Soms schrijf ik dat de ‘Beste duif van Nederland of Belgie’ nog niet betekent de ‘Beste duif van Nederland of Belgie’. Het omgekeerde is ook waar. Als je bepaalde duiven of namen niet ziet bij WHZB of andere Nationale competities zoals die van kranten wil dat niet zeggen dat die een minder jaar hadden of niet goed waren.
Hiervoor zijn veel redenen op te sommen, een van de belangrijkste is dat de kracht van de concurrentie zo kan verschillen van de ene streek tot de andere. Nog een reden is dat de liefhebbers zelf hun resultaten in moeten zenden en niet iedereen doet dat.
BLUE CHAMPAGNE
Een mooi voorbeeld is B-04-4367234 (‘Blue champagne’) van Antoine de Graeve, in 2007 een spektakelduif op de vitesse met volgende uitslagen.
- 738 duiven - 6
- 1,085 duiven - 2
- 877 duiven - 1
- 1,277 duiven - 2
- 1,108 duiven - 1
- 477 duiven - 1
- 301 duiven - 1
- 313 duiven - 1
Voor het Nationale Kampioenschap Vitesse in Belgie kwamen deze 8 resultaten neer op een coefficient van 2.86 punten wat een straat vooruit was op de rest van duivenminnend Belgie.
Daarmee werd ‘Blue Champaign’ niet alleen Nationale Asduif 2007 maar voor zover ik weet deed in Belgie nooit een duif beter. En weet U wat? Zonder de ‘Pipa boys’ zou nooit iemand van deze ‘beste duif ooit’ gehoord hebben.
U moet namelijk weten dat de Graeve in de buurt woont, zij kochten de duif en toen ze hoorden dat de baas diens resultaten nooit in zond voor provinciale of nationale kampioenschappen haalden Nik en Thomas hem over dat dit keer wel te doen en zo gebeurde.
GELUK?
Het fantastische weer dat we hadden in het voorjaar van 2007 droeg zeker bij tot het extreme lage coefficient van ‘Blue Champaign’. Heel de maand april was helder, warm met noordenwind en het is zulk weer dat de echte supers in staat stelt hun klasse te etaleren.
Deze witoger werd nog handmatig geklokt, wat meestal een nadeel is omdat het tijd kost, maar in dit geval was het zeker GEEN nadeel.
U moet weten dat hij 3 keer tegelijk met een broer arriveerde en een keer met een halfbroer en De Graeve was wel zo slim telkens zijn super eerst te klokken omdat daar geld op was gepould. Bij elektronisch klokken heb je zulke dingen niet in de hand, bij handmatig klokken letterlijk wel.
De vader was een doffer van 1998 die zelf niet minder dan 12 eerste had gewonnen, de moeder een duivin van 2003. De bloedlijn van ‘Blue Champaign’ gaat terug naar het oude soort de Baere, Romain Legiest en Mattheeuws.
INTERESSANT
- De liefhebbers in de buurt staan met de mond open als ze de weduwnaars van De Graeve zien trainen. Als helleduivels. Maar meteen dat ze de baas zien stuiken ze omlaag het hok in zoals ze na de vlucht doen. Dan flitsen ze dermate snel binnen dat de letters soms niet eens kunnen zien wat voor kleur duif het betreft.
- Duivinnen worden voor het vertrek altijd getoond.
- Zowel oude als jonge duiven krijgen licht verteerbaar voer.
- Hij speelt maximaal 15 weduwnaars. Door weinig duiven door te houden verplicht je jezelf tot streng selecteren en… krijg je minder duiven op de hokken. Volgens hem is dat een van de sleutels tot zijn successen.
Dunbevolkte hokken betekent veel zuurstof en het is hier dat velen in de fout gaan. Na een goed jaar gaat men meer duiven houden, de hokken komen voller te zitten en oops, de successen gaan even snel als ze kwamen; met meer duiven worden minder prijzen gewonnen dan met weinig duiven voorheen.
- Als je zo goed speelt als de Graeve wordt natuurlijk geroddeld en probeert men vooral een medische link te leggen. De kweker van ‘Blue Champaign’ treedt echter alleen op als duiven iets mankeren, dat is hoogst sporadisch het geval, en zeIfs heeft hij de laatste 2 seizoenen niet tegen geel gekuurd.
Probleem is dat weinigen hem geloven maar dat is meer een probleem van de disbelievers dan van hem glimlacht hij.
© Ad Schaerlaeckens
|