Een aantal weken geleden had ik een zeer boeiend gesprek met iemand over van alles en nog wat. Uiteindelijk kwamen we na heel lang praten en discussiëren terecht bij de duivensport. Laat ik mijn boeiende gesprekspartner voor het gemak Jan noemen. Jan weet weinig of niks van de duivensport, maar zijn interesse op velerlei terrein is zeer breed. Jan is gezegend met een gezond verstand en een goede kijk op de dingen van alle dag! Eerst kwamen we bij zijn hobby terecht: het repareren en slopen van oude wasmachines, koelkasten, diepvriezers en meer van dat spul! Jan heeft een technische knobbel, waar ik mijn pet diep voor af neem! Hij ziet kans om van drie oude en afgedankte machines een heel deugdelijke te maken. Jan verpatst die weer voor een paar eurootjes. Erg knap, vind ik dat altijd!Bij ons in de club ken ik ook zo iemand. Ik kom er vrij regelmatig en sta altijd versteld van zijn technische kennis en inzicht. Ik ben ook een zoon van een man, wiens handen alles konden maken. Wat zijn ogen zagen, maakte hij! Mijn technische knobbel is helaas van een bedroevend nivo! Met de computer kan ik me net redden, maar daarmee is ook alles gezegd.
Hobby
Zoals gezegd kwamen Jan en ik uiteindelijk terecht bij mijn hobby: de duivensport. Ook daar ben ik geen uitblinker in, maar ik heb er nog steeds een tikkeltje lol in. En daar het gaat het mij uiteindelijk om. Jan wilde best iets meer weten van de duivensport. “Misschien, als ik wat ouder mag worden, ik ook wel duiven ga houden. Ja, het lijkt me een erg leuke hobby”! Ik spitste mijn oren en vertelde hem het een en ander over postduiven. Het viel mij al snel op, dat Jan ook erg geïnteresseerd was in de organisatie van de duivensport en alles wat daarmee samenhangt! Hij vond het “erg raar”dat niet alle afdelingen gelijk beginnen met de vluchten; niet alle afdelingen dezelfde puntentelling hebben. En er maar weinig verenigingen zijn, die een A en B klasse kennen. Dat beginnende liefhebbers en jeugd meteen moeten opboksen tegen de grote kanonnen? “De voetbalclub Prins Bernhard uit Uddel, maakt toch ook geen schijn van kans maakt tegen FC Utrecht of Ajax..Is het in de duivensport normaal, dat een beginneling, of jeugdlid die van toeten nog blazen weet, het meteen moet opnemen tegen gevestigde orde: lees kampioenen”, zei Jan gevat! Ik kon niet anders dan het een en ander volmondig beamen. En nog veel meer van dat soort punten (onopgeloste duivendiefstallen, fraude, falende kiesmannen en bestuurders die elkaar het licht in de ogen niet gunnen) passeerden de revue. Na dit boeiende gesprek ging ik naar huis! Onderweg moest ik alsmaar denken aan wat Jan te berde had gebracht.
Bestuurders
Inderdaad, er zullen krachtige bestuurders in Nederland moeten opstaan om de postduivensport te injecteren met kennis en bezieling! En die kerels zijn er (gelukkig) nog. Wis en waarachtig, alleen ze moeten wel willen. En de totale sport –wij met zijn allen dus – zullen als een man achter een goed functionerende organisatie moeten gaan staan! Veel te lang is er in de marge maar wat aan gerommeld! Het is de hoogste tijd om de bakens binnen onze bloedeigen organisatie te verzetten. De kiesmannen zullen hun verantwoording moeten nemen. De stoffige regentenmentaliteit moet resoluut op de helling. Geen pappen en nathouden meer! Nieuw beleid moet het credo zijn, geënt op visie, openheid, inspraak, affiniteit met de duivensport en het kostenaspect. En onder liefhebbers zelf: afgunst voor eeuwig en altijd uitbannen! Ja, dan pas wordt de duivensport –naar ik vurig hoop- weer interessant voor liefhebbers, die op het punt staan om af te haken. Heel misschien pakt dan een oudgediende, of een geïnteresseerde jongeman of meisjes de krabber en voerbus weer ter hand, en is er toch nog een sprankje hoop voor de toekomst van onze dekselse mooie sport!
Wim Pol
|