Nog enkele weken dan gaan we weer beginnen, eindelijk hè? Door de voorjaarsbeurs zijn we uit onze winterslaap ontwaakt en met volle moed aan het nieuwe seizoen begonnen. De liefhebbers die alleen de grote fond spelen, blijven nog even rustig maar de echte “Vitessers” zijn wakker, klaarwakker. Ook op onze hokken in Wilhelminaoord is het echte seizoen begonnen, de duiven staan op weduwschap, de jongen draaien hun rondjes en het nieuwe hok is aardig gevuld met toekomstige kampoentjes, dus al met al: We gaan los.
Het boek Ongelofelijk veel reacties zijn er binnen gekomen over het boek “Uiterlijke kenmerken van Crackduiven”, en ik moet zeggen bijna allemaal zeer positief. Natuurlijk zijn er ook enkele die niet geheel tevreden waren, zo melde een liefhebber dat er schrijffoutjes in staan. Ja mensen ik ben geen Harry Mulisch, ik ben een gewone duivenmelker die een leuk onderzoek heeft gedaan met het daarbij behorende boek, de boekenprijs of een eretitel in de Nederlandse letterkunde zal ik nooit krijgen, maar waar gaat het hier over? Hoeveel duivenliefhebbers schrijven foutloos? Mijn schrijfstijl heet “Jip & Janneke Postduivenschrift” en dat kan iedereen lezen en begrijpen en dat is het belangrijkste!!
Maar ook zijn er enkele andere foutjes in geslopen zoals het ontbreken van twee of drie foto’s en bij enkele duiven stond geen prestatie tekst. Hier kan ik over melden dat de prestaties bij de foto’s stonden, en deze is door de maker van het boek weggelaten (bij iedere duif) en vergeten onder aan het lijstje te vermelden. En er zijn natuurlijk altijd zaken dat je denkt; Dat doe ik in het volgende boek (voorjaarbeurs 2008) anders. Ik wil dan bij iedere duif een professionele digitale foto met als extra een vergroting van het oog, waar ik dan de oogwaarden bij kan vermelden zo dat iedereen het zelf kan zien. En als extraatje wil ik dan enkele superlijnen van bijvoorbeeld de 05 Camphuis ontleden met nazaten en stamkaarten en prestaties van die zelfde nazaten om zo een beeld te krijgen van een succeslijn. Maar al met al is het een zeer mooi boek geworden met honderden positieve reacties, en op de vraag wat doe je met je winst op het boek? Naar een goed doel natuurlijk, ik leef er niet van, heb gewoon een werkgever die me vorstelijk betaald (ahum ahum) en schrijf omdat ik het leuk vind en niet om rijk van te worden.
Ik hoop dat iedereen met een klasbak, een topper of een witte raaf me even aanspreekt en me deze duif laat zien voor het volgende boek. Bel dus 0521-382644 en kom aan.
Even terug naar de aanhef “voorbereiding” Op dit ogenblik( 17-03-2006) trainen onze weduwnaars en weduweduivinnen zo’n 45 minuten per keer. Begin april moet dit zo’n 75 minuten per keer zijn, maar dat zal geen problemen geven, door de 14 dagen Prange Suppe die ze hebben gehad moet ik ze nu na drie kwartier echt naar beneden roepen anders blijven ze vliegen. Maar toch is die training maar vooral die voorzichtig opgebouwde training erg belangrijk. Wanneer duiven tussen de laatste vlucht in september en begin maart weinig tot niet buiten komen heeft een opeens sterk verhoogde trainingsduur soms verkramping van de grote borstspier tot gevolg wat weer de bekende scheefvliegers geeft. Liefhebbers die hun duiven in de wintertijd èèn of enkele malen per week laten uitvliegen hebben dit niet. Zorg altijd voor tabletjes Magnesium/Calcium op voorraad, zodra u zo’n scheefvlieger ziet (bijna altijd de linkervleugel) steekt u deze patiënt enkele dagen zo`n pilletje op en is het vaak nog te herstellen. Waar halen we die pillen? Bij de drogist, Jaap Koehoorn of GPS.
Met voorbereiding op het nieuwe seizoen bedoelen we natuurlijk ook het begeleiden van de jonge garde, laat ze reeds op een leeftijd van zes weken enten tegen paramixo, misschien een twee weekjes later zelfs tegen paratyfus, hoe eerder dat allemaal gebeurd is hoe meer weerstand ze hebben tegen bijvoorbeeld circo en adeno virussen. Maar ook het wennen in de mand van jonge duiven behoort bij voorbereiding vind ik, bij ons zitten ze nu toch al èèn keer in de veertien dagen even een nachtje in een officiële afdelingsmand. Wanneer ze er dan in juni echt aan toe zijn, kennen ze de mand als hun broekzak.
Maar wat ik persoonlijk ook als voorbereiding zie is dat ik alle jonge duiven uit mijn hoofd wil kennen, ik wil straks als ze van de vlucht thuiskomen al kunnen zien welke het zijn en weten wie hun ouders zijn. Op dit ogenblik ken ik al mijn ruim 80 winterjongen reeds met ringnummer en ouders uit het hoofd, ik heb altijd iets met getallen gehad en ben natuurlijk fanatiek duivensporter dus die twee aspecten zorgen er voor dat me dat geen moeite kost. Ik zie bij anderen regelmatig dat ze zelfs hun oude vliegploeg niet eens kennen, en zo wil ik nooit worden, dus lig nu al languit in het jonge duivenhok op 30 cm stro mijn ploegje te bekijken en pik alle broertjes en zusjes er zo uit. Ik denk dat alle fanatieke melkers dat kunnen hoor, ben daarin geen uitzondering. Kunt u het niet? Dan word het tijd! Zelfs aan voorbereiding seizoen 2008 (u leest het goed) doe ik al, in mijn hoofd ben ik nu al koppels aan het vormen van de 2007 jeugd. Doet u dat niet? Haha hoeft ook niet, één zo’n mafkees is genoeg.
Verlichten en verduisteren Even een geheugensteuntje: Als u met de oude duiven wilt vlammen op de eendaagse fond bent u nu aan het verduisteren van 18.00 uur tot 08.00 uur, en dit tot vijf weken voor die eerste NPO vlucht. Dus even een voorbeeldje: uw afdeling heeft de eerste NPO vlucht gesteld op 12 mei, u verduisterd dan tot 7 april. En dan vanaf 1 juni gaat u bijlichten van 05/23.00 uur. Makkelijk hè? Hebt u winterjongen en u bent begonnen met uitlichten dan hebben we ook hier weer een voorbeeldje van. Gekoppeld op 1 december, het tweede ei op 11 december, uitkomen der jongen op 28 december en op deze datum begonnen met bijlichten van 05.00 uur tot 23.00 uur, spenen der jongen op 21 januari, en vanaf deze datum de lampen in het jonge duiven hok voor drie weken 24 uur per dag laten branden tot dus 11 februari dag en nacht onder de zonnelampen (in deze drie weken de duiven niet uitlaten is beter, ze zijn het gevoel van dag en nacht kwijt). Vanaf 11 februari bent u weer terug gegaan naar 18 uur licht per dag, wederom van 05/23.00 uur. Uw jongen hebben nu ongeveer 2 tot 4 pennen gestoten maar nog weinig kleine veertjes, klopt? Prima.
Wanneer u niet uitlicht, maar toch winterjongen heeft, gaat u ze nu verduisteren tot 1 juni van 18.00 tot 08.00 uur, tussen 2 juni en 21 juni doet u niets, maar vanaf deze dag (21 juni) gaat u bijlichten met zonnelampen van wederom 05/23.0 uur.
Maar ook de jongen die net gespeend zijn of gespeend worden gaat u zo behandelen als hierboven bij de winterjongen (verduisteren/verlichten). En het verlichten bij zowel oude als jonge duiven volhouden tot de laatste vlucht dat u speelt. Wel heel belangrijk bij dit systeem is de gezondheid (maar is dat niet altijd zo?), zijn ze niet gezond, dan stagneert de rui en heeft u er straks last van. En als het fout gaat is het niet de schuld van het systeem maar die van u, ergens tijden het traject heeft u een fout gemaakt.
Tot volgende week.
|