Het schrijven van nieuwsbrieven levert vaak interessante reacties op. Zo zijn er een paar reacties die ik nog even nader wil aanstippen. De vorige nieuwsbrief over de eiwitten, was voor een paar lezers aanleiding om te denken dat ik een voorstander ben van eiwitrijke voeding. Dit is echter niet zo. In het algemeen kan gesteld worden dat de vertering van eiwitten het lichaam relatief veel energie kost. Lees zuurstof. Een te eiwitrijke voeding kan er dan ook toe bijdragen dat de spieren van de duiven een blauwige schijn krijgen. Dus met eiwitrijke voeding moet opgepast worden. Maar wat ik stelde over het optimaliseren van de eiwit toediening is iets totaal anders. Wat ik meegaf ter overweging was, het trachten de toevoer van bepaalde aminozuren te optimaliseren, zodat er tijdens de vluchten minder kans was op plotselinge tekorten van bepaalde bouwstoffen, lees aminozuren. Voorwaarde om dit te bereiken was het gebruik van eiwitten met een hoge biologische waarde. Hiervan hoeft men dan niet overmatig veel te geven. Het dient alleen ter aanvulling van leemtes in de toevoer van bepaalde aminozuren in het normale voer. Hetzelfde idee staat achter het gebruik van 10 druppels Bony-mineral op de dag van inkorving. In dit geval om tekorten aan bepaalde mineralen en sporenelementen op te vangen. Waar het daarbij om gaat is de optimalisering van de toevoer voor de wedvluchten.
Omega olie
Veel vragen komen er ook over de frequentie van toepassing van de omega 3 olie. De toepassing van de omega olie begint ingeburgerd te raken. Op zich is dat zeker niet verkeerd. Maar ik blijf waarschuwen bij de aanschaf van een olie met de naam “Omega olie” of iets dergelijks. Als er niet op staat hoeveel omega 3, 6 en 9 erin zit, ga er dan maar blindelings van uit dat het merendeel omega 6 en 9 is en niet de juist gewenste omega 3. Nogmaals omega 3 remt ontstekingen en omega 6 stimuleert ontstekingen. Als U een goede olie te pakken heeft (zoals Barleans; o.a. bij de betere reformzaak; ca. 6200 mg omega 3 olie per eetlepel) dan volstaat het om deze olie een tweetal keren per week over het voer te geven tijdens het vliegseizoen. Alleen tijdens de koppelingsfase van de kweek adviseer ik de olie dagelijks toe te passen om zo tot een maximale hoeveelheid van de olie in het ei te komen. Liefhebbers vertellen steevast dat toepassing van deze olie zorgt voor prachtige jongen in de schotel en daarna.
Spoorboekjes
Een tijd geleden schreef ik een nieuwsbrief waarin ik stelde dat spoorboekjes voor de medische begeleiding niet bestaan. Ik ben die mening nog steeds toegedaan. Ik krijg regelmatig vragen om een schema. Ik ben echter huiverig om dit op te stellen. Want daarmee loop ik het risico dat liefhebbers blindelings dit schema gaan volgen iedere week en daarbij geen rekening houden met de omstandigheden van dat moment. Zo zal de benadering van de duiven na een mooie vlucht op een zonnige dag anders zijn bij thuiskomst dan in het geval dat de duiven enkele dagen in de verzendmanden hebben gestaan en niet zijn gelost vanwege slecht weer. Een ieder zal begrijpen dat de infectiedruk in het laatste geval voor de duiven veel hoger zijn geweest dan in het eerste geval. Gek genoeg zie ik het in de praktijk dan gebeuren dat liefhebbers in het laatste geval niets ondernemen omdat de duiven immers niet gevlogen hebben. Juist dan is het geven van een middel voor de koppen zeer aan te bevelen. De kans is immers veel groter dat de duiven iets hebben opgelopen dat hen de week erna parten kan spelen tijdens de volgende vlucht. Een bloedhete dag in mei-juni vraagt weer om een andere opvang bij thuiskomst dan een regenachtige dag in april. Kortom niet alleen de hokken en de soort vluchten vragen om een specifieke aanpak, ook de weersomstandigheden tijdens de vlucht zijn daarbij van belang. Het blindelings volgen van een of ander schema is daarom zinloos.
Heeft een schema dan helemaal geen zin?
Dat is natuurlijk weer het andere uiterste. Ik denk dat er een basisaanpak moet zijn voor en tijdens het seizoen waar een iedere liefhebber zich aan moet houden of zou moeten houden. Ik denk daarbij aan het optimaliseren van de basisweerstand. Bijvoorbeeld met een product als Boni-SGR en daarnaast een kuur voor de luchtwegen in combinatie met een middel op kruidenbasis als de Boni-Bronchicron over het voer een paar weken voor de wedvluchten en opleervluchten beginnen. Afhankelijk van de besmettingsgraad van “het Geel” is het geven van een geelcapsule twee dagen achtereen te adviseren. Daarna bij thuiskomst na de eerste vluchten een ontsmetting voor de koppen geven. En daarbij niet denken dat dat niet nodig is omdat de afstanden nog zo klein zijn. Het gaat niet om de afstanden. Het gaat om de besmettingsdruk in de verzendmanden. Deze is juist tijdens de eerste vluchten het hoogste. Na een paar weken vallen de besmette duiven af doordat ze te ziek zijn om te korven of geen platte prijs vliegen.Na de eerste maand zijn het vooral duiven die gezond zijn die gekorfd worden en is het risico op een besmetting die opgelopen wordt in de reismanden juist kleiner. Wat er naast deze basisbegeleiding nog nodig of juist niet nodig is hangt af van onder meer de hokomstandigheden, de soort vluchten (vitesse, midfond of fond). Pas als we zeker zijn dat de duiven gezond zijn moeten we gebruik maken van ondersteunende en vormverhogende preparaten. In alle overige gevallen is het water naar de zee dragen. Dit soort van preparaten moet niet ingezet worden om het gebrek aan gezondheid te camoufleren.
Probiotica
Naar aanleiding van de nieuwsbrief over probiotica zijn er veel vragen binnen gekomen of er een mogelijkheid bestond deze via onze kliniek te betrekken. Dat was toen niet het geval. Inmiddels hebben vanwege de vraag een probioticum met combinatie van 8 bacterie-stammen aan ons assortiment toe gevoegd. Probiotica zijn te verstrekken om de darmwerking te verbeteren. Na het geven van een antibioticumkuur is dit ter bevordering van het herstel van de darmflora zeker aan te bevelen.
Adenocoli
De afgelopen weken zijn we al regelmatig geconfronteerd met jonge duiven die plots dood liggen. Ze zijn zo ernstig ziek dat in de meeste gevallen nog geen sprake is van diarree. Hierdoor wordt niet meteen aan Adenovirose gedacht. Sectie wees in een deel van de gevallen zeker in die richting, waarbij met name de aangetaste levers en de bloederige darmontstekingen opvielen. Het is niet uit te sluiten dat het vaker voorkomen van het circo-virus bij jonge duiven bijdragen aan de ernstigere uitbraken van Adenovirose en Herpes de laatste jaren. Ik zal op het Circovirus in de volgende nieuwsbrief terugkomen.
Oogpikken.
Nu het vliegseizoen er weer aan zit te komen zal het aantal gevallen van beschadigingen van de ogen bij de duiven ook weer toenemen. Zelf geef ik er de voorkeuraan deze duiven te behandelen met aureomycinezalf of CAF-zalf. De wonden aan de ogen genezen dan meestal snel.
Website dierenarts Peter Boskamp
|