongen beter begeleiden dan vorig jaar? Gaan we minder verspelen dan vorig jaar? Gaan we ons stinkende best doen? Het ligt aan u zelf! U bent de begeleider, coach, dokter, trainer en psychiater van uw duiven, zij doen wat u wil, althans moeten doen wat u wilt. Het begint natuurlijk met de ouders, die moeten al top in orde zijn en perfect van bouw en afkomst voor dat je de “nieuwe generatie’ kweekt, maar heb je ze dan eenmaal in de nesten liggen dan begint uw werk reeds. Elk jong wat ook maar iets afwijkt qua opgroei of gezondheid moet opgeruimd worden. Elk jong wat tijdens de eerste dagen de waterbak niet kan vinden moet in ieder geval een kruisje achter zijn naam krijgen en elk jong wat mager word of maar blijft piepen moet je opruimen, de kans dat hier een topper tussen zit is nihil, dat er een topper tussen blijkt te zitten is sowieso bijna nihil want echte toppers worden weinig geboren hoor, dus de kans dat zo’n magere klojo of pieper een topper is…..nul. Wanneer de nieuwe generatie buiten zijn rondjes trekt is er weer een selectie tijd aangebroken, als er enkele jongen niet met de grote koppel meetrekken of steeds veel eerder dan de massa op het dak gaat zitten is het weer tijd om zijn nekje wat langer te maken(opruimen), de kans dat deze duif weer een toppertje blijkt is….nul. Eigenlijk is het dus 365 dagen per jaar selectietijd, en niet alleen na de vluchten of de grote rui. De grootste kampioenen van de duivensport zijn ook de beste opruimers, elke duif die niet aan hun eisen voldoet qua gezondheid of uiterlijkheden gaat de soeppan of kliko in of worden verkocht op “grandioze” verkopingen “van de eeuw” , in de “golden collectie”. De nieuwe generatie die geboren wordt in de maanden januari/april is ook de toekomst voor je vliegploeg, zit er niets goeds tussen dan heb je volgend jaar geen jaarlingen en het jaar daarna geen goede twee-jaarse. Dus nogmaals de jongen die je kweekt zijn het belangrijkste voor de toekomst van je hok, het valt en staat in de toekomst met hoe u nu de jongen kweekt, laat opgroeien, traint en verzorgt.
Keuring Nieuw Dordrecht
Op 27 december jl. ( 3e Kerstdag) had ik een tentoonstelling in Nieuw Dordrecht tussen Zwartemeer en Emmen. Zo’n 115 duiven zaten op me te wachten in een keurig clubgebouw. De duiven zaten apart van het publiek wat zeer goed is voor de rust van de duiven en voor mij als keurmeester. De gemiddelde kwaliteit was uitzonderlijk goed, al was het raar dat bij de jonge duivinnen maar twee of drie knappen zaten en bij de ouden en jonge doffers juist heel erg veel. De duiven van H.G. Loves uit Zwartemeer waren een klasse apart, weergaloos mooie duiven, super verzorgt en gebracht. De twee oude duivinnen waren van olympiade kwaliteit, zet die beide op de wereld show en ze zitten bij de eersten. Ongelofelijk. Later hoorde ik dat hij net geslaagd voor zijn examen bij de groep van keurmeesters en dat maakte me blij, zo’n jonge gast met echt verstand van postduiven. Ik denk dat ik hem maar vraag voor de koppelkeuringen in onze vereniging. Een clublid was het niet met me eens dat ik de duiven van Loves zo hoog beoordeelde, ze waren nooit gespeeld vertelde hij. Ik moest ze maar op vliegtype keuren en niet op showtype. Ik vertelde hem dat ik was ingehuurd om de mooiste er uit te zoeken en niet de beste, want dan hadden we gewoon het kampioenenboekje er bij kunnen pakken. Het bestuur laat onbevlogen tussen de bevlogen duiven zitten, wij als keurmeester weten dat niet, zij hebben ze toegelaten en dan keuren we iedere duif gelijk, ongeacht kleur, afstandgeschiktheid of andere niet relevante onderdelen. Wil het bestuur dat de kwaliteit meetelt, geef dan buiten de punten van de keurmeester b.v. 0,1 punt extra per gewonnen prijs in dat jaar. Bijvoorbeeld 91,5 punten van de keurmeester plus 1,3 punt voor de prestaties (13 prijzen), dan komt deze duif uit op 92,8 punt. Het is heel simpel, doe je dat niet als bestuur, zeur dan ook niet als er een onbevlogen duif wint.
Kwintsheul/Wateringen
Op zaterdag 24 februari a.s. gaan we wat nieuws doen, althans voor Nederland dacht ik (in ieder geval nog nooit van gehoord) in Kwintsheul. Zo’n 60 jaarlingen(2006) komen daar door mijn handen en ik ga vertellen welke het in 2007 kunnen gaan doen en welke waarschijnlijk niet. Haha ik hoor u denken, dat kan nooit, dat kan niemand en dat is natuurlijk ook zo. Maar ik kan u zeggen dat het in Duitsland juist heel vaak gebeurt en dat ik het ook meerdere malen mocht doen bij de Expertenclub (vriendenclub van topspelers) , natuurlijk zijn dat allemaal goede spelers met gemiddeld betere duiven, maar daarom juist erg moeilijk, gelukkig voor mij had ik een zeer hoog slagingspercentage. Ik denk dat je van die 60 duiven de 45 slechten er wel uit pakt en dat je het bij die 15 overgeblevene moet afwachten. Bij wat voor een speler zit de duif?, blijft hij gezond? , hoe word de duif gespeeld? ,is hij gemotiveerd? Maar de 45 slechten er uitpakken zal wel gaan denk ik. We houden u op de hoogte.
Tot volgende week
|