30 januari 2008. Bij, laat ik hem Jan noemen, en mij was het weer hetzelfde liedje. Eerst iets over Jan. Die heeft kwaliteit op de hokken maar speelt hij verre van goed. Amper 50% prijs is voor iemand met goede duiven immers te weinig.
Nu ken ik grote namen die evenmin aan 50% prijs komen maar die weten dat handig te verdoezelen door met de massa te spelen. Voor hen die uitslagen kunnen lezen vallen ze weliswaar genadeloos door de mand maar weinigen kunnen uitslagen lezen.
Daarvoor heb je de VOLLEDIGE uitslagen nodig (wie hebben die over alle samenspelen?) en die komen evenmin in de krant of op internet. Daarin lees je enkel over de vroegste prijswinnaars maar dat zegt bar weinig.
MISLEIDEND
Ik geef een voorbeeld. Neem nu zo’n massa inkorver die 100 duiven speelt, 38 prijzen wint waarvan 10 ‘kop’. Dat noemen ze goed. En 10 kopprijzen? Zeg nu zelf dat valt nog op ook. Ik noem ‘100’ omdat dat precies 10 maal zo veel is als waarmee Jan speelt.
Als die van zijn 10 duiven 4 prijzen wint waarvan 2 aan de kop is dat getalsmatig beter dan die kampioen met 100 duiven maar met 4 prijzen waarvan 2 ‘kop’ val je niet op en… Jan vindt dat ook niet goed spelen.
Sommige massa inkorvers kijken nog neer ook naar de man met de kleine korf die in feite beter is maar dat terzijde.
Wat Jan zijn probleem is? Als je goede hebt zoals hij en die laten je in de steek als het op vliegen aankomt moet je niet ver zoeken: dan heb je de vorm niet op het hok.
En zijn duiven hebben in de zomer NOOIT vorm.
DIE KOPPEN
Hij klaagt dan steen en been en altijd weer over ‘de koppen’. Hij heeft getimmerd en vertimmerd.
- Meer glas, minder glas. - Plafonds dicht, plafonds open. - Ramen dicht, ramen open.
Maar het was allemaal even weinig ‘gekort’ als de talloze medicijnen die hij al uitprobeerde van verschillende dierenartsen.
Zoals gezegd is het elk jaar na enkele vluchten hetzelfde liedje. De duiven trainen amper, zitten stil op het dak (dat is dodelijk voor weduwnaars) en pluizen, krabben en niezen; enfin men kent dat, of… hopelijk voor U, liever niet. En bij Jan ZIJN het inderdaad de koppen.
Diverse keren zag ik zijn duiven als het weer zo ver was (dat was na een maand spel, daar kon je de klok op zetten) en de duiven zagen er inderdaad niet uit. Nekken te rul, opstaande pluimen aan de oren, kelen te rood, pluimen te droog. En bijna iedereen die bij hem duiven haalt slaagt mee.
Daarom durfde ik zeggen dat hij goede heeft.
OMGEKEERD
Hoe anders echter is het in de winter. Als ik dit schrijf komen zijn jongen buiten, bij die van mij (enkele dagen eerder gekoppeld!) duurt dat nog enkele dagen. In de winter gaat het bij mij trouwens nooit als bij velen. Twintig koppels en binnen 10 dagen 44 eieren?
Dat is me nog nooit gelukt. De conditie is dan minder wat je vroeger goed zag bij tentoonstellingen. Mijn duiven kon je er bijna uithalen vanwege minder vorm. Maar zonder dat ik iets bijzonders doe haal je ze in het voorjaar ook zo uit de mand, nu vanwege net iets meer vorm dan de meeste.
In december ben ik er nog mee naar dat huis langs de spoorweg in Tielen geweest en kreeg te horen wat ik vermoedde: aan de duiven mankeerde niets.
VERSCHIL
Jan heeft dus GROTE problemen als er gevlogen wordt, ik KLEINE in de winter. En staan we in duivensport vaak voor raadsels, hier is de verklaring zo klaar als een klontje. Het verschil zit hem in de manier waarop we duiven houden. Bij mij gaan de duiven in de winter los, weer of geen weer, en het moet wel heel slecht zijn wil ik de ramen (ook ’s nachts) sluiten.
Gevolg? Op de hokken is het kil en meestal vochtig. Er wordt niet VOOR gekoppeld en zelfs niet gelicht voor het samen zetten van de koppels. Ik ondervond dat lichten goed is maar niet echt nodig. De duiven komen even goed met eieren, alleen enkele dagen later.
Hebberechts Evergem kende sensationale successen op dit zolderhok. Let op de verluchting! Het konden de hokken van de Janssens zijn. Mensen peinzen zich suf over verluchting, isolatie enzovoorts want een hok moet goed zijn. Dat kan echter op verschillende wijzen. Dat van wijlen Albert Marcelis was dicht, op dit ouderwets zolderhok schitterde vader Hebberechts. Geen kunstmatige ventilatie, geen isolatie, maar kennelijk wel een goed hok.
JAN
Jan echter houdt in de winter de hokken angstvallig dicht en 10 dagen voor er gekoppeld wordt gaan de lampen en verwarmingsplaten aan. Je kan niet geloven hoe de duiven er op reageren en daarom dus zo veel vlotter met eieren komen.
De verschillen zijn helemaal groot als de duiven voor de tweede keer leggen. Die van hem, dus enkele dagen NA die van mij gekoppeld, leggen ongeveer 2 weken VOOR die van mij opnieuw.
Vooral die vlotte tweede leg met soms nog tamelijk kleine jongen in het nest wijst op vorm die meestal het gevolg is van een aangenaam goed hok. Vergelijk dat met de zomer. Dan is het ook aangenamer en zitten de doffers weer achter hun duivin aan als de jongen amper geringd zijn.
VERDER
Verder zij vermeld dat we ook in april anders handelen. Bij mij gaan de hokken dan dicht, bij hem gaan ze open omdat het dan minder koud is en de duiven niet meer verwend hoeven worden zegt hij. En dat verwennen in de winter is nu juist waar zijn schoentje wringt.
Over ‘lichten’ tot slot nog dit: Ik kaartte het aan met de dierenarts in Tielen. Ik zei het een nadeel te vinden omdat de lampen ook eens uit moeten.
En dan moet je er bij zijn of het is vragen om duiven die in de verkeerde bak vliegen of eieren waarop niet meer gebroed wordt als van het ene moment op het andere de dagen kunstmatig ingekort worden.
Fernand snapte wat ik bedoelde en had een oplossing die van een ontnuchterende eenvoud was: ‘Lichten is goed maar dat hoeft niet ’s avonds. Je kan ’s morgens rond 5.00 uur de lampen middels een klok aan laten springen en de dag op een natuurlijke wijze geleidelijk laten eindigen.
Inderdaad. Soms zijn dingen te eenvoudig om er op te komen. Wat me duidelijker werd naarmate ik langer duiven speel is het enorme belang van een goed hok klimaat. Zowel voor de kweek als voor het vliegen.
EENVOUDIG
Dus is het voor mij heel eenvoudig de duiven in de winter beter in vorm te hebben en de kweek vlotter te laten verlopen. Ik vrees echter dat ik daarvoor in de zomer een prijs moet betalen.
Zoals Jan.
© Ad Schaerlaeckens
|