Aan het begin van een nieuw jaar wensen we elkaar over het algemeen veel gezondheid en geluk toe en wordt er over allerlei zaken als bijvoorbeeld, werk, relatie, hobby en sport gesproken over nieuwe kansen. Maar biedt een nieuw jaar ook werkelijk nieuwe kansen? Een simpele vraag. Maar wat is hierop het antwoord. Dat is niet zo gemakkelijk. Als we het betrekken op het spel met de duiven, dan kunnen we concluderen dat het een echte sport is. Het hangt van hoop en teleurstelling en alles wat hier tussen valt aan elkaar. Een antwoord op de vraag in de titel wordt door iedereen verschillend beantwoord en dat is maar goed ook, want anders liep onze sport nog harder terug, dan hij nu al doet.
In de ongeveer 20 jaar dat ik met de duiven bezig ben, heb ik al vele verhalen gehoord over nieuwe kansen. Als jeugdlid kreeg ik o.a. vaak te horen dat iedereen weer op nul begon, als het seizoen met de jonge duiven begon bijvoorbeeld. Met de oude duiven was het helaas geen succes geworden, maar met de jonge duiven had iedereen evenveel kansen en was van tevoren niet te bepalen wie kampioen zou spelen. Dit gold ook voor de nalijnvluchten en zelfs de tentoonstelling in het stille seizoen gaf weer hoop. En dat is nu het mooie en de kracht van onze sport.
Toch moeten we reëel zijn. Een nieuw jaar biedt niet voor iedereen nieuwe kansen. Wel hoop, maar niet altijd glorie. Ook dit jaar zullen er weer veel liefhebbers met goede moed aan het seizoen beginnen en misschien al wel na een aantal weken minder tevreden of zelfs teleurgesteld zijn. Dit, omdat de kweek of de eerste vluchten in het voorjaar niet naar verwachting is/zijn verlopen. En eigenlijk is het heel normaal dat in een sport teleurgestelde mensen zijn. Hennie Huisman zei vroeger in de soundmixshow al, dat er maar een de winnaar kan zijn.
Die nieuwe kansen zullen we zelf moeten aangrijpen. Het komt absoluut niet aangewaaid. Ik ben ervan overtuigd, dat we veel zelf in onze handen hebben of eruit laten glippen. Het begint mijns inziens met de doelstellingen. Deze moeten haalbaar zijn. Als je het afgelopen seizoen geen enkele eerste prijs hebt gespeeld in je vereniging, dan moet je niet tot doel hebben er komend seizoen tien te behalen. Laten we eens beginnen met een of twee. Als je afgelopen jaar zevende generaal kampioen bent geworden met een straatlengte achterstand op de 1e kampioen, is het niet reëel om te denken dat je dit jaar wel even de kampioen voor zal blijven.
Verder is het niet slim om je te meten met megahokken of topspelers als je bijv. bescheiden behuisd bent, in een week nog niet zoveel tijd aan je hobby kan besteden als zij in een dag aan hun sport en dan hebben we het al helemaal niet over de financiële middelen. Dit alles om teleurstelling te voorkomen.
Nieuwe kansen optimaliseren betekent ook zo min mogelijk fouten maken of ze in ieder geval proberen uit te sluiten. Houdt zoveel duiven als je kunt onthouden, bijhouden en verzorgen. Kwaliteit gaat boven kwantiteit. Het is niet erg dat er een broedbak leegstaat, integendeel. Een ideale motivatiebak voor komend jaar.
Zorg dat de duiven gezond aan ieder seizoen van het jaar beginnen. We hebben gespecialiseerde veeartsen voldoende. Ik lees en schrijf ook de nodige reportages en hoor dat veeartsen weinig aan hen verdienen, maar ik ben van mening dat je als niet kenner op het gebied van de gezondheid beter een keer naar de dierenarts kunt gaan om je duiven voor het vliegseizoen bijv. te laten controleren, dan dat je na vier teleurstellende vluchten naar de dierenarts gaat, die dan constateert dat de duiven een ziekte onder de leden hebben. Volgens mij kost dit dubbel geld.
Probeer fouten van het hok uit te sluiten. Kijk eens goed rond op hokken van liefhebbers die veel beter presteren dan jij. Vraag naar de beweegredenen waarom het hok zo is ingericht of de verluchting zo is uitgevoerd, controleer de eigen situatie en pas evt. “fouten” aan op het eigen hok.
Ook op het gebied van de verzorging moeten we een duidelijke weg kiezen. De duif moet zich aanpassen aan de liefhebber en niet andersom. Er zijn vele wegen die naar succes leiden, maar opvallend vind ik wel, dat er voor een systeem wordt gekozen op de betere hokken, dat men met volharding volgt. Niet de ene week product A en de andere week product B. Niet de ene dag om 7 uur de weduwnaars los en de dag erop om 10 uur. Niet de ene week volle bak vlieg en de week erop zuivering. Kies voor regelmaat. Verander niet als het een week niet gaat, maar zet door. Ik zeg wel eens, het maakt niet uit wat je doet, als je maar elke week hetzelfde doet. Als de duiven gezond zijn en ze hebben voldoende kwaliteit, dan komt bij ieder systeem een duif naar voren die boven de rest uitsteekt.
Probeer ook een soort van mentor te krijgen. Ondanks dat duivensport een vrij egoïstische sport is, zijn er gelukkig ook voldoende goede liefhebbers bij wie je terecht kunt voor raad en daad. Persoonlijk hebben wij ook een of twee van deze mensen. Niemand heeft de wijsheid in pacht, ik zeker niet. Door de jaren heen krijgt iedereen meer ervaring, maar soms is het ook erg prettig dat je met een probleem of vraag ergens terecht kunt, of dat iemand anders een objectief naar jouw handelswijze of duiven komt kijken.
Tenslotte is het ook van belang om kritisch te zijn op het eigen duivenbestand. Stel vooraf een doel en beoordeel daar je duiven op. Bij de ene liefhebber is dit 25 procent prijs, bij een andere misschien wel 70. Het maakt niet uit, als je je er maar aan houdt en ieder jaar probeert de lat iets hoger te leggen. Kijk niet naar stamboom of prestaties van een halfbroer of zus. De duif zelf moet of naar behoren presteren of zijn kinderen, anders dient hij te worden verwijderd. Probeer aan versterking te komen door middel van aanschaf van een bonnetje of een koppel late jongen. Blijf hiervoor in eigen streek, je weet wie daar goed speelt. De verhalen dat dit niet veel hoeft te kosten zijn helaas niet altijd waar, maar het hoeven ook niet meteen 10 duiven te zijn die je aanschaft. De aanschaf moet bij je portemonnee passen.
En dan nog lukt het de ene liefhebber wel om kampioen te spelen en de andere niet. Welk systeem men ook toepast, welke vluchtlijn men ook hanteert, het zijn vaak dezelfde liefhebbers die op het eind van het jaar op het podium staan. Is dit demotiverend bedoeld. Absoluut niet, verre van. Voor mij en hopelijk ook voor u is het een motivatie om er nog harder tegenaan te gaan en te proberen de grote eens voor te blijven. Uit eigen ervaring weet ik inmiddels, dat dit ook met een redelijk klein duivenbestand en beperkte middelen en tijd af en toe mogelijk is. Het zou geweldig zijn als iedereen dat in 2008 een keer mag ervaren.
|