Soms zitten mensen met problemen die geen problemen zouden mogen zijn. Ze breken zich de hersens suf over dingen die voor anderen vanzelfsprekend zijn. Ik wil over sommige zaken iets zeggen. Het zal voor velen oude koek zijn maar probleem met de schrijverij is dat de interesses van lezers zo verschillen. Of je moet uitpakken met kwaadsprekerij, sensatie of verdachtmakingen.
Daarmee scoor je wel bij een breed publiek maar dat is niet mijn stijl.
VERDUISTEREN
Neem nu verduisteren. Voor sommigen is het vanwege hun werk onmogelijk om ’s avonds en ’s morgens steeds paraat te zijn. Wel dat hoeft dus niet. Wat je kan doen als je bijvoorbeeld ’s morgens vanwege het werk niet thuis bent? In de namiddag verduisteren en als het donker is de verduistering opheffen zodat de dag normaal begint.
Aldus zitten de jongen toch nog het benodigde aantal uren in het donker en dat ze terug ‘licht’ zitten bij het ochtendgloren is geen punt. Het gaat er om dat ze hoogstens 10 uur per dag in het licht zitten, waar die periode ligt is van geen belang. EN het gaat er om geen slaaf te worden van je hobby omdat je je te gebonden voelt.
ZELFS VOORDELEN
Er zijn trouwens liefhebbers die wel thuis zijn en handelen als boven beschreven omdat het voordelen heeft. Als je ’s avonds in het donker de platen in het plafond wegschuift die het daglicht binnenlieten langs het dak herstel je de luchtcirculatie waar duiven alleen baat bij hebben. Het hok wordt ook droger als de duiven ’s nachts niet in een afgesloten ruimte zitten omdat de uitgeademde lucht weg kan.
Toen ik nog intensief met jongen speelde was 10 duiven tegelijk pakken en daarmee de 10 eerste prijzen spelen geen uitzondering dus kan mijn handelwijze onmogelijk slecht geweest zijn. In de hokken was glas in het voorfront maar OOK in het dak.
Ramen in het voorfront afschermen is geen probleem, licht dat via het dak binnenkomt wordt meestal afgeschermd door horizontaal een vals plafond dicht te schuiven. Boven de koppen van de duiven dus. Ik handelde anders.
Ik liet het plafond ALTIJD open en schoof een plaat voor het plastic in het schuin oplopend dak middels een kartrol en een touw als ik verduisterde. Dat deed ik ook bij bloedheet weer om de temperatuur te milderen. Glas aan de voorkant laat immers niet de grootste hitte door, wel glas (of plastic) in een schuin aflopend dak waar de zon loodrecht op staat.
WARMTE
Overigens lijkt warmte me niet zo’n probleem mits er voldoende zuurstof is. Ik was ooit bij fondkanon Dobbelaere. Die had een hok met plat dak en als je het opende sloeg je terug van de hitte. ‘Op dat hok speel je natuurlijk niet’ opperde ik destijds. Hij lachte. Dat had men al zo vaak gevraagd. Maar uitgerekend op dat hok werd het best gespeeld.
William Geerts heb ik in zijn glorietijd badend in het zweet van de hokken zien komen en ook bij Albert Marcelis had een vlieg het moeilijk te ontsnappen.
VOCHT is wel een probleem. Het doet de conditie kelderen, droogte doet de conditie stijgen. Dat zag je enkele weken terug. De vorst haalde al het vocht uit de lucht en de duiven kregen krijtwitte koppen en bloem op de pluimen.
Kunstmatige verwarming kan een machtig wapen zijn maar niet iedereen kan daar even goed mee om gaan.
VREEMD MAAR TOCH
Een van mijn hokken heeft alleen twee kleine ramen gericht op het noorden. In die ramen zit geen glas maar gaas. Je kan niet geloven hoe gezond de duiven op dat hok steeds zijn. Vanwege het klimaat uiteraard.
Het hok is van dik hout, ook het dak, en het is dat wat de warmte vast houdt, ondanks de gapende openingen aan de noordkant.
Wijlen Pol Bostijn was een natuurmens en had de boodschap al jaren terug begrepen. Die had hokken met een hoog zadeldak, tot aan de nok betimmerd met hout om de warmte op te vangen en vast te houden.
HARDEN
Het goede nieuws is dat problemen rond Adeno/coli lijken af te nemen. Te vrezen valt wel dat er andere ellende voor in de plaats komt zoals Circo virose. Daarom is het zaak te zorgen voor meer immuniteit, duiven met meer weerstand. Die krijg je door minder antibiotica te geven en ze te harden.
Nergens zijn de gezondheidsproblemen met jongen zo groot als in Duitsland en… nergens krijgen ze zo veel te slikken als daar. Reken maar dat het een met het ander te maken heeft. Hier zie je in de winter steeds meer duiven in buitenvolières.
EN je ziet een generatie jongere dierenartsen die, zoals in de humane geneeskunde, minder snel antibiotica toeschrijven.
TOEKOMST
Trouwens over ‘jonger’ gesproken, dat er weinig jongeren bijkomen is bekend. Maar het is wel een generatie, dertigers veelal, die steeds meer de macht naar zich toetrekts. Vreemd genoeg bedreigt die kleine minderheid de terugloop nog meer doordat ze met hun geldingsdrang en professionele instelling de kloof tussen de top en de rest nog groter maken.
Persoonlijk geloof ik niet dat de terugloop te stoppen is en de tijd met in elke straat een club komt zeker niet meer terug. Dan nog kan je veel plezier aan duiven beleven maar zaak is dan wel die dertigers in het spoor te blijven.
EIGEN SCHULD?
Gauw gaan we weer horen over verliezen van jongen van het hok. Veelal betreft dat duiven die een tijd vast zaten vanwege slecht weer. Dat is fout. Jongen verlies je vooral als die lange tijd niet buiten kwamen en die je dan bij schraal helder weer los laat. Zeker ’s morgens vroeg. Niets zo gevaarlijk als een strakblauwe lucht.
Laat ze vooral los bij donker, regenachtig weer. Je zal er minder verliezen. Dat je op moet passen voor mist en sneeuw spreekt voor zich. Leer je gezonde jongen straks ook goed op. Ervaring is enorm belangrijk.
ERVARING
Hoe belangrijk merk je als je je duiven lapt. Die met ervaring stormen huiswaarts. De andere draaien, zoeken, ‘weten’ het niet, verlaten soms niet eens de mand. Met Harrie van Boxmeer heb ik diverse lossingen bijgewoond in Quievrain.
Als oude, jongen en late jongen afzonderlijk los gingen was het verschil in vertrek gigantisch en zoals we later vernamen ook de concoursduur.
Daarom meen ik dat de winnaars op kortere vluchten niet die duiven zijn die het eerst aankomen, maar… die het snelst vertrekken!
© Ad Schaerlaeckens
|