Een auto stopt recht voor mijn deur. Doeme. Toch weer geen bezoek zeker en dat nog wel onaangekondigd? Ik, balend als drie stekkers met mijn gezicht op half zes, naar de voordeur. Maar dat gezicht fleurde meteen op toen er iemand uit de auto stapte.
Wat zeg ik? Iemand? Een schoonheid van rond de 30 zoals je er zelden ziet. Ik bestudeerde haar van top tot teen en aan niets mankeerde ook maar iets. Zelfs haar benen waren buitenaards mooi.
Als ik een cijfer op haar moest plakken van 1 tot 10 gaf ik ze een 11. Kennelijk wist ze heel goed dat ze de gelukkige eigenaar was van die benen want ze droeg een rokje dat weinig groter was dan een riem. Ik wou dat mijn vrouw al was het maar EEN zo’n been had dacht ik, deze wereld is gewoon niet fair. Vervolgens stapte een man uit van in de 60.
Mannen van in de 60 kunnen nog aantrekkelijk zijn maar deze zeker niet. Als ik HEM een punt moest geven tussen 1 en 10 was dat hooguit een 3.
HIJ
Was hij de chauffeur? Haar vader? Haar minnaar misschien? Als dat zo was kon je er vergif op innemen dat die onmetelijk rijk was. Een mooie jonge vrouw en een veel oudere oerlelijke man is een combinatie die steeds minder zeldzaam wordt, bijkomstigheid is steeds dat hij goed in de slappe was zit.
Toen ze begon te praten (waarom zijn het meestal vrouwen die als eerste hun mond open doen?) bleek al gauw dat het inderdaad haar minnaar was en dat hij (weer inderdaad) bulkte van het geld.
MEDELIJDEN
Haar schat (waarom vinden knappe jonge vrouwen oudere lelijke mannen een schat als die bulken van het geld?) had al fortuinen uitgegeven voor zijn passie, duiven dus, maar hij raakte geen steek verder. Het was nu zo ver gekomen dat hij er aan dacht te stoppen of… ik moest uitkomst brengen; de duiven komen keuren bijvoorbeeld en als het kon die ook koppelen, geld speelde geen rol.
Voor zulke vragen moet je net bij mij zijn.
Ik wilde zeggen ‘met geld kan je alles kopen, tot en met een mooie vrouw maar wat je niet kan kopen is tijd, gezondheid en succes in duivensport’. Maar ik beheerste me en zei:
‘Met geld kan je veel kopen maar geen successen in duivensport. Tallozen werden kampioen zonder geld te investeren.
En ik noemde de namen van wijlen Albert Marcelis, Christiaens, Gust Janssen, Rudie Diels, Karel Boeckx, Rik Vloemans. Veel van die namen waren de ‘geliefden’ bekend, maar… wierpen ze op, dat waren vitesse spelers uit België.
‘Nou en?’ zei ik, ‘maakt dat verschil?’
ANDERE KOEK
Ik vroeg of ze Henri van Doorn kenden. Of Cor Hermes. Of Wout Spierings. Of Gust Wens. Of Aad van Diest. Of Jac Konings. Of Maas uit Roosendaal. Ook kampioenen, maar die dus verder speelden en die het ook gemaakt hadden zonder veel geld uit te even. Die namen kenden ze van geen kanten want dat waren Hollanders.
Klopt, zei ik, U vraagt wij draaien.
En ik verwees naar die duif van Crucke die in 2006 Nationale Asduif werd met een ongekend laag coefficient. Gekocht voor 25 euro bij van Lancker.
Ik verwees naar Nulens uit Koersel. Diens Nationale Asduif had hij als ei bekomen van Serge van Elsacker voor wederom een paar centen.
En ik schoof ze wat recente kranten onder de neus waarin telkens dezelfde naam op de voorpagina prijkte. Het was de naam van de man die in 2007 de beste van Belgie was op de fond voor jonge duiven maar die al jaren aan de top staat.
Vroeger op vitesse, dat schiet publicitair niet op, nu op de fond en dan raak je wel bekend. Gaston van de Wouwer dus.
GASTON
Vervolgens vroeg ik las ik wat stukjes voor over die Gaston. Want zij mocht dan wel oogverblindend mooi zijn, mij leek ze van het BBNB (Big Boobs, No Brains) type en ik was niet zeker of ze wel kon lezen.
In die kranten nu kon je lezen dat Gaston zijn goede duiven afstamden van krijgertjes of duiven die hij goedkoop als bon gekocht had of geruild. Ronkende namen kwamen daar niet aan te pas.
‘Interessant’ zei de Casanova, ‘heel interessant’. ‘Ik denk dat ik er maar eens mee stop dure duiven te kopen.’ ‘En ik denk dat jij dat nooit meer afleert’ waren mijn gedachten.
Enfin, ze kregen door dat ik ze geen kampioen kon maken maar fatsoenshalve duwde ik hem toch een duif in handen voor ze vertrokken. En toen wist ik het zeker.
Hij hield het beest zo onbeholpen vast dat het met de arme (nou ja) man nooit iets zou worden, zelfs niet met de beste duiven van de wereld.
LATER
Een jaar later zag ik beide terug. Ze waren nog steeds bij elkaar en hadden goed geluisterd. Zeiden ze. Hij had nog EEN keer, maar dat was absoluut de laatste, een ronde jongen gekocht.
Ditmaal van iemand zonder naam, niet te duur, en waarvan de ouders enorm gepresteerd hadden. Ze zouden die duiven spelen, het systeem van kampioenen als De Wouwer zo veel mogelijk volgen en uiteraard ook mijn adviezen.
‘Zo moest het lukken, vind je niet?’ vroeg ze. ‘Misschien’ zei ik, er aan toevoegend, ‘misschien’. ‘Want jonge dame’ ging ik verder, ’ik vrees dat Uw lief EEN ding vergeten is. Verbaasd keek ze me aan.
‘Iets vergeten? Asjeblieft, zeg het ons. Geld speelt geen rol.’ ‘Wat ik bedoel is dat er iets dat je niet kan kopen, dat zei ik eerder, maar Uw geheugen lijkt niet al te best’ zei ik. ‘Mijn man kan ALLES kopen’ zei de spetter. ‘Met de duiven OOK de liefhebber? Vroeg ik. Even was het stil en toen mompelde ze: ‘Deze wereld is niet fair.’
‘Klopt’ dacht ik en keek nog eens naar die benen.
‘Waren het maar hersens’ verzucht ze. Die kan je met geld inderdaad niet kopen. Evenmin als successen in duivensport.
|