De afgelopen maand werden de meeste vragen gesteld over wat de beste manier is om de jongen voor te bereiden op de duivenvluchten en welke voedingssupplementen daarbij een ondersteunende werking kunnen hebben.
Nu ben ik al sinds jaar en dag van mening dat we de jonge duiven zoveel mogelijk met rust moeten laten. Deze dieren zijn bezig met de opbouw van hun afweerorgaan en dienen daarom zo min mogelijk met medicijnen belast te worden. Antibiotica tasten immers niet alleen de schadelijke bacteriën aan maar ook de goede darmbacteriën die uitermate belangrijk zijn voor een goede ontwikkeling van het afweerapparaat rond de darm, maar ook in de rest van het lichaam van de duif. Zeker voor jonge duiven sta ik een zoveel mogelijk natuurlijke aanpak voor. Na het afzetten van de jongen is het goed deze te laten controleren op het geel. Veelal wordt dit achterwege gelaten en wordt al dan niet een blinde geelkuur verstrekt. Beter is het de noodzaak van het geven van een dergelijke kuur te laten controleren. Vanaf het afzetten van de jonge duiven adviseer ik de Bony-SGR te geven. Direct na het afzetten gedurende een week tot tien dagen om de stress die het gevolg is van het afzetten op te vangen. Daarna niet vaker dan 2 x per week. Daarnaast kan men overwegen de jonge duiven ca. 2 x per week een goede omega 3 olie te verstrekken. Deze combinatie met zorgen dat de jongen voorspoedig opgroeien zonder dat ze al te veel last van kinderziekten krijgen. Zijn er desondanks toch nog enkele jongen die ziekteverschijnselen vertonen dan adviseer ik daarvan de nummers te noteren en ze individueel te behandelen. Komen dezelfde jongen binnen enkele weken weer met ziektesymptomen voor de dag dan weet men dat het zwakke broeders zijn. Verwijderen uit het koppel is dan zeker te overwegen. Pas als de opleervluchten naderen adviseer ik de jonge duiven een preventieve kuur te verstrekken. Een deel van de jongen zit met latente (verborgen) kinderziektes die onder normale, stressloze omstandigheden op en rond het hok geen problemen hoeven te geven. Zodra deze duiven echter in de opleermanden in contact komen met duiven van collega’s kunnen de dieren symptomen van ziekte gaan vertonen. Ik laat alle duiven bij voorkeur twee dagen achtereen een geelcapsule opsteken om zo vrij zeker te zijn dat deze ziekte goed teruggedrongen is. Ik spreek inmiddels dan liever van het jongdiersyndroom dan van “de coli”, want lang niet altijd zijn het de symptomen van braken en diarree die op de voorgrond treden, zoals we dit bij het zuivere “Adenocoli-syndroom” zien. Soms zijn het meer de verschijnselen van het Herpesvirus die op de voorgrond treden of verschijnselen van streptococcose. En in een aantal gevallen zien we al die ziektebeelden in elkaar overgaan. En dat laatste maakt een heldere diagnosestelling soms moeilijk. Om nu de infectiedruk in de periode van de naderende opleervluchten te verlagen adviseer ik bij de jonge duiven een preventieve kuur met Bony-Jodi (= poeder 29) van ca 6 dagen. Op deze manier wordt veelal voorkomen dat de duiven nadat ze een keer in de reismanden zijn geweest, ziek worden. Het preventief verstrekken gedurende een dag van medicatie na de vlucht heeft verder totaal geen zin als bij de jongen de infectiedruk voor de vluchten niet tot een aanvaardbaar peil is teruggebracht. Tijdens de kuur met de Bony-Jodi over het voer adviseer ik teven de Bony-SGR in het drinkwater te verstrekken. Veel liefhebbers melden een duidelijke vormstijging na een dag of drie kuren.
Dan de vraag over voedingssupplementen bij jonge duiven. De vraag is gerechtigd of we de jonge duiven als ze op bovenstaande wijze worden voorbereid nog veel extra’s hoeven te geven. In de praktijk zien we met bovenstaande aanpak goede resultaten. Wil men dan nog iets extra’s doen dan kan men op de dag van inkorven en eventueel ook de dag daarvoor 10 druppels Bony-mineral verstrekken. Omega 3 olie is daarnaast ook aan te bevelen, net zoals in de periode tussen het afzetten en het opleren. Het hangt dan van de weersomstandigheden af of verdere ondersteuning nog gewenst is. In geval van zware luchtwegaandoeningen zal toevlucht gezocht moeten worden tot gerichte medicatie. Als ondersteuning kunnen verder nog genoemd worden: Bonisol: elektrolytendrank om aan de duiven te verstrekken als eerste drank bij thuiskomst. Vluchtsupport: Vitamine B12 preparaat met aminozuren en druivensuiker. Te geven de laatste dag(en) voor de vlucht. Wel altijd ervoor zorgen dat de laatste drank schoon drinkwater is. Bony-MR-supplement: Voedingssupplement op basis van kruiden die de vitaliteit ondersteunen, Spirulina, Ginseng, Eleuteroccoccus en aminozuren en Vitamines. Toe te passen gedurende de laatste dag(en) voor de vlucht over het voer. Eventueel met Bony-Vliegolie, op basis van omega 3 olie, lecithine, en tarwekiemolie, aan het voor te kleven. Als een zware vlucht verwacht wordt kan men het Bony-MR supplement en de Bony-Vlchtsupport samen gebruiken. Het ene over het voer en het andere via het drinkwater. Al met al staat er een heel scala aan voedingssupplementen de liefhebbers te beschikking. Maar zoals altijd is mijn stelregel nog steeds dat voedingssupplementen niet gebruikt dienen te worden om ziektes mee te camoufleren. Pas als de duiven gezond zijn mag men een bijdrage aan de vorm door deze voedingssupplementen verwachten.
Belangrijkste probleem op dit moment (mei-juni)
De meeste bezoeken aan de praktijk zijn momenteel vanwege slecht presterende duiven ten gevolge van luchtwegproblemen. We moeten daarbij een onderscheid maken tussen kopproblemen en problemen van de diepere luchtwegen. Het kan overigens ook een combinatie van deze problemen betreffen. Vaak worden de duiven aangeboden met relatief strakke koppen en geen uitstaande oortjes (bekijk de koppen eens van achter om te controleren of er opstaande veren zijn) en zelfs met witte neusdoppen. Desondanks vliegen deze duiven dan geen prijs. Vaak blijkt bij controle van de diepere luchtwegen dat hier de problemen zetelen. Deze duiven hebben tijdens het vliegen zoveel last van deze irritatie dat ze als het ware zelf op de rem trappen en later (vaak in groep) thuiskomen. Deze duiven zijn meestal helemaal niet afgevlogen als ze thuiskomen. Een goede luchtwegkuur alleen lost dit probleem echter vaak niet op. Een deel van de liefhebbers heeft al een heel scala aan medicijnen gebruikt voordat ze op het spreekuur komen. Maar zolang ook de irritatie niet aangepakt wordt is de kans op succes gering. Aandoeningen van de diepere luchtwegen dienen onderscheiden te worden van de kopproblemen en ook anders aangepakt te worden. De irritatie dient met een verzachtend middel behandeld te worden. Daarnaast moet de infectie natuurlijk ook behandeld worden. De duiven die meer problemen met de koppen hebben vertonen vaak de bekende oortjes en ook grauwe neusdoppen. Daarbij moet ook niet vergeten worden de kleur van de slijmvliezen in de bek en keel bij de inspectie mee te nemen. Indien het geel en ontstekingscellen uitgesloten kunnen worden kan men gericht een behandeling voor de koppen instellen. In andere gevallen kan het zijn dat meer een behandeling voor de aanwezige ontsteking in de krop gegeven moet worden. Slijmvorming in de koppen willen nog wel eens goed reageren op neusdruppels met etherische oliën. Kortom er is een grote variatie aan mogelijke oorzaken die veelal allemaal een specifieke aanpak vragen. Een goed onderzoek is daarbij een eerste vereiste. Blind kuren levert vaak niet het gewenste effect op. Soms heeft zelfs een gerichte aanpak niet het gewenste effect. Het kan dan zijn dat er een virale component meespeelt die niet op de medicatie reageert. Rust is in dat geval de beste aanpak om te voorkomen dat men de duiven niet verspeelt.
Bij jonge duiven kan een besmetting met het herpesvirus het vliegseizoen danig in de war schoppen. Het kan zelfs zijn dat men de duiven kogelrond inkorft om dan bij thuiskomst vast te moeten stellen dat de jongen niet alleen veel te laat komen, maar dat er zelfs een beduidend aantal jongen de weg naar huis niet meer gevonden heeft. In geval van een herpesbesmetting doet men er dan ook goed aan de jongen rust te geven en ze pas bij de late jongen te spelen. Op die manier voorkomt men grote verliezen en dito teleurstellingen. In geval van lichte besmettingen kan men trachten met een product als Bony-Jodi de duiven Te vrijwaren van secundaire bacteriële infecties. Belangrijk is in die gevallen dat de weerstand zo hoog mogelijk gehouden wordt. Ik wil dan nog wel eens in plaats van Bony-SGR de Bony-Sambucca-plus voorschrijven om dat doel te helpen bereiken.
Denkt U last te hebben van een Adenocoli uitbraak, vergeet dan niet een cloaca uitstrijkje te laten maken omdat een besmetting met de Hexamitiasis soms verdacht veel weg kan hebben van een besmetting met het Adenovirus, wat mest betreft. In het geval van een Hexamitiasisbesmetting moet men dan een goede geelkuur geven. Heeft men twijfel dan kan men ook de SL-mix gebruiken die ondersteunend werkt in beide gevallen.
Succes.
|