Het Nederlands kampioenschap afstandschaatsen of de Elfstedentocht, daar moest ik het afgelopen weekend aan denken, terwijl het toch stevig dooide! Beide kampioenschappen zijn verschillend en het zijn de uitzonderlijke witte raven die beiden aan kunnen. In algemene termen heb je voor beide een specialisme nodig en is het niet of nauwelijks te combineren. In die zin kun je de klassiekers van het weekend van de 20e juni Blois en Pau vergelijken met bovengenoemde schaatswedstrijden.
Schaatssport en duivensport
We beginnen deze keer met mijn persoonlijke mening op tafel leggen. Als ervaren elfsteden schaatser vind ik een afstand schaatskampioen een beter schaatsenrijder dan een Elfstedenrijder. Laat ik heel precies zijn. Hoe speciaal de sprint ook is (500 en 1000m) op die groep schaatsers doel ik niet, maar 1500m en/of 5000m rijders vind ik meer pure schaatsers, dan de rijders van die grote tochten. De absolute klasse van de schaatser zijn techniek, conditie en moraal. Deze komen op deze afstanden bij elkaar en er valt niks te compenseren. Heeft de rijder iets minder snelheid, dan valt het niet te compenseren door een betere moraal etc. Al de drie eigenschappen (de schaatstechniek, de conditie en de moraal) moeten meer dan maximaal zijn om een kampioenschap te winnen. Voor een marathonschaatser kunnen hier en daar steekjes worden opgevangen door te compenseren op één van de drie genoemde eigenschappen.
Welke combinatie is completer?
Met dat zelfde gevoel kijk ik naar de verschillen tussen de duiven op de mid-, dag- en overnachtfond. Mijn hart ligt bij de zware fond, maar in mijn hoofd is een stemmetje dat zegt dat die mid- en dag- fondduiven eigenlijk completer zijn dan... Dat de combinatie en kwaliteiten van coach en duif veel beter op elkaar zijn afgestemd op de mid- en dagfond fond, dan op de zware fond.
Het lijkt een grote sprong, maar ik denk dat de meeste duivenliefhebbers al aanvoelen waar ik naar toe wil. Laat ik er dan ook niet langer om heen praten. Ik denk dat een duif die op Blois in de top van het klassement is terug te vinden, dat die combinatie van liefhebber en duif en de kwaliteiten van die liefhebber en die duif het meest optimaal zijn ten opzichte van een Pau topper. Ik schreef al: “een persoonlijke mening”! Dat betekent dat ik hier niet zeg dat ik met deze stelling gelijk heb! Ergens binnen in mij is er dat stemmetje dat me laat denken wat ik hier in mijn praatje neerschrijf. Mijn punt is niet dat ik met die zinswijze gelijk heb of niet!. Waar gaat het met dan om?
Warme belangstelling tot koude verhoudingen
Opnieuw ga ik terug naar de schaatssport en de liefhebbers daarvan. Ongeacht welk evenement (een barre tocht onder extreme kou, Elfstedentocht. Nederlands - of Wereldkampioenschap, afstanden of een competitie over meerder afstanden) iedereen is in vuur en vlam en ze zijn allemaal supporter van elkaar ongeacht de afstand. Iedereen kent iedereen etc. en over dooien en vriezen gesproken die belangstelling is zo hartverwarmend dat het er bijna van gaat dooien.
Overwinning voor de duivensport
Dat bedoel ik nu als ik over de klassiekers Blois en Pau spreek. Die belangstelling voor elkaar, de waardering voor de prestatie over en weer etc. is er volgens mij niet of nauwelijks. IJs- en ijskoud om nog even in de sfeer te blijven. Die relatie tussen die twee groepen duivenmelkers is vaak “bevroren”. De één wordt niet warm van de ander. Daarboven is de waardering van die prestaties niets eensluidend om het voorzichtig te zeggen. Hier boven schreef ik “dat de combinatie en kwaliteiten van coach en duif veel beter op elkaar zijn afgestemd op de mid- en dagfond, dan op de zware fond”.
Maar wat ik echt wil zeggen, is dat de waardering en het respect voor elkaars specialismen nog heel wat kan winnen. Over winnaars gesproken: als dat zou lukken dan is dat een overwinning voor de duivensport!
Het kan vriezen of dooien!?
En ik, als het echt gaat vriezen, schaats ik weer de Elfstedentocht en kies vandaag en morgen als het dooit voor de overnachtfond. De toppers van Pau heb ik al gefeliciteerd. Maar bij deze van harte, voor al die topprestatie op Blois.
En de waardering voor deze column? Het kan (be)vriezen of (ont)dooien!
Tot een volgende keer
Jacob Kampermans
|