Het leven zoals het er de dag van vandaag uitziet is helemaal anders dan pakweg 20 of zeg zelfs nog maar 10 jaar terug. 30-40 jaar geleden lag de lat in onze sport zo goed als voor iedereen gelijk. Er werd gewerkt van maandag tot vrijdag en in vele gevallen ook nog op zaterdag. De beschikbare tijd voor de verzorging was beperkt. De duiven kregen wat voer op tijd en stond, op zaterdag gingen er een paar de mand in voor het wekelijkse vertier en plezier op zondagmorgen en dan was ’t al rap weer maandag. In iedere straat had je wel een paar, ja zelfs meerdere duivenmelkers, want veel anders dan voetbal en koers was er niet.
Nonkel Gentil
Ik weet nog dat ik bij nonkel Gentil als kleine snaak ging “letten”. Met ganse pakken en met ganse kladden duiven trokken er toen nog over. Dat op zich was al een belevenis! Veel letters ook steeds want nonkel Gentil zaliger was ne “goeie melker”. Bij de eersten die doorgingen waren er steevast al een paar voor hem bij, en daar misschien toch al een klein verschilleke. Nonkel Gentil was boer en dus de ganse dag aan huis. Eigen gekweekte maïs, tarwe en gerst van beste kwaliteit kregen de duivekes, ze dronken al es aan de plassen van de mesthoop en vooruit met de geit. De selectie was bikkelhard maar eerlijk. Geen geknoei, gerommel of gefoefel aan die pluimenbollen. In die tijd ging niets verloren en wat niet kwam of het niet kon werd simpelweg netjes doodgemaakt, gepluimd, en opgegeten. Naar de veearts?? Met een duif?? Ben je helemaal gek geworden dan?? Enkel en alleen duiven met een natuurlijke vitaliteit en gezondheid bleven over. Er was geen andere keuze, niet één alternatief.
De “vooruitgang”
Toen waren er een paar liefhebbers die niet alleen weet hadden van trichomonas maar eveneens wisten wat ze er aan konden doen. Die maakten het “schoon weer” op het uitslagenblad. Waren die duiven dan ineens beter? Kwalitatief misschien niet echt maar ze waren wel beter in orde en konden zo het verschil maken. Na x–aantal jaren werd dat gemeen goed en lag de lat +/- alweer voor iedereen gelijk, maar bon, hoe de lat ook ligt, steeds zijn er 5 percent duivenmelkers en 95 percent duivenliefhebbers. Hier en daar verhuist er al eens een enkeling van het ene naar het ander kamp maar om een lang verhaal kort te maken, momenteel is het zo dat iedereen de gelegenheid heeft een gespecialiseerd veearts te consulteren. Het is ook zo dat iedereen wel de mogelijkheid heeft betere duifjes aan te schaffen. So far so good evenwel.
Betere duiven, tot daar aan toe maar ik zie wat ik zie, hoor wat ik hoor en lees wat ik lees. Je wil ze morgen vast de kost niet geven de pluimenbollen die als vliegende apotheekkasten rondvliegen. Duiven vliegen dan niet op hun reële waarde of werkelijke kwaliteiten maar op een kunstmatige vorm zoals ik het noem. Ze worden klinisch gezond gehouden en waar een med goed is voor misschien wel een paar dingen is het tegelijkertijd slecht voor een hele boel en nog veel meer andere. Bijwerkingen of neveneffecten noemen ze dat.
Medicijnen, voor veel meer dingen slecht dan goed
Of toch niet?
Eén van die nevenwerkingen is dat het weerstandsvermogen fel ondermijnd wordt. We spreken dan nog niet eens over resistentie. Een groot gedeelte van die duiven zou zonder meds niet eens op papier raken. Nu wel omdat ze een “handje” geholpen worden. Komt daar nog bovenop dat we meer en meer verlangen van onze beestekes. Die meer vluchten per jaar, die meer kilometers vliegen, het vreet hoe dan ook aan de weerstand en dat zet meteen de deur wagenwijd open voor infecties. Weer van de pot of de fles dan maar??
Als duiven niet “goed” zijn kan het ook zo zijn dat ze geen pijp tabak waard zijn natuurlijk, doch heel vaak scheelt er wat een de natuurlijke weerstand en de daaraan vast hangende gezondheid. Dat soort duiven zijn en blijven niet alleen een potentieel gevaar voor de eigen kolonie maar al evenzeer voor de medereisgezellen in de mand. Ze zorgen voor een bijna constante infectiedruk en zeggen ze niet: wie bij de hond slaapt... en zo wordt het al snel een vicieus cirkeltje
Verkopen dan maar die handel
Komt daar nog bij dat ze er maar bitter weinig duiven nog geslacht worden. Internet en talloze verkoopssites spelen daar bijzonder handig op in of misschien is het wel omgekeerd al maakt dat op zich niet zo veel uit. Duiven die ondanks alles op het end van het seizoen gewogen en toch te licht bevonden werden, worden nog niet eens opgeruimd. In de plaats van naar de slacht te gaan komen die duiven dan op het internet te staan. Je “plakt” een paar mooie namen op bijhorend papier en ook al gaan die “maar” 25 euro per stuk, als je der zo tien van de hand kan doen is dat nog steeds 250 euro. Daar koop je alras een paar zakjes voer mee. Dat is dus hoe dan ook beter dan de klikko.
Wie het weet mag het zeggen
Dat alles heeft een immense impact op het algemene duivenbestand. Wat je soms allemaal leest grenst aan het ongelooflijke. Een voerschema en planning voor het komende seizoen las ik onlangs nog, waarbij je al minstens de helft van de tijd medicamentjes moet geven tegen dit en dat en nog wa vanalles. Als ge het zo allemaal leest en bekijkt lijkt het wel of die pluimenbollen allen complete en regelrechte rampen zijn op gebied van gezondheid. Wie wil er nu diertjes houden die constant moeten volgepropt worden met allerlei zooi, alleen al maar om op de been (poot) te blijven? Komaan zeg, waar zijn we begot mee bezig?
Jong geleerd is oud gedaan?
Hoor je niet dat de jongkies zelfs al zo kort na het spenen massaal behandeld worden met een pilleke of poederke tegen trichokes zonder eigelijk eerst ook nog maar enigszins na te kijken of te laten nakijken of die diertjes daar wel degelijk last van hebben? Het lijkt wel “gemeengoed” te zijn geworden, de dood normaalste zaak van de wereld. Ze mogen er eigelijk ook gerust wa hebben zolang ze maar wa moeten vreten en slapen en rondlummelen op het dak. Gezonde ouderdieren geven gezonde jongen en een paar trichokes betekenen nog niet dat de diertjes er ook ziek van zijn of worden. Als dat trouwens maar een enkel geval zou zijn geef je gewoon niets maar ruim je die op toch?
We zijn er met zen allen een fameuze rotzooi van aan het maken, en dat vaak alleen maar om tijdens de winter zoals een aap met zeven staarten 2 minuutjes op het podium te mogen staan. Je kan die meds gebruiken zoals het hoort en je kan ze misbruiken. Er wordt gekuurd dat het een lieve lust is maar wie daar uiteindelijk en ik benadruk uiteindelijk, beter van wordt is maar zeer de vraag
Vele ziekteverwekkende organismen zijn onderhand immuun of resistent geworden tegen de meeste gangbare antibiotica ’s. Er komt ook steeds maar meer info over superbugs die niet eens meer vernietigd kunnen worden wegens de opgebouwde weerstand tegen de bestaande antibiotica ’s.
Wondermiddelen bestaan niet, doch zijn er wel degelijk enkele alternatieven. Daarvan willen we er graag een paar wat meer onder de aandacht brengen. Eerste verreist blijven evenwel altijd goede duiven
Colloïdaal zilverwater, een natuurlijk alternatief antibioticum
Colloïdaal zilver is een vloeibare oplossing die bestaat uit minuscuul kleine zwevende zilverdeeltjes in water. Elk van die zilverdeeltjes is elektrisch geladen waardoor ze stabiel en actief blijven in dat water.
Uitgebreid onderzoek dat werd gedaan naar de genezende eigenschappen van zilver toonde aan dat het een veilig en efficiënt antibioticum is dat bijzonder werkzaam is tegen een grote verscheidenheid aan bacteriën, zonder ook maar enige bijwerking of beschadiging van de lichaamscellen. Waar een gewoon antibioticum een half dozijn verschillende ziekteverwekkers doodt, blijkt dat zilver er zo'n 650 vernietigt. Het lijkt de meest bruikbare en krachtige breed spectrum substantie te zijn om verschillende ziektes te lijf te gaan die veroorzaakt worden door bacteriën, virussen, parasieten en schimmels. Het werkt evenzeer preventief bij verkoudheden, griep en diverse infecties. In het bijzonder blijken Staphylococcus en Streptococcus stammen, die dikwijls worden gevonden bij ziektes, gevoelig te zijn voor zilver. Tevens blijkt colloïdaal zilver op een snelle manier ontstekingen te bedwingen en een snellere genezing te bewerkstelligen. Wanneer colloïdaal zilver dagelijks wordt ingenomen zorgt het voor een beter immuunsysteem, hetgeen resulteert in meer energie, vitaliteit, kracht, ontspanning, snellere genezing en een vermindering van toxines in het lichaam. Het kan ook direct als ontsmetting toegepast worden bij snij- en schaafwonden en op open wonden zowel inwendig als uitwendig.
De werking
Gewervelde dieren hebben als meercellige organismen longen als orgaan om zuurstof op te nemen. Eéncelligen (virussen, bacteriën, gisten, schimmels en amoeben) daarentegen hebben die uiteraard niet! De minuscuul kleine zilverdeeltjes dringen door tot in de cellen waardoor deze ééncelligen als het waren “buiten adem” raken. Zonder zuurstof laten hun chemische longen het afweten en verliezen ze hun levensenergie. Je kan het bekijken als een preventief hulpmiddel om bacteriën, virussen, schimmels én gisten zonder kans op resistentie onderuit te halen.
Het gebruik
5 ml zilverwater van 40 ppm per liter water op de dag van thuiskomst bleek in de praktijk de meest efficiënte oplossing te zijn voor duiven. Het is geur en smaakloos waardoor het voor de dieren helemaal geen probleem vormt het op te drinken. Bij ziekte 5-10 dagen à rato van eveneens 5 ml per liter drinkwater. Zoals altijd is het eveneens belangrijk te trachten de oorzaak van het ziek worden op te sporen en deze te elimineren.
Benodigdheden
De bereiding
Breng een hoeveelheid gedemineraliseerd water aan de kook in een roestvrijstalen of geëmailleerde pan. Giet het hete water in het glas en plaats de elektroden in het water. Zet het glas op een warmhoudplaatje of theelichtje om afkoeling van het water te voorkomen. Van tijd tot tijd even wat roeren in het water. Na verloop van tijd zal de vloeistof geel gaan kleuren. Naarmate je langer doorgaat zal de vloeistof donkerder kleuren. Bij het aanmaken van een nieuwe hoeveelheid is het goed om een scheut van een vorige aanmaak geel CZ te doen in de nieuwe aanmaak. Dit verkort de aanmaaktijd. Het is ook goed om de aansluitingen op de batterij bij elke nieuwe aanmaak onderling te verwisselen. Hiermee wordt voorkomen dat de ene elektrode sneller 'slijt' dan de ander. Wanneer het zilverwater klaar is gieten we het door een papieren (koffie)filterzakje om vaste deeltjes te verwijderen. De aanslag op de zilverelektroden poetsen we weg met zacht schuursponsje. Daarna goed afspoelen en drogen met keukenpapier. Nooit een chemisch middel gebruiken!
Zilverwater dat met gedistilleerd water wordt gemaakt krijgt vanaf een concentratie van 6 -10 ppm een licht gele kleur die bij oplopende concentratie steeds donkerder wordt tot een bruinachtig kleur. Bij een hoge concentratie geel zilverwater zien we het zilver zelfs neerslaan op het glas en er treedt er vlokvorming op. Bij een concentratie van 40 ppm en hoger is de kleur ambergeel. Wanneer er sporen keukenzout (NaCl)of chloor (Cl) in het water zitten zal het zilver zich eerst met de chloor-ionen gaan verbinden en ontstaat zilverchloride. Het water verkleurt dan niet of pas in een veel later stadium wanneer alle chloor is gebonden.
CZ met een lage concentratie aan zilverionen ziet er kleurloos uit. Naarmate de concentratie toeneemt zal CZ meer grijs of geel kleuren. De donkerte van de tint zegt dus iets over de concentratie CZ in het water.
Bij de start
Bewaren
Wanneer het zilverwater klaar is gieten we het in een donker gekleurde glazen fles en bewaren het op een donkere plaats op kamertemperatuur. Dat voorkomt dat de zilverdeeltjes neerslaan. Door de inwerking van zonlicht verliest de zilveroplossing immers zijn kwaliteit doordat het de lading van de zilver-ionen neutraliseert die de deeltjes zwevend houdt. Plaats het ook niet in de buurt van elektrische apparaten. De velden afkomstig daarvan kunnen mogelijks ook het neerslaan van zilverdeeltjes op gang brengen.
Zilverwater klaar
Advies
U kan zich het zilverwater ook gewoon klaargemaakt aanschaffen. Let er dan op dat u zich CZ aanschaft met een ietwat gelige tint. U bent er dan zeker van dan dat het zeer fijn verdeeld zilver bevat met een behoorlijke concentratie aan zilverdeeltjes.
In een volgende bijdrage nog een paar alternatieven. Succes ermee!
Eddy Noël
|