Laat ik maar beginnen met het belangrijkste: Ik wens iedereen het zelfde als wat ze mij wensen, dus hopelijk is het heel veel goeds, geluk, liefde, gezondheid en succes in 2008 en de jaren die hierop volgen. Heel belangrijk is in dit leven dat je anderen geen pijn doet, niet fysiek maar zeker ook mentaal niet, zet verder uw jaloersheid naar die ander opzij, en leef goed, vriendelijk, mooi, lief en begripvol. Ik probeer me altijd aan de volgende wijsheid te houden; Wat u niet wilt dat u geschied doe dat ook een ander niet. Verder wil ik iedereen die in onze sport tegenslagen heeft gehad in 2007 (ziekte van hun duiven of diefstal) extra veel wijsheid, gezondheid en succes wensen om er boven op te komen.
De laatste weken van 2007.
Waren erg druk, ik was te gast in Kampen (2x), Coevorden, Gorssel, Oude Wetering, De Heul, Echt, De Steeg, Zutphen (Bennie Schrijver) en bij diverse Duitse verenigingen. Wat me in Kampen opviel dat er zo veel jeugd bij betrokken was en de avonden zeer goed georganiseerd waren en dat er iets kwaliteit verschil onderling zat (qua duiven) tussen de beide verenigingen, dat het in Oude Wetering prachtig was om al die 1e Asduiven te mogen bezichtigen en vast te houden, dat het in de Steeg zeer goed georganiseerd was en al het geld (Gelderse kampioenendag) naar het goede doel ging, dat het in Gorssel en de Heul super was om voor vrienden (Peter, Ferry, Oscar, Aad, Wim, Albert) te mogen optreden en dat het in Echt net zo goed voelt als thuis. Een dat het in Coevorden heerlijk was om die afdeling 10 toppers te mogen aanschouwen. En dat we (Jaap Bakker en ondergetekende) bij Bennie Schrijver in Zutphen een onvergetelijke dag hadden.
Maar het belangrijkste van al die avondjes of middagen is toch de super sfeer die overal hangt, veel fanatieke jonge liefhebbers zitten op het puntje van hun stoel, vuren vragen op je af als een Winchester kogels en dat de duivensport echt niet dood is, hij leeft. Zie de prachtige foto gemaakt door Rudi Roesink.
Stukje nostalgie
U weet allen dat ik een ontzettende Janssen/Klak fan ben en dat ik bijna alle Janssen duiven en afstammelingen hiervan in de computer heb en dat mijn hart in mijn keel bonst als ik zo’n echte Janssen-Crack in mijn handen krijg.
Maar hoe kwam wijlen Jos van Limpt alias “De Klak” ook alweer aan zijn Janssen duiven? In 1928 kreeg de vader van Jos (Kees v. Limpt) de eerste duiven van Adriaan Janssen waar hij samen mee werkte op de sigaren fabriek te Reusel, Jos was toen 6 jaar oud (geboren 1922). Toen de 2e wereldoorlog uitbrak moesten alle duiven opgeruimd worden maar Kees hield toch stiekem 8 duiven door. In 1942 kwam Kees te overlijden en werden een maand later ook nog eens de 8 duiven in beslag genomen tijdens een inval. In oktober 1944 werd Reusel bevrijd en reeds Jos op 22 jarige leeftijd als de bliksem over de grens naar Arendonk om weer duiven te halen, en voor hem waren er in navolging van zijn vader geen betere dan die van Henri Janssen en zijn zoons. Vier duiven werden er gehaald en nog 2 bij Tist Eyssen. Met deze duiven begon Jos de kweken en te spelen en in 1948 werd hij voor de eerste keer kampioen van Reusel. En tot aan zijn dood in 2004 heeft Jos nooit andere duiven gehad en gewild dan de duiven van de gebroeders Janssen uit Arendonk (België). Tot ver in de jaren 90 haalde Jos rechtstreekse duiven bij de gebroeders, steeds uit de beste duiven. Ook haalde hij wel duiven uit de vossen aldaar als ze de kleur maar niet hadden, het mochten nooit roden of valen zijn. Enkele van de beroemdste Klakken waren: Vechter x Witpenneke, Jong Koppel, Marietje (al was dit een rechtstreekse Janssen uit de Witoger van 1965) en later natuurlijk de 613 (1989).
Hoe kregen de Borgmannen hun Klakduiven?
De gebroeders Borgmans waren neefjes van Jos (hun moeder en de vrouw van Jos zijn zussen), en Jos kon het uitermate goed vinden met deze twee knapen. Omstreeks 1957 kregen Janus en Herman hun eerste klakjes gratis en voor niets, later zouden er nog honderden volgen, maar ook andersom gingen er velen terug naar “ome” Jos. De beroemdste Borgmans duif van de beginjaren was ongetwijfeld “de Dikke duif” 64-1205046 die in haar stamboom 2 x de beroemde 20-Kweekdoffer had alsmede het beroemdste Klak koppel aller tijden Vechter x het Witpenneke. De laatste jaren zijn ze vooral beroemd om hun Rooirander, 03 en 25 en hun zeven(7) nationale overwinningen met dit soort.
Hoe kwam wijlen dr. Linssen aan zijn eerste Klakduiven?
Rond 1962 was Jos van Limpt vrij ernstig ziek en dr. Linssen was zijn “specialist” in het ziekenhuis, die contacten groeiden uit tot een zeer hechte vriendschap. Jos zou gezegd hebben; “Als u mij gezond maakt krijgt u van mij uit de besten” Al snel verhuisden jongen uit alle toppers van Reusel naar Helmond. Jongen uit o.a. Vechter x Witpenneke en de 20 Kweekdoffer. In 1964 kocht dr. Linssen er nog de Meeuw van v.d. Meulen bij, zette deze tegen de duivin Klak 87 (lijn vechter x witpenneke), en de helletrein kwam op stoom.
Hoe kwam wijlen Arnold Beute aan zijn eerste Klakduiven?
Rond 1963 was Arnold Beute een verwoed kweker en wereldkampioen van kromsnavels (parkieten) en had hij een voerhandel aan huis en bezorgdienst. Zijn eerste twee duiven waren van het klaksoort van Jan Oord en Chris v. Olpen (de kenners weten dat dit de 42 en de 17 waren), zij hadden hun klakken weer van Tinus Thijen(Castricum). Arnold Beute kocht in 1964 zijn eerste rechtstreekse klakken en werd met de 42 x 17 lijn en de jongen uit de rechtstreekse in 1965 al kampioen, in 1967 reeds 5e beste liefhebber WHZB. In de jaren 1971/1973 ruilden dr. Linssen en Beute een aantal duiven, Beute kreeg kleinkinderen van de Vechter 57-400174 en Linssen kreeg kleinkinderen van de Jonge Vechter 59-237300
Leuke dingen voor de mensen
Wat me deze week toch overkwam, ik zal het u vertellen. In Zwaagwesteinde spelen de beste liefhebbers (150 hokken) van de afdeling Friesland tegen elkaar op een vrij klein oppervlak. En alle liefhebbers van Noord Nederland kwamen daar regelmatig tezamen in het duivensportcentrum, voor hun voeding, bijproducten en gezellige duivenpraat. Jammer genoeg is dit centrum een tijdje geleden gesloten (reden mij onbekend), maar toen was daar Gabriëlla en haar broertje André die met een dier in het hart geboren zijn, en zij wilden graag op een andere plaats in Zwaagwesteinde zo’n centrum nieuw leven in blazen. Op de achtergrond hebben ze dan ook nog duivenkampioen Bindert Hoekstra (vriend van Gabriëlla), die meestal aanwezig is voor een praatje, informatie, systemen en een bakje koffie. Maar nu komt het leukste: De grote kampioen Wiecher Elzinga was gevraagd om het lintje door te knippen bij deze nieuwe duivensportzaak annex dierenwinkel aan de Voorstraat 89 en ondergetekende was gevraagd om een korte speech te houden, wat ik dan ook samen met Wiecher graag deed. Afgesproken werd dat we a.s. zomer regelmatig een middagje gaan vullen met duiven keuren en ouwehoeren op de eerste verdieping(koffiehoek), we zien elkaar.
En op dezelfde dag als de opening van het nieuwe duivensportcentrum kwam er een mooi pakketje bij me thuis met begeleidende brief. In het pakket zat een gigantische Noorse Zalm (gerookt) van Jan Mudde uit Krimpen a/d IJssel, hij genoot van mijn wekelijkse column en wilde mij eens laten genieten van zijn expertise; het zalmroken. Super, we waren er stil van. Bedankt Jan!
|