Duiven spelen, ´t is maar een hobby...Als 't maar leuk is en dat is het meestal ook wel al hangt alles of veel er van af wat je er van verwacht en hoe je er tegenover staat. Met duiven bezig zijn is leuk, er wedstrijden mee vliegen is eveneens leuk en als je dat bovendien ook nog goed lukt kan het alleen maar als nog leuker ervaren worden. Door het feit echter dat we met zijn allen op de ene of de andere manier wel met de sport verbonden zijn weten we evenwel beter dan wie ook dat het niet altijd allemaal alleen maar rozengeur en maneschijn is.
Om top te presteren moeten ze ook top zijn en net op die weg naar de top liggen valkuilen bij de vleet. Hoe korter ze bovendien bij die top komen hoe "fragieler" het nog allemaal wordt. Het minste foutje is op dat ogenblik gegarandeerd een stap terug. Ze top krijgen is dus geen makkie, ze top houden zowaar nog moeilijker, onhandelbaar(der) zoals ze dan al kunnen worden.
Leuke gedachte, leuke uitdaging ook al zijn het gewoon dingen die je niet echt kan afdwingen. Je kiest voor een systeem waarvan je weet dat het al zijn vruchten heeft afgeworpen, een systeem dat je als liefhebber bevalt en waar je het type duiven voor hebt en zich daarin kan schikken. Liefhebber en duiven tevreden en dat is al een stukje op weg.
De hokken zijn liefst zo gebouwd dat ze zo weinig mogelijk gevoelig zijn aan schommelingen in temperatuur en luchtvochtigheid. Dat werkt nefast op de vorm. Goed isoleren is daarom aan te raden. Op een vochtig hok voelen duiven zich trouwens ook minder goed dan op een droog hok. Bovendien vergroot ook de kans op wormen of coccidiose sterk naarmate het hok vochtiger is.
Van belang is het daarom materialen te gebruiken met een bufferwerking. Die slorpen bij een stijging van de luchtvochtigheid het vocht op en geven dat bij een daling van die luchtvochtigheid dan weer geleidelijk af. Zelfs bij regenweer blijft een goed hok dan tot zolang de bufferwerking niet verzadigd is relatief droog.
Geen plastiekverf op de wanden ook daarom. Die sluiten de poriën van het hout af waardoor overtollig vocht niet meer opgenomen wordt maar eerder als een soort condens op de wanden blijft. Een laag stro of andere vloerbedekking kunnen ook perfect dienst doen als buffer voor zowel temperatuur als vochtigheidsgraad.
Een dubbele bodem met daartussen al dan niet isolatie of verwarmingsmatten zijn perfect. Voor die dubbele bodem zonder isolatiemateriaal er tussen zorg je er voor dat beiden goed aansluiten. Stilstaande lucht werk namelijk ook isolerend. In beide gevallen voorkom je ook condensatievocht en het belang van een droge bodem kennen we onderhand.
Bestaat die mogelijkheid niet, pas je het hok best zo aan dat je die dingen zelf zoveel mogelijk kan regelen. Uiteraard is dat niet alleen arbeidsintensiever, er ook is nog het feit dat je het een beetje zelf aan moet voelen. Hoe ingewikkelder we het systeem maken hoe meer kans op fouten ook.
Een hok echter, wat een goed hok is onder alle omstandigheden bestaat mijn inziens niet. We proberen het dus zo te regelen dat we de mogelijkheden hebben bij te sturen.. Bekijk en vergelijk het met het klimaat in een volière. Daarin zitten de duiven heel goed voor wat betreft de luchtwegen omdat we daar over massa´s zuurstof beschikken. Bij regenachtige omstandigheden echter is het er wel meteen zo vochtig als buiten. We zijn dan geheel afhankelijk van een langere tijd vrij stabiele temperaturen om enige vorm onder de duiven te verkrijgen.. Alleen gebeurt dat niet zo vaak of toch zeker niet op de momenten dat wij dat wel zouden willen.
Verluchting en tocht zijn twee verschillende dingen. Vanaf het ogenblik dat de luchtstroom te hard gaat kunnen we spreken van tocht. Dat voelt onbehaaglijk voor mens en dier.
Luchtroosters aan de voorkant van het hok zijn ideaal als de temperatuur hoog oploopt en het windstil is. Ze zijn of kunnen de oorzaak zijn van tocht en alle problemen van dien bij minder gunstige omstandigheden en dienen dan ook afgesloten te kunnen worden... Inspelen en accuraat kunnen reageren op de zich aandienende omstandigheden dus.
Schuiven in het plafond, idem dito, ook beter regelbaar maar wat is nu goed en niet goed? Doe je ze beter dicht voor de nacht? 10, 20 cm open??. Daar kan niemand het juiste antwoord op geven. Dat hangt af van verschillende omstandigheden intern maar ook van invloeden van buitenaf. Een hok waar 12 doffers op zitten kan een perfect hok zijn voor die twaalf duiven maar een extreem rothok als je er 20 duiven op zou zetten.
Om de duiven in perfecte conditie of vorm te krijgen proberen we er voor te zorgen dat het verschil tussen dag en nachttemperatuur niet groter wordt dan pakweg 7 graden en het vochtigheidspercentage tussen de 60-65 percent blijft Hierbij is van absoluut belang, de aanwezigheid van voldoende zuurstof, m.a.w. de verluchting te laten primeren op de hoktemperatuur. Warm genoeg maar met onvoldoende zuurstof zorgt onherroepelijk voor problemen met de luchtwegen en een flinke dip in het vormpeil, terwijl in het andere geval de conditie of vorm misschien alleen iets zakt of trager opgebouwd wordt. Daar kunnen we vloerverwarming voor gebruiken of verwarmplaten aanwenden.
Uiteindelijk willen we het allemaal zo goed mogelijk doen maar vertrekken daarin meestal vanuit het denkpatroon van de mens. Probleem is dat wat de mens goed vind of alzo ervaart niet per definitie ook zo is voor het dier zoals in dit geval onze duiven.
Ik zie het vaak in de paardenwereld. Prachtig mooie stal met alles er op en er aan, tot zelfs muziek toe als´ t moet. Automatische watervoorziening, tweemaal per dag van het beste voer, mooi uitzicht als ze hun koppeke door de deur uitsteken enz. Daar staan ze mooi te staan 22 à 23 uur per dag in een box van 3x3 meter of in sommige gevallen iets groter. Mogen ze der es uit om mooi geborsteld te worden, zadel derop, ritje maken, dan nog meestal in de piste, vervolgens een heel mooi deken van allerbeste kwaliteit er over en hopsaké, alweer de mooie lekker warme box binnen. Vaak gebeurt het met de allerbeste intenties en die mensen zijn heus van menig dat ze hun dier met de allerbeste zorgen omringen. Niets van dat alles echter. Paarden hebben lak aan al die zooi. Paarden zijn van oudsher kuddedieren en hebben er simpelweg de pest aan alleen te zijn. Ze hebben behoefte aan veel beweging en vervelen zich constant in zo´n box, ook al wegens het ontberen van de sociale contacten binnen de kudde. Dat hebben ze allemaal niet in die o zo mooi stal terwijl de mens toch van mening is dat hij het allerbeste doet voor zijn dier. ´t Zou anders en vooral beter zijn als de mens vertrok vanuit de noden van het dier en niet vanuit de zijne.
Met duiven is het tenslotte niet anders. Verwarming op de hokken is perfect als je ze dan ook goed weet te gebruiken. Duiven kunnen zeer goed tegen de koude. We gebruiken die verwarming dus beter niet gewoon om het voor onszelf knusser en aangenamer te maken op de hokken. We gebruiken of kunnen ze wel gebruiken om tijdens de top van het seizoen te grote temperatuursverschillen op te vangen. We maken er ook dankbaar gebruik van om tijdens die periode het vochtigheidspercentage op punt te houden. Op die ogenblikken is´t praktisch en handig die dingen bij te kunnen sturen. Voor de rest gewoon helemaal geen noodzaak.
Vertrekken we van de duif en haar noden uit, kunnen we ons best voorstellen dat die heel anders zijn dan wat wij van die dieren verwachten. Er is al heel wat geschreven en verteld daarover doch, de duif zelf zal dat het best weten en ondanks gedomesticeerd toch nog instinctief aanvoelen. Alleen kan ze ons dat niet vertellen. Van nature uit zijn duiven ook kuddedieren. Het zijn graaneters en "gemaakt" om te kunnen vliegen. Dat doen ze ook in hun natuurlijk biotoop, alleen is het niet zo dat ze daar uit eigen vrije wil een paar duizend kilometer per jaar van gaan maken.
Persoonlijk proberen wij er voor te zorgen dat onze duiven zo kort mogelijk bij de natuur blijven. Er is het speelseizoen waarin we met de kennis, wetenschap en ervaring, hoe miniem ook, die we hebben trachten een handje te helpen om tot degelijke prestaties te komen. Misschien doen we ´t goed maar misschien ook niet of toch niet helemaal, alweer volgens de noden van het dier zelf. Dat weten we nooit geheel zeker. Buiten het speelseizoen laten we de duif zelf zoveel mogelijk de vrije keuze. Wil ze vliegen, ze kan. Wil ze dat niet, blijft ze toch maar lekker binnen of slentert ze wat rond. Meer dan voldoende voer en drinken is voorzien en ze is dus eigelijk geheel op haar eigen aangewezen. Ik ga er nog steeds van uit dat ze beter weet dan wijzelf en intuïtief aanvoelt wat het beste voor haar is op dat ogenblik. Ervaart de duif het misschien ook beter, wie weet, en beperk ik mijn eigen mogelijke fouten tot een strikt minimum. De duif kan gewoon weer duif zijn en is het niet leuk te kunnen zijn wie je bent?
|