Olie. Een “hot” item lijkt het mij. Welke olie is goed en welke is de beste?? Heel veel vragen kregen we er onlangs over op de Beurs te Oostende. We kunnen dan meteen de vraag beantwoorden met een vraag.
Waarvoor moet ze dienen??
De juiste brandstof, m.a.w. het juiste voer kan tijdswinst opleveren, daar hadden we het al over. Dat gekoppeld aan de eerste en allerbelangrijkste vereiste, namelijk goede duiven, kan een verschil maken. Er zijn nog zo nog wel een paar dingen die wat tijdswinst op kunnen leveren. Olie bijvoorbeeld. Er zijn tal van soorten olie, zoveel zelfs dat in duivenland ook al wat dat betreft, we de bomen niet meer door het bos zien.
Schapenvet.
Het is allemaal zo een beetje begonnen met het schapenvet wat enkele sterk presterende noorderburen gebruiken. Schapenvet heeft voor wat het aanleveren van energie betreft het meest ideale vetzurenpatroon. De juiste verhoudingen van verzadigde, enkel- en meervoudige onverzadigde vetzuren zijn hier bepalend. Zoals elke medaille evenwel heeft ook deze een keerzijde. Duiven kunnen als graaneters namelijk maar een heel beperkte hoeveelheid dierlijke vetten opnemen. Het helpt dus geen zier je autotank te willen volstoppen met diesel als hij op benzine draait……
Soorten vetzuren
Vetten zijn opgebouwd uit vetzuren. Er zijn verzadigde vetzuren, enkelvoudige en meervoudig onverzadigde vetzuren. Het lichaam heeft verschillenden vetzuren nodig om goed te kunnen functioneren maar het steeds weerkerende probleem is dat we die in verkeerde verhoudingen in het voer terug vinden. Dat heeft zo zijn (negatieve) invloed op de conditie en algemene gezondheidstoestand
Omega 9
Is een enkelvoudig onverzadigd vetzuur. Het kan door het lichaam zelf aangemaakt worden
Omega 6 (linolzuur)
Is een meervoudig onverzadigd vetzuur. Aangezien onze duiven graaneters zijn, zijn de vetten die onze duiven opnemen voor 100 percent plantaardig. Die plantaardige vetten zijn een bron van omega 6 vetzuren. Op zichzelf zijn omega 6 vetzuren niet slecht. Wel de verkeerde verhoudingen tussen omega 3 en 6 zijn nefast. Een teveel aan omega 6 vetzuren is zeer ongezond in die zin dat het er in aanwezige arachidonzuur een ongewenste ontstekingsbevorderende werking heeft. Dat kunnen we best missen zult u wel begrijpen. Het toevoegen van omega 6 als voedingssupplementen is dus af te raden. Omega 3
Een essentieel vetzuur, een vetzuur wat het lichaam dus niet zelf aan kan maken, namelijk het meervoudige onverzadigde omega 3 (alfa linoleenzuur) zit in absoluut onvoldoende mate in het voer.
Dat meervoudig onverzadigd omega 3 vetzuur vinden we hoofdzakelijk terug in vette vis. EPA (eicosapentaeenzuur) en DHA (docosahexaeenzuur) Zoals eerder aangehaald echter kan het duivenlichaam amper een zeer beperkte hoeveelheid dierlijke vetten opnemen.
De voor ons duivenliefhebbers belangrijkste bron van omega 3 is het plantaardige omega 3 vetzuur uit lijnzaadolie. Het werkt vooral:
- ontstekingsremmend
- het bevordert de hersenfuncties
- het concentratievermogen
- het immuunsysteem en
- de vruchtbaarheid
De verhoudingen
Aan te raden is de balans tussen omega 3 en omega 6 te verbeteren door extra omega 3 als supplement te gebruiken maar tegelijkertijd de hoeveelheid omega 6 terug te schroeven.
Omega 3 toevoegen kunnen we door lijnzaadolie te gebruiken. De verhouding omega 3–6 daarvan is +/- 5 delen omega 3 tegenover 1 deel omega 6. Je kiest bij voorkeur voor een olie van eerste koude persing die je bewaart in een donkere fles. Daarvan kan je rustig dagelijks in die mate wat onder het voer mengen dat het er net glanzend uit gaat zien
Om vervolgens de verhoudingen nog te verbeteren zullen we het aandeel omega 6 moeten verlagen. Dat kunnen we enkel en alleen bewerkstelligen door de keuze van de granen en zaden in onze mengeling aan te passen.
Te mijden, of alleszins toch overmatig gebruik ervan zijn bijvoorbeeld zonnepitten. De verhouding omega 3-6 ervan is 1-630!!! Cardy bijvoorbeeld heeft zelfs een verhouding van 1-740!!! U begrijpt vast dat zoiets geheel niet bij te sturen is door een beetje lijnzaadolie over het voer te doen. Er is meer voor nodig om tot de aanbevolen verhouding van 1deel omega 3 tot 2 delen omega 6 te komen. Het gebruik van granen en zaden met een goeie omega 3-6 verhouding zoals bijvoorbeeld raapzaad, koolzaad, kempzaad getoaste soja enz.brengen ons al een flink stuk op weg.
Een groot deel mengelingen op de markt hebben een verhouding die tussen 30 tot wel 72 (!) omega 6 tegenover 1 omega 3 zit. Zoveel olie om tot de verhouding 2-1 te komen kan je niet over het voer doen uiteraard. Het zou olie met voer worden in de plaats van voer met olie. Er zijn evenwel handelsmengelingen met verhoudingen die liggen tussen 4 en pakweg 10 tegen 1. Voegen we daar de olie nog bij aan toe komen we al een heel end in de goeie richting.
Geheel “perfect” kan het niet maar je kan echt héééééééél aardig in de buurt komen en dat merk je zelfs na een paar dagen al geheel goed aan de duiven. Aalglad komen ze er bij te zitten, steeds in optimale conditie, levendig, mooi roze met extra zacht aanvoelende pluimen en trainen en vliegen doen ze met veel plezier of niet dan J.?
Gezondheid <-> Brandstof We kunnen de specifieke omega 3 olie dus in eerste instantie gebruiken om de onderliggende verhouding 3-6 te optimaliseren. Dat komt de algemene conditie en gezondheid ten goede. Als brandstof voor de vluchten komen we er echter niet echt veel verder mee. Toch zeker niet als er meerdere uren in moeilijke omstandigheden dient gevlogen. Vetten vormen zoals we weten de hoofdmoot van de brandstof voor onderweg. Voor wat het leveren van extra energie voor de vluchten betreft moeten we dus op zoek naar een andere en betere oplossing.
Kort, bondig en makkelijk uitgelegd.
Je maakt de kachel aan met een aanmaakblokje. Vervolgens gaan er niet te grote stukken hout op. Die gaan makkelijk in brand en branden vrij hevig. Dikkere tot hele dikke stukken branden respectievelijk minder hard maar veel langer. Onze olie voor de vluchten die de extra energie aan moet leveren zal dus de gulden middenweg in de verschillende soorten vetzuren moeten vinden tussen voldoende hevig en toch lang genoeg branden.
Er zijn de verschillende soorten vetzuren met elk hun specifieke structuur en eigenschappen. De aantallen koolstofverbindingen en de aantallen verschillende vetzuren eraan verbonden zijn voor elke olie weer anders. Het komt er min of meer op aan door verschillende soorten olie samen te voegen, een zo gevarieerd en uitgebreid mogelijke samenstelling van vetzuren te verkrijgen die de reserves van brandstof voor onderweg zullen vormen. We houden er daarbij natuurlijk rekening mee dat we het positieve aandeel omega 3 niet uit het oog verliezen! In een volgende bijdrage moeten we het misschien maar eens hebben over het samenstellen van een olie die we voor de vluchten kunnen gebruiken. Dit zou ons hier te ver leiden
Lecithine
Lecithine is een bruine pasta-achtige substantie die gebruikt wordt als emulgator en meestal uit soja gewonnen wordt. Doen we bij voorbeeld olie in een glas water zullen we zien dat de olie boven komt drijven. Het water en de olie zijn niet te mengen. Voegen we evenwel lecithine er aan toe lukt dat wel. Sojalecithine is dus een emulgator of een molecule waarvan de ene helft in vet oplost en de andere in water.
Duiven kunnen vetten maar beperkt opnemen. Dat komt omdat ze geen galblaas hebben. Om die opname te verbeteren kunnen we lecithine aan de olie toevoegen. Die zal er voor zorgen dat de duif niet alleen makkelijker maar vooral meer vetten op kan nemen. Die lecithine heeft trouwens nog een paar andere voordelen.
Soyabonen Getoaste soyabonen
Eigenschappen van Lecithine
Lecithine verbetert de vertering en het transport van vetten. Het helpt met andere woorden vetten in het lichaam af te breken en zorgt op die manier voor het sneller omzetten van lichaamsvetten in energie. Dat is handig meegenomen wetende dat onze duiven vet als brandstof verbruiken tijdens het vliegen. Om die reden is het ook een aanrader om duiven die met overgewicht de winter uitkomen makkelijker hun overtollige vetreserves te laten verbranden.
Tussen twee vluchten door zorgt lecithine er voor dat de vetreserves sneller weer aangevuld en opgebouwd worden. Geven we het op het eind van de week voor vitessevluchten zorgt de lecithine er voor dat we een grotere hoeveelheid glycogeen, dus directe en makkelijk beschikbare energie in de lever, het bloed en de spieren kunnen opbouwen. Glycogeen zit in de spieren onder de vorm van minuscule vetdruppeltjes. De lecithine zorgt daar voor wat extra’s en dat kunnen we voelen. De spieren zijn iets meer opgeblazen als het ware, er staat meer spanning op. Door die extra energie trainen ze ook beter. Verschillende testen en proeven hebben uitgewezen dat Lecithine eveneens het geheugen en het leervermogen verbetert. Dat is de reden waarom het gebruik ervan aanbevolen wordt aan studenten tijdens de examenperiode. Zoals we weten vliegen onze duiven deels op oriëntatie en deels op herkenning. Ook daar dus kan de gunstige werking van lecithine op de hersencellen ons voordeel opleveren.
Lecithine vermindert de toxiciteit van talrijke gifstoffen in het lichaam en het vergroot de synthese van hormonen. Zo verhogen bijvoorbeeld lecithine en choline de aanmaak van groeihormoon.
Gebruik van Lecithine
De lijnzaadolie mengen we met lecithine in een verhouding van ongeveer 1:3 tot 1:5 (waar de 1 staat voor 1 deel lecithine tot 3-5 delen lijnzaadolie). Gebruiken we dat voor en tijdens de kweek zorgt die combinatie er voor dat de jongen in perfecte conditie kunnen opgroeien. Proeven bij diverse diersoorten hebben trouwens kunnen aantonen dat dieren die in voldoende mate omega 3 in de voeding toegediend kregen intelligenter waren en men ze veel makkelijker iets aan konden leren. Zowel vloeibare lecithine als lecithine korrels zijn verkrijgbaar in de reform of natuurwinkel.
Kropmelk
In antwoord op een vraag naar aanleiding van ons vorig artikel over ruw en benutbaar eiwit nog even het volgende: Kropmelk heeft een extreem hoge voedingswaarde. Juist om die reden groeien de jongen zo snel. Ze bevat +/- 18 percent benutbaar eiwit en goed 12 percent vetstof. Vanaf de 5e dag echter schakelen de jongen over van kropmelk op het gewone voer en dat kan al es zorgen voor natte plekken rondom de nestpannen door spuitende jongen.
Waar de kropmelk 18 percent benutbaar eiwit bevat, bevat een gemiddelde kweekmengeling niet eens die 18 percent in ruw eiwit. Die eiwitbron bestaat dan nog hoofdzakelijk uit erwten en peulen en dat komt amper neer op goed gerekend en geteld maximaal 8 percent opneembaar eiwit. Dat is een immens verschil en daar heeft het jonge duivenfabriekje het behoorlijk moeilijk mee. Gebruiken we een mengeling met minder erwten en vervangen we die erwten door vetrijke granen en zaden zal dat de overgang voor de jonge diertjes veel makkelijker maken wegens 1) minder afvalstoffen en 2) meer bouwstoffen. Dat is bovendien nog veel beter voor de ouderdieren ook.
Het is absoluut de moeite waard het te proberen!! Als ze zeggen dat iets de moeite waard is betekent dat evenwel meteen ook dat ge er soms al wel es wat moeite moet voor doen...
Succes ermee
Eddy Noel
|