Ik ben een van de 25.000 anonieme Nederlandse melkers, die de hoop koesterde dat de huidige bestuurdersploeg de Nederlandse duivensport uit het slop zou trekken. Deze ploeg had zichzelf onsterfelijk kunnen maken, wanneer ze bijvoorbeeld de Unieke Werkgebieden hadden geëvalueerd en corrigerende maatregelen hadden voorgesteld. Ze hadden als godenzonen een plekje mogen reserveren op de berg Olympus, wanneer ze het grote melkers legioen een goed doordachte toekomstvisie hadden geschonken. Nou, moet gezegd dat de Griekse goden het met elkaar ruzie maken tot een der schone kunsten hebben weten te verheffen. Dus, onze bestuurders bevinden zich wat betreft het onderling ruzie maken in goed gezelschap.
Alle gekheid op een stokje; even serieus. Het is toch eeuwig zonde dat een stelletje hoog opgeleiden melkers het niet voor elkaar krijgen om gezamenlijk een klus te klaren. Natuurlijk begrijp ik mieters goed, dat samenwerken niet eenvoudig is, maar als bestuurder heb je wel een verantwoordelijkheid op je genomen.
Vertel je verhaal
Keer op keer vraag ik me af: waarom vertellen die mannen hun verhaal niet aan ons? Het is mijn kerstwens – misschien wel namens 25.000 medemelkers – dat onze bestuurders stuk voor stuk in de duivenbladen of op de NPO site gaan vertellen: wie ze zijn, waarom ze bestuurder willen zijn en hoe ze de problemen willen oplossen? Ook op dit punt, begrijp ik dat jezelf “verkopen” geen gemakkelijke opgave is, maar het kan zoveel duidelijk maken. Het mag ook geen kwestie zijn van een keer je verhaaltje doen. Besturen is in de 21ste eeuw een zaak van in gesprek blijven met elkaar (melkers legioen en bestuurders) en vooral blijven polderen.
Voorbeeldfunctie
Bestuurders op het hoogste duivensportniveau hebben een voorbeeldfunctie. Of vindt u dat overdreven? In mijn visie is besturen een proeve van bekwaamheid afleggen in sociaal handelen. Dit gaat verder dan elkaar (af)wijzen op onfatsoenlijk taalgebruik. Het is misschien iets te hoog gegrepen, maar ik heb nog een wens. Ik wens dat onze bestuurders de komende feestdagen zich gaan verdiepen in de sociale basiswet. En die luidt als volgt: sociaal handelen is het welzijn van de ander als uitgangspunt nemen voor het eigen handelen. Moraal van het verhaal: het gaat mij als individuele melker er niet om wie gelijk heeft, of dat het Albert of Henk is. Het zal me een biet zijn. Wat ik wel wil is dat ze moreel leiderschap tonen, zodat we op gepaste wijze trots op deze mannen kunnen zijn.
Ten slotte
Wie denkt dat andere bestuurders het allemaal beter zouden doen, moet ik ernstig teleurstellen. Ook een volgende ploeg bestuurders zal weer dezelfde fouten maken als hun voorgangers. Het is daarom veel beter om lange termijn plannen te ontwikkelen, waarlangs opeenvolgende generaties van bestuurders kunnen werken. Elkaar het estafettestokje oversteken i.p.v. de ogen ermee uitsteken. Ik wens de huidige ploeg veel sociale intelligentie toe, waardoor het misschien gaat lukken om er in 2009 toch als een team uit te komen, daar in Veenendaal.
Rob van Hove, Leiden
|