Onze jonge duiven zijn steeds een wissel op de toekomst. Het goed lukken van de kweek daarvan bepaalt de kwaliteit van onze jongen, vervolgens jaarlingen, oude duiven en uiteindelijk het totaal evolueren van onze duivenkolonie. Een goede start is dus onontbeerlijk. Het spreekt voor zich dat de ouderdieren in optimale conditie moeten zijn en zo moeten we ze ook houden.
Zonder mankementen
Met tussendoor wat lecithine olie over het voer, te pas en te onpas wat probiotica door het drinkwater en zowat 5 à 6 voederbeurten per dag zorgen we er voor dat ze zonder noemenswaardige problemen uitgroeien tot gezonde jonge duifje. Eens geringd wordt het voer verstrekt in potjes in de woonbakken. Ze zien dan de ouders eten en eens wat groter hebben ze al vlug de neiging zelf wat te gaan pikken hier en daar. Jong geleerd is oude gedaan zegt het spreekwoord en als het echt niet kouder wordt komt dat nog goed uit ook. De ouderdieren zijn al vlug geneigd aan een nieuw nest te gaan beginnen en niet dat ze de jongen dan uit het oog zouden verliezen, maar het scheelt toch. Jongen die al flink mee eten hebben bovendien ook minder last van het "dipje" waar ze toch in terechtkomen nadat ze gespeend zijn.
Spenen
We spenen dat jong grut op een dikke laag houtkrullen. Zitten ze lekker warm en droog op. We moeten er alleen nog over waken dat ze de drinkpan leren kennen en gebruiken en dus op tijd en stond gaan drinken. We zetten er twee op het hok plus nog hier en daar een open potje waar we drinken in gieten en er eveneens wat graantje in kieperen. ´t Moet misschien niet persé allemaal maar kom, ze zijn nog flink in de opgroei en elk mankementje daarin willen we voorkomen. Zit er dan echt een domoor tussen die het niet snappen wil mag die al rustig vertrekken. De meeste van die jonge vogels zullen het immers nooit tot echte toppers schoppen en als het dan net die zou moeten zijn....
Voer
Het voer blijft onveranderd het premium kweekvoer van Matador gemengd met Turbo Energie. Waarom? In korte woorden komt het er op neer dat het voer zo is samengesteld dat het erg veel benutbare eiwitstoffen bevat en daar uitvolgend dus veel minder ballaststoffen wat zowel voor de jongen als de ouderdieren merkelijk beter is Ook nadat ze gespeend zijn blijven ze dat eten en dat steeds in die hoeveelheid dat er ten allen tijde voer beschikbaar is.
Hoeft het zo? Uitgroeien moeten ze doen, dat is zeker en daarvoor hebben ze de benodigde bouwstoffen nodig, doch eens ze in de bakjes zitten en hun eerste pasje op de plank en het dak maken worden ze al gauw eerder wat aan de te vette kant door zoveel "goed" voer. Op dat ogenblik hangt het er van af wat je wil gaan spelen en hoe je het seizoen voor die jonge garde in wil gaan delen om je strategie verder te bepalen.
De cyclus
Jonge duiven volgen een welbepaalde cyclus en daar maken of proberen we "gebruik" van te maken net zodanig dat ze volop graag vliegen en trainen en trekken op het ogenblik dat de vluchten er aan komen die we voor hen op het oog hebben. Vanaf het ogenblik dat we het voer lichter maken door er bijvoorbeeld gerst of paddy, m.a.w. er meer ruwe celstof aan toevoegen gaan die jongen makkelijker op de vleugels. Doen ze dat voor zowat een uurtje zorgen we er voor dat we terug het vetgehalte in het voer omhoog brengen, wat er dan weer voor gaat zorgen dat het uurtje er makkelijk twee of meer worden. We maken dus gebruik van de wisselwerking koolhydraten-vetzuren-vetten en op die manier kunnen we makkelijk de trainingen sturen.
De juiste tijd
De jongen worden gespeend tegen zowat eind januari en als we er van uitgaan dat de eerste vitessevluchten er begin mei aankomen is het totaal zinloos ze eind februari al een uur in de lucht te hebben staan. Tegen de tijd van opleren en spelen zal de cyclus van omgeving verkennen en "trekken" al grotendeels voorbij zijn en heel vaak zullen de jonkies tegen dan met geen stokken meer van het dak te branden zijn. Niet vliegen en trainen betekent geen goede prestaties en aangezien we met onze duifjes competitie vliegen komt het net daar op aan.
 Euh?? Trainen we niet vandaag dan??
De training en de opbouw ervan.
In gelijk welke sport heden ten dage wordt getraind volgens een weluitgekiend plan om net in de voorzien periode of voor een bepaalde wedstrijd een piek te kunnen inbouwen. Dat is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan. Een allereerste vereiste is een meer dan degelijke basisconditie. Het is een fabeltje te geloven dat de kracht van een atleet verscholen zit in de spieren en dat is al zeker niet zo voor duursporten. Formule één wagens hebben een zeer lichte carrosserie maar daar zit wel een zware motor in verscholen. Die motor bij atleten is het hart. Het hart pompt het bloed rond en zorgt op die manier voor voldoende zuurstof en voedingstoffen in de spieren. Net dat, en alleen dat bepaalt hoe lang en snel een duif kan vliegen. Hoe beter de zuurstof en voedingstoevoer, des te beter het gehele fabriekje werken kan.
Morgen deel 2 op de site!
Eddy Noel
|