Deze spreuk hangt bij mijn vader op het duivenhok. Toen ik een jaar of 17 was deed ik vakantiewerk op het bedrijf waar mijn pa ook werkt. Ik werkte daar veel met aluminium en tijdens de middagpauze zaagde ik een duifje op de lintzaag en liet een plaatje maken met bovengenoemde tekst. Samen met mijn vader hield ik toen duiven, maar de prestaties waren niet van dien aard, dat je de boventoon hoefde te voeren bij het afslaan der klokken of het gewoon gezellig klappen over de duiven op een doordeweekse avond. Nu 15 jaar later hangt het duifje er nog steeds. Twee woorden die nog steeds van toepassing zijn. Het seizoen staat weer op het punt van beginnen. Vertrouwen is de basis van succes, stug doorgaan met het uitvoeren van je plan of idee een must.
De komende maanden zal ik regelmatig schrijven over het wel en wee op ons hok. Niet dat ik de wijsheid in pacht heb, absoluut niet. Niet dat wij zo geweldig spelen, dat onze manier spraakmakend is of vooruitstrevend. Verre van. Nee gewoon, omdat het een manier is van de duizenden mogelijkheden tot duivenplezier en soms tot succes. Omdat ik weet wat daar precies gebeurt en dat ik hoop zo een soort van interactie met u de lezer te krijgen. Ook wij behoren tot de groep van gewone liefhebbers die hun stinkende best doen bovenaan de uitslag te komen, die het geluk hebben de laatste jaren over een redelijk goed kweekkoppel en enkele prima vliegdoffers te beschikken, waardoor enkele leuke kampioenschappen zijn verdiend, maar verdomd goed weten dat het maar relatief is. Als je bij ons de twee beste van de kooi pakt, dan blijft er verdomd weinig over. Maar is dit niet op veel plekken zo?
De voorbereiding op het seizoen is bezig. Ik zal u een beeld schetsen van onze duiven en het spel dat wij spelen. Een week of twee geleden zijn de laatste jongen bij de vliegduiven gespeend en zitten de doffers en duivinnen als het ware los. Wij behoren tot de kleinere liefhebbers. We spelen met 11 doffers het vitesse en midfond spel op traditioneel weduwschap. Drie oude doffers en 8 jaarlingen. 1 jaarling heeft nog nooit in de mand gezeten en behoort dus tot de groep der gevaarlijken. Twee oude doffers hebben bewezen zeer goed hun prijs te kunnen spelen en tot de duifkampioenen te behoren in vereniging en groter verband, 1 tweejarige die het als jaarling redelijk heeft gedaan en 8 jaarlingen die gewoon naar huis zijn gekomen als jonge duif. Daarnaast hebben we 8 doffers die voor de dagfond bestemd zijn. 5 oudere doffers en 3 jaarlingen. Met de duivinnen van deze doffers wordt ook gespeeld. Het zogenaamde dubbelweduwschap. Drie tweejarige- en 5 jaarlingduivinnen. Deze zitten dit jaar voor het eerst opgesloten in aparte duivinnenbakjes. Dit omdat we vorig jaar last hadden van aanlopende duivinnen.
De duiven zitten dus sinds twee weken gescheiden. De doffers gaan elke dag los. De duivinnen hebben eerst moeten wennen aan de aparte hokjes en vliegen nu ook weer uit. We kiezen voor enkel weduwschap voor de midfonders, omdat het volgens ons belangrijk is, dat er een duivin op hen wacht. Daarbij komt ook dat we niet teveel vliegduiven willen en we volgens ons niet over al te veel goede duivinnen beschikken. Ook voor deze vluchten hebben we wel eens de duivinnen geprobeerd, maar de prestaties van de doffers werden toch minder.
De duivinnen van de doffers voor de dagfond spelen we wel. Deze moeten iedere week de mand in, terwijl de doffers eens in de twee weken gespeeld worden. In het begin bij mooi weer wat vaker om ze goed in te vliegen, maar tussen de dagfondvluchten in zeker niet. Doffers hebben baat bij rust en herstellen minder snel. Wij bezitten niet de duivenmelkers kwaliteiten van een Verkerk of dergelijke.
Wij zijn geen ervaren duivinnenspelers, maar hebben vaak gelezen en inmiddels zelf ondervonden dat duivinnen veel moeten vliegen. Ze moeten scherp blijven op hun doffer en op het spel. Een extra trainingsvlucht is vaak nog beter dan thuis trainen. Volgens ons is het niet erg dat de duivinnen iedere week hun doffer zien. Het is eerder een must, om aanlopen te voorkomen en motivatie t e behouden. Voor de doffers is het geen nadeel, omdat ze zo goed bakvast en gemotiveerd blijven. Rust tussen de vluchten is belangrijk, maar ik slaap toch ook niet twee weken zonder mijn vrouw naast me, omdat ik een belangrijke vergadering of sportwedstrijd heb. Nee, het liefdesspel werkt motiverend en vormstijgend of behoudend.
Momenteel voeren we zuivering en winter/rustmengeling. Wij voeren de mengelingen van Matador. Daar dit alleen in België verkrijgbaar is en ik daar niet iedere dag kom, wordt er soms ook Versele Laga gevoederd als het andere voer op is. Een goede week voor de vluchten gaan we over op de complete mengeling van matador. Voorheen voerden we Balance van Garvo wat ongeveer hetzelfde is. Dit zijn mengelingen die je 7 dagen per week kunt geven tot en met de dagfond toe. Eerlijkheidshalve moet ik er wel bij zeggen dat we met regelmaat een mengeling van witte rijst, snoepzaad en hennep bijvoeren voor wat extra vetjes en een snoepje en naarmate het seizoen vordert en voor de dagfondvluchten rode mais en pinda’s bijvoeren. Vet speelt een belangrijke rol voor de vliegduiven. De reden dat we een mengeling voeren is vrij simpel. Mijn vader heeft een drukke baan en moet de duiven alleen verzorgen. Mijn studerende broer schiet wel eens te hulp en dat geldt ook voor mij, maar ik woon 40 kilometer van het ouderlijk huis, dus komt de verzorging voornamelijk op hem neer. Eén soort voer is dus gewoon gemakkelijk en het werkt. Ik geloof niet meer in al die opvoer- of opbouwschema’s.
Voor nu wil ik het hier bij laten. Mocht u vragen hebben of opmerkingen over bovenstaande,laat het dan weten. Dan kan ik er in een volgend artikel op terugkomen.
Een goed seizoen toegewenst!
Rodger Wellens rodger@duivennieuws.nl
|