De beurs te Oostende hebben we weer achter de rug. Puike organisatie, veel volk en meer moet dat niet zijn. Natuurlijk zijn er altijd dingen voor verbetering vatbaar, maar misschien is het wel “te eigen” aan mensen, eerder alleen het negatieve te zien en het positieve als maar heel normaal te beschouwen. Dat positieve is er echter ook niet vanzelf gekomen en het is niet omdat je anderen “afbreekt”, je zelf beter wordt. Vaak is het zelfs zo dat wanneer je iets zelf moet doen, het plots veel moeilijker blijkt dan aanvankelijk gedacht of dan wanneer je van de zijlijn kan toekijken.
Door dingen gewoon te doen kan je ze leren, door aan te voelen, te zien, te kijken en te vergelijken kan je beter worden en verfijnen. Niets is eeuwig en wat gisteren goed was is dat morgen misschien helemaal niet meer. Records zijn er om gebroken te worden, en hoe scherp ze ook zijn, gebeurt dat toch telkens weer. Betere technieken, betere materialen, optimalere trainingsschema’s, betere voeding, betere gezondheidszorg, het ook beter afstemmen op elkaar van al die dingen zorgen er voor dat het steeds beter en sneller en hoger enz kan. Net als je denkt, dit is vast de limiet, gebeurt het toch weer.
Het is nog niet eens zo heel lang geleden dat in bijvoorbeeld een ronde van Vlaanderen door de aaneenschakeling van de steeds weerkerende klimmetjes nog amper een paar renners, of soms zelfs niet, aan de muur van Geraarsbergen begonnen. De Poggio in Milaan San Remo, idem dito, terwijl daar de dag van vandaag gewoonweg een ei zo na gans peloton overdendert.
Wel in ons duivenpeloton is dat niet anders. Zelfs bij extreem zware vluchten, en dan spreek ik niet van rampvluchten, zijn gewoonweg binnen de kortste keren de prijzen netjes verdeeld. Ook hier hetzelfde fenomeen. Zowat iedereen heeft de kans zich betere diertjes aan te schaffen, een betere infrastructuur, betere begeleiding, beter geïnformeerde liefhebbers, beter gevoederde dieren enz spelen hierin hun rol. Trainen is al lang niet meer een paar toertjes rond het hok vliegen. Voederen is al lang niet meer een beetje voer op het hok gooien. Spelen is eveneens al lang niet meer hier en daar een paar duifjes van het hok vangen en de mand in duwen. Als ze op pakweg Bourges 25.000 duiven lossen blijft dat net zoals in de wielrennerij veel langer een geheel compact peloton. Dat is ook de reden waarom de wind en ligging meer en meer hun invloed hebben. Duiven zijn en blijven ten slotte kuddebeestjes. Kuddebeestjes die alsmaar beter verzorgde, beter getrainde, beter gevoederde enz. topatleten zijn.
Willem Mulder ken ik al een flink aantal jaren. Hij is specialist betreffende dierenvoeding, meer specifiek duivenvoeding en het leuke er aan is dat het eigelijk niet echt zijn werk maar veeleer hobby is. Hobby is nog licht uitgedrukt, noemen we het maar passie. Er gebeurt niets in zijn vakgebied of Willem weet het wel. Altijd op zoek, altijd aan het uitproberen, altijd aan het testen en opnieuw zoeken, proberen en testen. Willem is Nederlander en is in de Belgische markt gestapt, waar tal van voederfabrikanten bij manier van spreken op anderhalve vierkant meter van elkaar gepositioneerd zitten En dan kan je zo met je ellebogen aanvoelen dat het geen makkelijke opdracht wordt. Elk van die firma’s zit bovendien met kwaliteitsvoer op de markt en dan ben je geneigd te denken, dat wordt onmogelijk. Toch is het een gigantisch succes. Er moet dus ergens toch wel een meerwaarde in zitten.
Je kunt granen en zaden zodanig mengen dat de samenstelling mooi oogt. Diverse kleurtjes en mooi opgepoetst geven een prachtig “beeld” naar de liefhebber toe. Alleen moeten we niet vergeten dat niet de liefhebber het voer op moet eten maar wel de duif. Van die duif verwachten we bovendien dat ze mede door dat voer een topprestatie levert. Het komt er daarom op aan een mengeling niet mooi maar vooral zo efficiënt mogelijk te maken zodat het dier zo optimaal mogelijk zou kunnen presteren wat wij er van verwachten.
Misschien ziet het er dan allemaal op het eerste zicht iets minder vertrouwd uit, maar voeding in topsport is dermate belangrijk dat daar makkelijk winst of verlies in kan zitten. Namaak is natuurlijk van alle tijden maar de wetenschap erachter is er niet en dan sta je er als liefhebber uiteindelijk toch weer alleen voor. Details komen dan niet uit de verf en daar zit hem nou precies de kneep.
Hout en hout is twee keer hout. Eik, beuk, canada….. het ene brandt bijvoorbeeld al rapper dan het andere als je het in de kachel zou gebruiken. Als je op een koude winteravond de kachel aanmaakt en je gooit er een blok populier op zal dat in eerste instantie wel hevig branden, doch al snel opgebrand zijn waardoor je een deel van de avond in de kou zou moeten zitten. Eikenhout bijvoorbeeld zou dan weer minder intensief maar langer gaan branden. De combinatie van de twee kan er net voor zorgen dat het en warm genoeg is en toch lang genoeg gaat branden om gezellig de avond door te komen. Natuurlijk kunnen we hout bij in de haard doen maar om het vergelijk te maken met onze duiven, die kunnen onderweg geen energie bijtanken en zullen het dus moeten doen met wat wij ze hebben meegegeven. Het voer wat wij ze geven is ten slotte de brandstof die de energie moet gaan leveren om het duivenlichaam toe te laten top te presteren. Die energietoevoer en de verbranding er van moet zo efficiënt mogelijk met zo weinig mogelijk afvalstoffen kunnen gebeuren voor een zo optimaal mogelijk resultaat. Koolhydraten zijn dan ineens niet meer gewoon koolhydraten. Zo zijn er bijvoorbeeld korte koolhydraatketens, middellange en zeer lange koolhydraatketens
Vetten? Er zijn vetten bij de vleet, goede en minder goede, elk met hun eigen vetzurenpatroon en ook dat is bijzonder belangrijk. Die vetzuren zijn namelijk de belangrijkste brandstof voor onze duiven. Zonnebloemolie of koolzaadolie, op het eerste zicht gewoonweg twee keer olie zondermeer, maar toch met een wereld van verschil.
Zo heeft elk graan en elk zaad zijn welbepaalde eigenheid en van die wetenschap kunnen we gebruik maken om onze duiven beter te laten presteren. Voor het kortere werk gebruiken we die granen en zaden en in die verhoudingen als energiebron dat ze op kortere tijd veel en makkelijk verbrandbare energie leveren. Moet er langer gevlogen worden, worden het andere granen en zaden in weer andere verhoudingen om het duivenlichaam toe te laten langer snel te vliegen. Een fondmengeling zal er dan weer nog helemaal anders uitzien.
Op de beurs was er bijzonder veel interesse. Mensen willen wel eens weten waar nu precies het succes vandaan komt en wat zo anders is dan anders. Liefhebbers zeggen dan wel eens: Ik doe het al jaren zus of zo en dat gaat goed. En terecht, als je dan die liefhebbers naar hun voersysteem vraagt is dat effectief ook goed! Wat goed is moet je niet drastisch gaan omgooien, maar dat betekent al evenmin dat het niet voor verbetering vatbaar is! Zoals de titel van dit artikel al zei, alles kan altijd beter, en moeten we daar als duivenliefhebber niet steeds naar op zoek?
Als liefhebber leer je ook je voer te “gebruiken”. Zuivering is niet altijd zuivering om maar een voorbeeld te geven. Er zijn zuiveringsmengelingen die pakweg 3 percent vet bevatten en er zijn er die wel tot 6 percent bevatten. Da’s niet alleen het dubbele, het zijn misschien wel geheel verkeerde vetzuren als je er wekelijks alleen maar de kortste afstand mee zou vliegen. Zuiveringsmengeling A is misschien goed als je wekelijks 100 km vliegt maar kan ontoereikend zijn als je daar bovenop je duiven dagelijks een flink end zou gaan lappen. De perfecte mix in een perfect schema bestaat niet echt omdat de situaties toch weer telkens anders zijn. De meest perfecte voeding is waardeloos als verder niet het gehele cirkeltje rond is. Niet gezonde, slecht gehuisveste, onvoldoende of verkeerd getrainde duiven zullen er ondanks goed uitgebalanceerd voer niets van bakken. Een wielrenner met veel talent, die alle dagen frietjes en de nodige hamburgers naar binnen werkt, zal harder en meer moeten trainen en zijn lichaam zal meer en sneller slijten om een topniveau te halen dan een op alle gebied goed begeleide wielrenner als een Sven Nijs. Je kunt dan wel wat geluk hebben een wedstrijd op niveau te fietsen maar het gehele seizoen met de besten willen meedraaien zal wel wishfull thinking zijn.
Een goed uitgebalanceerd voer beoordeel je ook niet op anderhalve week maar over een geheel seizoen. Net die weloverwogen samenstelling belast het organisme veel minder met afvalstoffen. Meer energie kan op die manier zuiniger aangewend worden om makkelijker thuis te komen, makkelijker te herstellen, vlugger en vlotter terug de energievoorraden aan te leggen voor alweer een volgende vlucht enz.
Doe er uw voordeel mee
|