The Continuing Story of Veenendaal. Ik heb al eerder wat geschreven onder de titels Tucht of Klucht? en Recht of Krom. We zijn nu zover dat we de serie kunnen vervolgen met een aflevering getiteld
Doofpot? Welnee.
Zoals we allemaal in de duivenpers en op de diverse forums hebben kunnen lezen is door de heer J. Koehoorn een klacht ingediend bij de NPO en bij de Aanklager Tuchtrecht NPO. De klacht van de heer Koehoorn was gericht tegen twee bestuursleden van de NPO (de voorzitter en de secretaris internationale zaken) en werd ingediend omdat beiden schromelijk te kort zouden zijn geschoten in (het nemen van) hun bestuurlijke verantwoordelijkheid.
We weten allemaal nog wel waarover het ging. De bestuursleden waren ruimschoots van tevoren ingelicht dat er duidelijke aanwijzingen waren dat er iets mis zou zijn met de wedvlucht op St. Vincent en in ieder geval met die op Blois. Maar “Veenendaal” besliste in haar alomvattende wijsheid dat het beter zou zijn om daar maar niet op te reageren Een typisch staaltje van “als we er niet over praten dan bestaat het niet en wellicht bloedt het met de tijd wel dood” bestuurdersmentaliteit. Een mentaliteit die we vaker tegenkomen bij bedrijven en organisaties waarvan de bestuurders hun verantwoordelijkheid niet durven of kunnen nemen. Wat we dan ook vaak zien is dat die bestuurders zichzelf “weg promoveren” in een functie buiten die organisatie. En ik voorspel dat dit ook bij de NPO op niet al te lange termijn gaat gebeuren.
Verder hebben we kunnen lezen hoe het is gegaan met de uitspraak in de tuchtzaak van J.M. te B. Een nadere beoordeling van die uitspraak geeft aan dat het met het tuchtrecht binnen de NPO soms treurig is gesteld. Komt dat nu door de Collegeleden? Ik denk het niet. Laten we niet vergeten dat het tuchtrecht binnen de NPO wordt behandeld in Colleges waarin slechts zelden mensen zitting hebben die doorkneed zijn in de juristerij. Het zijn grotendeels gewone hardwerkende mensen met een passie voor duiven. En vanuit die passie stellen zij zich belangeloos beschikbaar en steken zij veel van hun tijd enthousiast en vrijwillig in het vervullen van vaak ondankbare taken waar anderen meestal geen zin in hebben. Vanuit die passie proberen ze ook nog enigszins orde te scheppen in de chaos welke onverbrekelijk is verbonden met een grote, beroerd georganiseerde en slecht geleide organisatie.
Die laatste opmerking brengt mij weer terug op het juiste spoor: onze Grote Roergangers in Veenendaal. De mensen die “aan het hoofd staan” van duivenminnend Nederland. De mensen die een voorbeeldfunctie (zouden moeten) vervullen en de mensen waarop wij bij problemen een beroep zouden moeten kunnen doen. Wel, dat beroep is er. Maar 29.000 duivenliefhebbers worden door die Roergangers niet serieus genomen, 29.000 liefhebbers worden voor gek versleten en 29.000 liefhebbers komen er hoe langer hoe meer achter dat de kiesmannen destijds in 2007 een enorme fout hebben gemaakt door de aanbevelingen van de “commissie nieuw bestuur” over te nemen. Een commissie die grotendeels zichzelf in het “Veenendaalse Pluche” manoeuvreerde en die inmiddels toch wel heeft laten zien dat het besturen en leiden van een grote, diverse organisatie hun capaciteiten ver te boven gaat.
Goed, laat ik proberen mij te beperken tot het Tuchtrecht NPO. In artikel 31 Statuten NPO staat het zo netjes omschreven: “Het tucht- en geschillenrecht wordt uitgeoefend door Tucht- en Geschillencolleges. Het tuchtrecht wordt tevens uitgeoefend door de Aanklager Tuchtrecht NPO.” Duidelijke taal toch? Op papier wel, maar de praktijk is anders.
Een tuchtrechtelijke vervolging valt of staat met de kwaliteit van het vooronderzoek. Dat onderzoek behoort onpartijdig te worden uitgevoerd en behoort een juiste afweging te zijn tussen enerzijds de belangen van de organisatie (alle NPO-leden) en anderzijds de belangen van één van die leden namelijk degene die, terecht of niet, wordt beschuldigd van overtreding van de Statuten en Reglementen NPO.
Dat onderzoek behoort dus absoluut niet te worden uitgevoerd door de Aanklager! En waarom niet? Omdat de aanklager aanklaagt! Maar bij de NPO betekent dit dat de Aanklager ook zijn eigen onderzoek doet, zelf de getuigenverklaringen opstelt, zijn eigen voorwaarden schept voor de later te starten procedure, zelf een groot deel van de inlichtingen verschaft waarop de Tuchtcolleges hun beslissing baseren en zelf uitmaakt welke gegevens uit dat onderzoek wel of niet aan die Colleges worden verstrekt. De Aanklager kan het proces van onderzoek en vervolging opstarten, sturen en indelen naar eigen believen. Met andere woorden: de bescherming van de rechten welke de beschuldigde in ons rechtssysteem dient te hebben en die gewaarborgd dient te worden door een onafhankelijk onderzoek van feiten en omstandigheden bestaat bij de NPO helemaal niet! En dat weet de voorzitter NPO, tevens Portefeuillehouder Tuchtrecht, en hij doet er niets aan! En dat weet de rest van het Bestuurders en ook zij doen niets! En dat weet de Aanklager maar hij zwijgt! En dat weten de Colleges en ook zij doen er niets aan! Ongelofelijk? Het is zelfs nog veel erger! Er zijn Colleges die (al dan niet bewust) aan dit soort praktijken meewerken. TGC3 gaat zelfs zo ver dat zij letterlijk ten aanzien van de onpartijdigheid van de Aanklager stelt: “De taak en de functie van de Aanklager houden in, dat een dergelijke mentale instelling van hem niet gevergd kan en mag worden, en ook niet hoeft te worden”. Het TGC3 heeft strikt tekstueel genomen gelijk maar zij gaat volkomen voorbij aan het feit dat bij de NPO de Aanklager wel Aanklager heet maar geen Aanklager is! Die “Aanklager” is van alles: hij onderzoekt, hij hoort getuigen en schrijft de getuigenverklaringen, hij hoort de beschuldigde en schrijft diens bekentenis, hij beslist of iemand wel of niet wordt vervolgt, hij verricht hand- en spandiensten aan de Portefeuillehouder Tuchtrecht, hij klaagt aan, hij voert uit, hij controleert, kortom hij is een bezig baasje maar hij is geen Aanklager in de juiste zin van het woord. En door die vermenging van taken wordt het grondwettelijke recht op een eerlijk proces dat iedere beschuldigde in ons rechtssysteem toekomt bij de NPO met voeten getreden. Is daar iets aan te doen? Ja! Het “instituut Aanklager” dient met onmiddellijke ingang te worden opgeheven!
Is dat dan allemaal de schuld van de Aanklager? Welnee. De Aanklager is alleen maar een pion in het gehele proces. En dat proces wordt aangestuurd door de Portefeuillehouder Tuchtrecht. Dat is de persoon die aanspreekbaar is voor de goede gang van zaken betreffende het Tuchtrecht NPO. Dat is ook degene die in de AV eind 2007 heeft verklaard dat het bestuur werkte aan het opstellen van richtlijnen voor de Aanklager. Heeft u die overigens gezien? Ik niet! Dat neemt trouwens niet weg dat die Portefeuillehouder Tuchtrecht behalve aanspreekbaar ook verantwoordelijk en aansprakelijk is voor de feilen in en het falen van het Tuchtrecht NPO.
En wat dat betreft behoort ieder verwijt dat we kunnen maken aan het adres van de Aanklager en van de Colleges tevens op het bord van de Portefeuillehouder Tuchtrecht terecht te komen.
Maar die Portefeuillehouder is niet allen verantwoordelijk voor wat anderen in zijn naam doen, hij heeft ook een eigen verantwoordelijkheid. Met name voor de dingen welke hem uit eigen wetenschap bekend zijn en waaraan hij niets heeft gedaan en die dingen die hij wetens en willens heeft willen (helpen) verbergen Zijn die er dan zult u zich afvragen. Ja, die zijn er.
Allereerst het verzoek tot tuchtrechtelijke vervolging dat door de heer Koehoorn is uitgebracht tegen de heren A.J. de Jong, voorzitter NPO en Portefeuillehouder Tuchtrecht en P. van Gils, secretaris internationale zaken. U heeft allen kunnen lezen dat dit verzoek door de Aanklager is ontvangen. En wat is er toen gebeurd? Heeft de Aanklager een onderzoek ingesteld? Welnee! De Aanklager stuurt aan de heer Koehoorn een nietszeggend briefje met de volgende inhoud:
Geachte heer Koehoorn, Ik heb Uw aangetekend schrijven in goede orde ontvangen. Ik kan U mededelen, dat de inhoud van Uw schrijven reeds onderdeel is van mijn besloten onderzoek (inclusief dossiernummer) inzake de ontwikkelingen Blois en St. Vincent. Geven de door mij onderzochte en nog te onderzoeken feiten aanleiding om op grond van het bepaalde in A6 sub 3 en 4 van het Reglement Rechtspleging NPO alsmede de bepalingen in het Wedvluchtreglement, een tuchtzaak aanhangig te maken dan zal ik dat zeker doen. Uw schrijven heb ik gevoegd in het betreffende dossier. Hoogachtend, Koos Hassing
Hierboven noemde ik het een “nietszeggend briefje”. Maar eigenlijk zegt het heel veel! De Aanklager schrijft dat de “inhoud van de brief” al onderdeel is van zijn “besloten onderzoek inzake de ontwikkelingen Blois en t. Vincent.” En verder schrijft hij dat als er reden toe is om “een tuchtzaak aanhangig te maken” hij dat zeker zal doen. En uiteindelijk schrijft hij dat hij de klacht heeft “gevoegd in het betreffende dossier”. Maar wat betekent dat nu in gewoon Nederlands? Dat betekent dat de heer Koehoorn met een kluitje in het riet wordt gestuurd en dat de Aanklager niet van plan is iets met die klacht te doen! Gelooft u mij niet? De Aanklager schrijft dat de “inhoud van de brief” al onderdeel is van zijn “besloten onderzoek”. Maar van welk onderzoek dan? De brief behelsde een klacht tegen de voorzitter en de secretaris en tegen hen was helemaal geen onderzoek gaande. De Aanklager zal “een tuchtzaak aanhangig maken als er reden toe is”. Maar een tuchtzaak op grond van wat? Op grond van een niet-bestaand onderzoek? En verder zegt de Aanklager dat de klacht is “gevoegd in het desbetreffende dossier”. En welk dossier is dat dan? U kunt het antwoord wel raden. Dat is het onderste dossier in de onderste lade van het grootste bureau dat de Aanklager kon vinden. Ver weg en niet meer terug te vinden. Maar denkt u dat de Aanklager dat op eigen houtje heeft gedaan? Dat gelooft u toch niet? Een klacht tegen de voorzitter NPO tevens Portefeuillehouder Tuchtrecht, de “baas” van de Aanklager waarvan die “baas” niet (in)formeel door de Aanklager op de hoogte zou zijn gebracht? Natuurlijk niet. De voorzitter weet wel degelijk dat de tegen hem ingebrachte klacht door de Aanklager wordt “weggepoetst”! Hoor ik hier iemand het woord doofpot fluisteren? Welnee!
En er is meer. Op 12 november 2008 is er tegen de voorzitter NPO, Portefeuillehouder Tuchtrecht een tweede klacht ingediend. Een verzoek tot het instellen van een tuchtrechtelijke vervolging op grond van het feit dat de voorzitter artikel 27 Wedvluchtreglement en artikel T1 lid 2 sub a t/m d van het Reglement Rechtspleging heeft overschreden. Als u en ik van die overtredingen zouden zijn beschuldigd zou de Aanklager meteen een verzoek om onmiddellijke schorsing hebben ingediend. Maar denkt u dat dit hier is gebeurd? Welnee. De klacht is gestuurd aan het Secretariaat Rechtspleging NPO met kopieën aan de Aanklager en aan de voorzitter. En denkt u dat er gereageerd is? Natuurlijk niet! Op 17 november is aan de Aanklager een brief gestuurd dat er niet op de klacht is geantwoord en dat de klacht derhalve rechtstreeks zou worden voorgelegd aan het bevoegde College. Je zou toch denken dat daar wel een reactie op zou komen. Maar niets van dit alles. Alweer: doodse stilte op het NPO-front. Hoor ik hier nu opnieuw iemand het woord doofpot fluisteren? Welnee!
Als tegen u of tegen mij twee klachten als de bovenstaande zouden zijn ingebracht dan zouden we onmiddellijk, ik schreef het hierboven al, zijn geschorst.
Maar denkt u dat de Portefeuillehouder Tuchtrecht wordt geschorst? Welnee! En dat is toch voor een gewone liefhebber niet te begrijpen. Een gewone liefhebber die al een fikse boete krijgt als hij alleen maar het woord kliko in de mond durft te nemen! Een gewone liefhebber die al een schorsing krijgt aangezegd als hij zich op de openbare weg durft te bevinden op een plaats of op een tijdstip dat de Aanklager niet welgevallig is! Maar de Portefeuillehouder Tuchtrecht is op 24 november a.s. gewoon voorzitter van de Algemene Vergadering! Hoor ik hier iemand fluisteren dat dit het failliet van de Nederlandse duivensport inluidt? Welnee!
|