In mei legt elke vogel een ei dus november, december, januari... zijn nu niet per definitie de maanden waarin het als natuurlijk beschouwd kan worden. Om toch de natuurlijke situatie na te bootsen wordt op vele plaatsen gebruik gemaakt van kunstlicht. Een nog andere reden voor het gebruik van kunstlicht kan zijn dat de liefhebber voor het klaar wordt van huis weg is, en het bij thuiskomst reeds donker is als de duiven nog moeten verzorgd worden. Om reden van het spel wordt ook al gebruik gemaakt van kunstlicht als ruibevorderende of ruiremmende, lees prestatiebevorderende ingreep zoals ik schreef in een vorige bijdrage
Daar kwamen zoveel reacties en vragen op (waarvoor dank trouwens!) dat het totaal onbegonnen werk zou zijn die stuk per stuk persoonlijk te beantwoorden. Vandaar dus dit extra artikel wat ik al es eerder schreef
Met kunstlicht kan men enkele kanten uit, maar licht is niet zomaar licht.
Natuurlijk licht komt van de zon en is wit Dat wit licht bestaat uit een mengeling van elektromagnetische golven met een golflengte tussen 380 en 780 nm (nanometer). Dat wit licht kan onderscheiden worden in zeven basiskleuren welke het zichtbare lichtspectrum genoemd worden omdat ze met het menselijk oog kunnen worden waargenomen. Deze kleuren zijn rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo, en violet en bezitten ieder op zich een bepaald deel van de reeks golflengten van stralingsenergie.
- Rood: 780-622
- Oranje: 622-597
- Geel: 597-577
- Groen: 577-492
- Blauw: 492-455
- Indigo: 455-435
- Violet: 435-380
Omdat de uitersten voor mensen minder waarneembaar zijn dan de waarden in het midden zal bvb een lamp van 40 watt zal bij 550nm veel meer licht lijken te geven dan een lamp van 40 watt met 400 of 700 nm. Infrarood en ultraviolet bezitten respectievelijk waarden boven en onder deze voor de mens waarneembare golflengtes.
De lichtstroom die door een lichtbron wordt uitgezonden wordt uitgedrukt in lumen De verlichtingssterkte wordt uitgedrukt in lux en wordt gebruikt als maat voor de lichtstroom die op 1m2 van een oppervlakte valt. 1 lux is dus 1 lumen per m2 Enkele voorbeelden
- Vol zonlicht is 10,000 tot 100,000 lux
- Bewolkte dag 100 tot 10,000 lux waarbij een wolkenachtige januari dag tegen de middag toch nog +/- 4000 lux kan bereiken
- Schemering 10 lux
- Sterke schemering 1 lux
- Normale kamer 100-200 lux
- Helder verlichte kamer 1000-2000 lux
Ter vergelijking, een gloeilamp van 100 wat geeft op een afstand van 1 meter een waarde van 150 lux
Niet alleen de sterkte is belangrijk, maar ook het spectrum (de kleuren) van het licht Natuurlijk licht heeft een spectrum van ultraviolet tot infrarood waarbij het zonlicht het hoogst is in het blauwe en groene gebied. De golflengtes of het spectrum en de samengebrachte kleuren waarbij vogels het best zien zijn niet dezelfde als voor mensen. Daarenboven kunnen vogels een breder spectrum waarnemen dan mensen
We onderscheiden 3 soorten spectra
- Continue spectrum wat betekent dat alle golflengtes van het zichtbare licht aanwezig zijn en langzaam in elkaar overgaan
- Bandenspectrum waarin we begrensde gebieden van golflengtes zien.
- Lijnenspectrum waarin het uitgestraalde licht slecht enkele golflengtes omvat
Kleurtemperatuur
Betekent de zichtbare kleur van de lichtbron en wordt uitgedrukt in graden Kelvin Rood: 5900-6000 Geel: 5800-5900 Groen: 5000-5500 Blauw: 4700-5000 Violet: 4300-4700
De kleurweergaveindex (CRI of Color rendering index)
Geeft een aanduiding van de capaciteit van de lamp om de juiste kleuren weer te geven. CRI 100 is de hoogste index en komt overeen met natuurlijk wit licht.van de zon Een gemiddelde gewone fluoricentielamp haalt amper een gemiddelde CRI van 68 terwijl dat van een gloeilamp nog minder is, met een groter tekort van de korte golflengtes
Hoe kunnen we deze informatie nu toepassen of er gebruik van maken?
Licht is belangrijk, maar hoeveel licht, welke soort licht en welke lampen zijn geschikt voor het doel dat we willen bereiken?
Gaan we vroeg van huis weg en komen we laat terug tijdens de wintermaanden, zodat we genoodzaakt zijn de duiven met kunstlicht te verzorgen zal een gewone gloeilamp met een laag wattage voldoende zijn De melker kan best “zien” wat hij doet. De duiven ook terwijl er toch geen nadelige gevolgen van deze belichting zijn voor een vervroegd intreden van het ruiproces. De CRI waarde of het kleurenspectrum van een gewone gloeilamp zijn te beperkt.
Willen we de “kweekduiven” echter goed voorbereiden voor een vroege kweek zal een ander type verlichting nodig zijn om dat gestelde doel te bereiken.. In de natuur reageren vogels op de lengte en de intensiteit van het licht. Deze zorgen ervoor dat de hormoonwerking toeneemt. Om dat terdege te bereiken zullen we kunstmatig licht nodig hebben dat zo kort mogelijk het spectrum van natuurlijke licht benadert. Dat omvat een zo hoog mogelijke CRI waarde, wat er op wijst dat alle kleuren van het natuurlijk licht zo goed mogelijk en in de juiste verhoudingen aanwezig zijn. Het is pas dan dat het lichaam met de aanmaak van stoffen door invloed van het licht kan functioneren. Niet alleen het spectrum van het licht is belangrijk, ook de lengte, de duur van het belichten is dat. Vergelijken we het met de lengte van de dagen buiten bvb de wintermaanden komen we aan 10-14 uur zodat we ook daar zullen moeten bijsturen Een nadeel van juist die lampen die aan deze vereisten voldoen is dat enkel buislampen deze waarden het best benaderen en ze bovendien niet kunnen aangesloten worden op een dimmer tenzij je daar een specifiek model voor aan kan schaffen. Anderzijds kan dat opgelost worden door ze op een schakelklok aan te sluiten en tevens een tweede lamp (gloeilamp-daglicht lamp) op het hok te plaatsen die dan wel op een dimmer kan aangesloten worden. Dat zorgt ervoor dat de duiven niet eensklaps in het donker komen te zitten en ze de mogelijkheid hebben terug op hun nest te komen.
Gloei-daglichtlamp
Dimmer voor zowel gloei- als TL lampen wat bijzonder handig is om de schemerzones te verwerken in het belichtingssysteem
Een ander nadeel van buislampen zijn de flikkeringen. Een traditionele magnetische ballast doet het licht aan en uit à rato van 50-60 flikkeringen per seconde (Hertz) In tegenstelling tot mensen kunnen vogels deze “flikkeringen’ veel beter waarnemen wat voor degelijk wat stress kan zorgen. Een elektronische ballast daarentegen zorgt ervoor dat het licht +/- 20.000 –30.000 keer per seconde aan en uitgaat. Dat wordt aanzien als standvastig licht, is veel relaxer en niet meer stresserend.
Zichtbaar en onzichtbaar licht
Een voordeel van deze lampen is dan weer dat ze twee delen licht bevatten Zowel een zichtbaar als een onzichtbaar Zoals eerder aangehaald bevinden zich de onzichtbare gedeelten licht aan elk uiteind van het kleurspectrum. Aan de rode kant zijn dat de infrarode golven . Aan de violette zijde hebben we de ultraviolette stralen. Deze zijn zelfs op bewolkte dagen altijd aanwezig. De lampen bevatten een kleine hoeveelheid van zowel de UVA als de UVB stralen UV licht activeert de synthese van vit D3, zorgt ervoor dat we ons beter en energieker voelen en geeft een positieve werking op het immuunsysteem.
Ruiritme
Hoe beter we het natuurlijke licht en de duurtijd ervan kunstmatig kunnen evenaren, des te beter we onze duiven kunnen voorbereiden om de vroege kweek in perfecte omstandigheden aan te vatten. Nadeel van het zo perfect mogelijk nabootsen is dat het ruiritme verstoord zal worden. Voor de kweekduiven niet onmiddellijk een probleem. Voor de vliegduiven echter…..
Best is de duiven geleidelijk aan voor de koppeling te laten wennen aan het “kunstdaglicht”. Daartoe kan je een gewone daglichtlamp (+/-RSI 69) of gloeilamp(wit) laten branden gedurende het gewenste aantal uren. Het “kunstdaglicht” kan je dan dagelijks een uurtje langer laten branden totdat je het gewenste aantal dagelijkse branduren hebt bereikt (10-14) Het aantal Lumen is hier van iets ondergeschikter belang. Toch hou je best rekening met een waarde van zowat 4000-5000 Lumen.
Het aantal Lux dat daarmee verkregen wordt is afhankelijk van de binnenbekleding van het hok. Wit reflecteert beter licht terwijl donkere of houten wanden eerder geneigd zijn licht op te slorpen. In tegenstelling tot de mens werkt de uv bestraling niet via het oog maar via het schedeldak bij vogels. De lamp(en) worden dus best aan het plafond bevestigd.
De vroege kweek
Voor duiven in optimale conditie vormt het vroeg kweken zelfs zonder extra belichting niet onmiddellijk een probleem. Zomerjongen echter, komen net doordat het zomer is en de omstandigheden voor wat betreft licht beter zijn, gemiddeld beter, vlotter en mooier “op” dan dat over het algemeen winterjongen dat doen .
Het spel
We kunnen het systeem van verlichten echter ook met meer kans op succes toepassen om gedurende het seizoen net die periodes uit te kiezen waarin we onze duiven wensen aan te zetten tot goede prestaties en het systeem van verlichten of verduisteren daaraan aan te passen. De hoofdzakelijke reden van het al dan niet succesvol zijn van deze methode is mede afhankelijk van de juiste verlichting, correct toegepast en het respecteren van de fotoperiodes. In de natuur worden de seizoenen voor vogels ingedeeld in 4 fotoperiodes waaraan ze hun dag en nachtritme aanpassen. Wij duivenliefhebbers kunnen deze periodes kunstmatig vervroegen of verlaten door middel van verduisteren en verlichten. Het zo getrouw mogelijk nabootsen van de natuurlijke omstandigheden is determinerend en bepaalt in welke mate ons ingrijpen succesvol is al dan niet.
Waar letten we op bij eventuele aankoop?
Full spectrum lampen bezitten het ganse spectrum in de juiste verhoudingen, hebben een CRI waarde van minstens 92 (liefst hoger) en een Kelvin waarde van +/- 5500. Elke fabrikant gebruikt echter andere aanduidingen of nummers aangepast aan hun eigen gamma.zodat het moeilijk wordt hier een overzicht van te geven.
Succes er mee!
Eddy Noel
|