In een Duitse krant waren wat reportages gepubliceerd van winnaars van Belgische nationale concoursen. Ik gun die mensen hun reportage maar het lezen er van is aan mij zelden besteed.
Ik ben meer geïnteresseerd in de man die een knaluitslag maakte dan, met alle respect, een winnaar die verder weinig voorstelt.
En zulke zijn er.
NIET ALLEEN KLASSE
In onze sport is het eerder zeldzaam dat de beste ook de winnaar is. Nu het allemaal zoveel sneller gaat spelen wind, ligging en massa een steeds grotere rol. Vroeger waren de verschillen in kwaliteit groter.
Sommige duiven waren zelfs zo veel beter dan het gros dat ze de handicap van een slechtere ligging konden overwinnen. Maar die tijd is voorbij. We zien nu ook van die gekke kettinguitslagen, vooral in Nederland en Duitsland, die er vroeger niet waren.
Waarom ‘gekke’ uitslagen? Men is toch niet zo naïef te geloven dat iemand 5 duiven heeft die beter zijn dan de duizenden van de gezamenlijke concurrentie die hij klopte als hij 1, 2, 3, 4 en 5 won? Een te grote dominantie van enkelen is niet goed voor de sport en die zien we vooral bij ‘duivenweer’. De eerste zaterdag van juli 2005 was bar en boos, maar vluchten die ‘bar en boos’ zijn hebben iets positiefs; outsiders winnen ook vroege prijzen en dat is goed.
Als het ‘gaat’ tussen iemand die normaal matig presteert en mijn persoon hoopt iedereen hier dat ik aan het kortste eind trek. Gelijk hebben ze.
UNDERDOG
Ik ben namelijk ook zo.Als sprake is van een 'millimeterspurt' tussen een vedette en een volslagen onbekende duim ik voor de laatste. Omdat de vedette al genoeg won denk ik dan. Het is hetzelfde als bij voetbal. Als Duitsland of Engeland verliezen van bijvoorbeeld Andorra gniffel ik.
Zo’n outsider die een Nationale vlucht wint heeft recht op aandacht in de pers maar ik hoef dat allemaal niet te lezen. Niet netjes, ik weet het, maar het is niet anders.
WINNAARS EN VERLIEZERS
Daarom heb ik die reportages in die Duitse krant maar vluchtig bekeken. Een ervan ging over iemand die 15 duiven mee had en daarmee EEN prijs won, zij het dus wel de eerste Nationaal. Een andere Nationale winnaar had zo lang hij duiven had nog nooit iets gepresteerd. Over beide werd uitgebreid beschreven hoe de hokken er uitzagen, hoe ze voerden, hoe de voorbereiding op de betreffende vlucht was enzovoorts. Ik begrijp de schrijvers van zulke reportages niet.
Je gaat van iemand die globaal gesproken slecht speelt toch diens hokken en manier van voeren niet beschrijven, ook al betreft het een nationale winnaar?
Wat ook mijn interesse zou hebben? Een interview met een vedette nadat zijn duiven enkele weken faalde. Ik zou willen weten welke verklaring ze hebben, welke fouten ze maakten want daar zou je iets van op kunnen steken.
Mensen lezen reportages veelal uit nieuwsgierigheid en leergierigheid. Soms ook met de gedachte 'zou dat een adres zijn om me te versterken?’ Dat laatste is niet zonder gevaar. Sommige opstellers van reportages zijn zo ‘vaardig’ dat ze, zonder de waarheid geweld aan te doen, van een nepkampioen een vedette maken.
COMPLEET
Ze bedienen zich van onvolledige uitslagen of van enkele uitslagen op een heel jaar. Gelukkig zie ik de laatste tijd wel verbetering. Gelukkig wordt steeds meer vermeld tegen hoeveel duiven werd gespeeld en hoeveel duiven de liefhebber in kwestie mee had. Eigenlijk zou elke duivenkrant reportages (en ook advertenties!!) moeten weigeren waarin dat NIET staat vermeld. ‘Jan won 1, 3, 4 enzovoorts tegen 4.000 duiven’ maakt indruk.
Maar het venijn zit hem soms in dat woord ‘enzovoorts’. Want stel dat dezelfde Jan 98 duiven mee had, dat hij die kopprijzen won met de 89e, 76e en 91e getekende en hij verder slechts 8 schamele ‘staartprijsjes’ won dan is zo’n reportage zonder te liegen mensen op het verkeerde been zetten.
Jan had gewoon slecht gespeeld en verdiende niet in de krant te komen.
TOF
Uit België krijg ik pakken uitslagen toegespeeld. Van ‘ordinaire’ Quievrainvluchten tot en met provinciale en nationale vluchten. Ik kijk dan eerst naar de datum. Betrof het een vluchtdag met onregelmatig weer of sterke zijwind die liefhebbers in bepaalde regio’s te zeer bevoordeelde dan gaat zo'n uitslag de prullenbak in en dat worden er al gauw een vrij onoverzichtelijke massa.
Uitslagen van concoursen met fraai neutraal duivenweer worden wel ingekeken.
Het heeft er toe geleid dat het me soms lukte goede duiven op de kop te tikken en ook werden 'paper tigers' ontmaskerd. Want laten we wel wezen, sommigen hebben naam vanwege geflirt met persjongens of commissiejagers. Die uitslagen leren me ook hoe veel betere duiven er in de ene streek zitten dan in de andere.
ANDERS
Zo was er die man uit de streek van Bevel. 'Vier minuten duurde Noyon' zei die toen hij me een uitslag bezorgde, ‘maar er waren slechts 35 duiven in concours' voegde hij er eerlijkheidshalve aan toe. Een concoursduur van vier minuten is interessant maar de interesse verdwijnt natuurlijk meteen als U hoort dat er maar 35 duiven in concours stonden.
Maar niet bij mij! Ik ken de situatie daar dus was het niet beleefdheidshalve dat ik de uitslag inkeek.
35 Duiven inderdaad, maar... die waren wel ingezet door 16 liefhebbers uit vijf verschillende dorpen. Duidelijk was dat die alleen hun beste speelden wat bleek uit de grote bedragen die achter de prijswinnaars stonden.
EN VERDER
Wat de streek rond Kessel betreft weet ik ook dat sommige van die mannen die daar tegen belachelijk kleine aantallen duiven spelen op de ‘Nationals’ als het tegen alles en iedereen gaat ook vaak blikvanger zijn en voor geen kleintje vervaard als het om poulen gaat vanwege niet bang voor niemand.
Probleem van veel sportgenoten is dat ze geen uitslagen kunnen lezen. Wil je geloven dat ik vaak eerst achterin een uitslag kijk? Als ik dan zie dat de 18e duif van Jansen nog prijs won terwijl die er 20 mee had zoek ik verder naar Jansen.
Als ik zie daar Peters met zijn vijfde duif zie van de 47 die hij mee had heeft die mijn interesse niet meer, zelfs niet als die het concours won. Sommigen slagen met zowat alles wat ze aanschaffen. Dat zijn vaak mensen die het lezen van uitslagen tot kunst hebben verheven.
|