Bij wie komt het niet voor dat de duiven behandeld moeten worden tegen luizen en mijten. Onderstaand stukje lazen wij op internet:
Refona is een onderneming die zich richt op bestrijding van een aantal specifieke gezondheidsproblemen bij hobbydieren, zoals kippen, vogels, duiven en reptielen.
Gezondheidsproblemen die tot nu toe onoplosbaar leken lossen wij op met inzet van natuurlijke middelen. Het bestrijden van die plagen met chemische middelen kent in de praktijk vele nadelen voor de aangetaste dieren. Anders is dat bij onze benadering: het inzetten van natuurlijke vijanden! Toegegeven: onze methode is niet zo gemakkelijk als het spuiten met een spuitbus. Vandaar dat het van belang is om u, als bezitter van de dieren, voor aanvang van deze methode van bestrijding goed op de hoogte te stellen van de leefwijze van de in te zetten predatoren. Enerzijds om de werking van deze methode te begrijpen, anderzijds om de bestrijding zo effectief mogelijk te laten verlopen.
Dutchy’s®
Dutchy’s® zijn roofmijten uit de familie Laelapidae en komen in grote delen van Europa vrij in de natuur voor.
Ze leven in de grond en jagen daar op allerlei bodemorganismen. Wanneer we deze roofmijten uitzetten in dierenverblijven worden ze felle bestrijders van o.a. bloedmijten. Ze jagen de hele dag achter hen aan en doden ze om ze vervolgens op te eten. Het is een kwestie van tijd; de roofmijten komen vrijwel altijd als winnaar uit de bus.
Levenscyclus
Dutchy’s® zijn ongeveer 1 mm groot. Ze hebben een druppelvormig lichaam, zijn licht van kleur en heel beweeglijk. Ze voeden zich met allerlei organismen, zoals de larven van kleine muggen, springstaarten en verschillende soorten mijten, waaronder ook bloedmijten. De eieren worden in de grond of op een andere geschikte plaats afgezet. Na enkele dagen komen hier de larven uit, die na een aantal vervellingen uiteindelijk volwassen roofmijten worden. Dutchy’s® eten gemiddeld 5 bloedmijten per dag. Wanneer we ze tijdig in zetten zullen ze vaak de ontwikkeling van een plaag voorkomen. Ze zijn ook in staat om flinke aantastingen te bestrijden, maar dan moeten er meerdere roofmijten worden uitgezet.
Wanneer u Dutchy's® heeft ingezet kan het zijn dat u gedurende een periode van een aantal dagen meer bloedmijten gaat waarnemen. Dit komt doordat de bloedmijten door de roofmijten uit hun schuilplaatsen worden verdreven. De roofmijten zullen echter achter hen aan blijven jagen waardoor dit effect na een korte periode weer verdwijnt. Dutchy's® zijn tevens in staat een periode van voedselschaarste te overleven. Er vindt dan alleen geen voortplanting plaats. Ook eten ze elkaar op als dat nodig is. Ze doen niets met onze dieren. Bij blijvend voedselgebrek sterven ze na enkele weken uit. Een volwassen roofmijt leeft gemiddeld 6 weken.
Leefmilieu
Dutchy’s® leven bij voorkeur bij een temperatuur van 15 tot 25 ºC. Wanneer de temperatuur onder of boven deze waarden komt gaan ze over in een rustfase. Ze wachten dan rustig af tot de omstandigheden beter worden en gaan dan vervolgens weer op jacht. Wanneer ze worden blootgesteld aan vorst zullen ze vrijwel allemaal afsterven.
Wanneer de roofmijten aangeleverd worden zitten ze verpakt in een kunststof fles met daarin een hoeveelheid strooimateriaal. Er zijn flesjes van 2500 stuks (10 doseringen), 5000 stuks (20 doseringen) en 10.000 stuks (40 doseringen). Wanneer je dit materiaal met een loepje bekijkt zie je de roofmijten tussen de korreltjes bewegen. Het is de bedoeling dat dit strooimateriaal in kleine hoopjes op beschutte plaatsen in het dierenverblijf komt te liggen. In de eerste twee weken komen de roofmijten dagelijks terug in dit hoopje om elkaar te ontmoeten en te paren. Tevens zitten er nog heel veel eieren en larven in dit materiaal die allemaal nog uit kunnen komen. Voor de exacte manier van uitzetten en de doseringen verwijzen wij u naar de specifieke gebruikershandleidingen.
Dosering
Wanneer u de roofmijten uitzet bij een lichte aantasting één flesdopje strooimateriaal per vierkante meter voldoende. Als er sprake is van een middelzware aantasting is het beter om twee, of als het om een ernstige aantasting gaat drie dopjes per vierkante meter dierenverblijf neer te leggen. Deze hoopjes hoeven niet gelijkmatig over het gehele dierenverblijf te worden verdeeld. Langs de zijwanden is prima, als u zich maar aan de hiervoor genoemde doseringen houdt. U berekend het aantal vierkante meters door de oppervlakte van de bodem en van minimaal 1 zijwand bij elkaar op te tellen. Heeft u de benodigde hoeveelheid berekend! geef dan uw bestelling op via onze webshop.
Gebruik chemische middelen
Het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen kort voor of na het inzetten van Dutchy’s® moet worden afgeraden. Deze stoffen werken nadelig op de populatieontwikkeling van de roofmijten en kunnen er zelfs voor zorgen dat deze geheel afsterven, zodra ze met de restanten van deze stoffen in aanraking zijn gekomen. Het is verstandig om na het gebruik van deze middelen een wachttijd van minimaal 6 weken in acht te nemen alvorens Dutchy’s® uit te zetten. Wanneer we nestjes ophangen in vooraf behandelde vogelkooien is dit geen probleem, als de nestjes dan maar onbehandeld zijn. Het is wel verstandig om de roofmijten dan alleen in de nestjes uit te zetten.
Gebruik knoflook
Er is gebleken dat toevoegingen van knoflook aan het voer schadelijk kunnen zijn voor de ontwikkeling van de roofmijten. Proeven hebben uitgewezen dat bloedmijten en "Zwarte luis" op zich niet veel last ondervinden van deze stoffen. De roofmijten lijken hier echter gevoeliger voor te zijn. Bij verschillende afnemers werd dan ook een verminderde werking van Dutchy’s® waargenomen na het gebruik van knoflook.
Wie heeft ervaring met deze natuurlijke wijze van ongediertebestrijding en wil deze delen met Duivensites.nl? Stuur dan een mailtje naar info@duivensites.nl.
Bron: http://www.refona.nl
|