Zopas deed ik iets wat ik zelden doe; een koppel eieren vanonder een broedende duif nemen om te zien of ze bevrucht waren. Ze waren niet alleen bevrucht maar zelfs aangepikt en dat viel mee omdat ze van duiven op leeftijd waren. Twee dagen later wilde ik de schaaltjes uit de schotel halen.
Dat doe ik sinds ooit een halve schaal om een ander ei was gaan zitten dat nog niet uitgekomen was en ook nooit meer uit kwam. Maar ik stelde vast dat een ei nog steeds aangepikt was. 'Ruim het op' zei ik tegen mijn compagnon. Hij hield het ei tegen een oor en zei: 'Het jong leeft, luister maar'.
Ik wist ook wel dat dat jong leefde maar zei weer: 'doe het weg'. Maar omdat het uit goede ouders was kon hij het niet over zijn hart verkrijgen.
LATER
Een dag later belde hij triomfantelijk dat het jong was uitgekomen. Ik zuchtte moedeloos. Een week later was het tijd om te ringen maar niet het jong dat het laatst was uitgekomen. De pootjes waren nog te dun, dunner ook dan die van het nestmaatje. 'Doe het weg' zei ik weer.
Hij volgde mijn raad weer niet op en twee dagen later werd het beestje alsnog geringd. Nu controleer ik jongen van een tweetal weken oud wel eens om te zien of ze niet scherp aanvoelen of teveel water in het kropje hebben. Het achterblijvertje was nog verder achterop geraakt merkte ik en vroeg ‘mijn maat’ de bekjes van beide jongen eens voorzichtig te openen. Ik zag hem schrikken; dat van het kleinste brak bijna. Nu was hij overtuigd en het werd alsnog opgeruimd.
Je hoort en leest wel eens dat je moet selecteren vanaf het ei en dat is ook zo. Een jong uit een eitje dat te lang aangepikt is zal zelden een vitale duif worden. Dat was niet bij machte zich uit het ei te werken omdat het te zwak is. Weg dus omdat het met gezonde duiven al moeilijk genoeg is je te onderscheiden. Toegegeven, het komt voor dat een jong niet in staat is uit het ei te kruipen omdat de schaal te dik is maar dat zijn uitzonderingen.
'Korzelige' eieren mag je ook verwijderen. Ze worden meestal gelegd door heel jonge, stokoude, 'versleten' of zieke duivinnen. Zulke eieren zijn te poreus en ALS ze uitkomen is de kans op een vitaal sterk duifje te verwaarlozen.
'SNOT’
Na het spenen tref je ooit jongen die niezen of een nat neusje hebben. 'Snot' zeggen sommigen. Zulke opruimen vind ik wat rigoureus. Je zondert die best af, steekt die enkele dagen na elkaar een half tabletje Baytrill op, een kwart Rovamycine mag ook of iets anders dat je van je dierenarts kreeg, je doet hem een knijpring om of je maakt een notitie. Zo’n jong zal waarschijnlijk genezen maar de vraag is voor hoe lang en daarom dat knijpringetje en/of die notitie.
Bij een volgende terugval kan je zo’n duifje best ruimen. Zelfs de beste duif van de wereld kan ziek worden maar als een duif daar een gewoonte van maakt is er maar één weg: Weg!
AFZONDEREN
Waarom ik schreef over ‘afzonderen?” Uiteraard is het verkeerd al je (gezonde) jongen met medicijnen te lijf te gaan teneinde er een of twee van een of andere kwaal te genezen. En als ze zowat allemaal 'snotterig' zijn? Uitzieken misschien? Dat lijkt me gevaarlijk.
Afhankelijk van de aard en de ernst van de infectie loop je het risico dat het chronisch wordt en dan heb je echt een probleem. Vroeger meer dan nu las je vaak over ‘uitzieken’. Ik vind dat zoals gezegd gevaarlijk en achterhaald. ‘Uitzieken’ is iets dat je best aan de concurrentie over laat.
NIET WEG
Sommige halen nooit duiven terug die verloren gingen omdat het dommeriken zouden zijn. Niets is minder waar. Er zijn talloze voorbeelden van echte superduiven die in hun geboortejaar verloren gingen en moesten worden teruggehaald. Soms lopen die, amper twee maanden oud, heel ver van het thuishok ergens binnen om, nadat men ze heeft teruggehaald, wéér naar hetzelfde hok terug te vliegen. Dit wijst eerder op slimheid (goed oriënteren) dan domheid. ‘Verloren gaan’ heeft heel vaak te maken met geen aard op het hok. Daarom is het zeer belangrijk duiven die verloren gingen zo snel mogelijk terug te halen om te voorkomen dat ze aard krijgen op het hok waar ze binnenliepen.
En zoals gezegd kunnen zelfs de beste duiven verloren gaan.
DE '75'
Neem nu de '75', een van de beste duiven die ik ooit had. Toen die van een vlucht met mooi weer niet bij mijn eerste duiven was kreeg ik angstige vermoedens. 'Die ben ik kwijt' zei ik tegen de man die hier al jaren komt 'letten', ‘die heeft zich te pletter gevlogen’. Als na de vlucht een goede ontbreekt ga ik normaliter regelmatig kijken of die terug is maar bij hem deed ik dat niet, overtuigd als ik was dat hij ergens onder hoogspanningskabels lag weg te rotten.
Wie echter schetst mijn verbazing en vreugde toen die weken later op het grasveld zat, de gummiring nog om. Een goede zeer ervaren duif die bij het mooiste weer van de wereld helemaal de boot mist? Dat kan allemaal in duivensport.
VEELBELOVEND?
Die '75' was in 1995 nog 2e Kampioensduif van Midden Brabant (er vlogen gemiddeld 11.000 duiven) en kreeg in 1998 een duivin die in 1996 2e kampioen van Midden Brabant was na haar nestbroer tegen opnieuw massale deelname. Uit het koppel kweekte ik meteen de '882' die in 1999 ook weer kampioenduif was in de afdeling.
En als je zo’n koppel hebt waarvan zowel doffer als duivin enorm vlogen en dat al meteen een prima vlieger geeft denk je op rozen te zitten. Mooi niet dus. Er is niet een goede meer uitgekomen.
Praat mij niet over kweekkoppels die ‘niets dan goud in de schotel werpen’. Klak heeft er nooit in geloofd en ik evenmin, een heel enkele uitzondering daargelaten.
BUISPENNEN
Duiden zogenaamde buispennen bij nestjongen op zwakkelingen die je best verwijdert zoals wel eens wordt beweerd? Geloof ik niets van. Ik heb weinig vertrouwen in middeltjes uit grootvaders tijd zoals de verroeste spijker in de drinkbak of de koffieboon in de bek maar ‘kaas opsteken’ bij jongen met buispennen werkt. 'Buispennen' zou wijzen op een onschuldige(!) stoornis in de stofwisseling. Soms zie je het ook als er maar een jong in het nest ligt. Zulke jongen hoeven dus niet weg. Wel is het raadzaam tijdig in te grijpen. Met kaas op steken dus.
|