Home Duivensites.nl Eigen site? Overzicht Nieuws Contact Nieuwsbrief Agenda  
Duivennieuws, columns en artikels

Overzicht archief, postduiven-nieuws, columns en overige artikels voor en door duivenliefhebbers.

Uiterlijke kenmerken van crackduiven (2) Open printvriendelijke pagina
Gert Jan Beute  4-9-2009
 

Vorige week kon u deel 1 lezen, we gaan nu verder waar we gebleven waren en wel bij de verschillende beoordeelde onderdeln:

Lengte van het borstbeen

Ook hierover waren de meningen nogal verdeeld, zo zouden duiven met een kort borstbeen nooit goeden zijn. En zouden duiven met een extreem lang borstbeen tot aan de stuitbeentjes alleen op de lange afstanden uit de voeten kunnen.
Ook hier kan ik zeggen dat het niet waar is, vooral niet het gerucht over die korte borstbenen, veel van de supers in dit boek hadden juist een erg kort borstbeen, zo kort zelfs dat de duif met Eén hand niet vast te houden was en naar voren helde. Nee, bij enkelen en zelfs bij de allerbeste was een kort borstbeen aanwezig.
Wat wel opviel dat gemiddeld gesproken de betere dag en overnachtfond duiven een langer borstbeen hadden, en dat enkele pure asduif types (W.H.Z.B of B.O.T.B.) kortere borstbenen hadden. De onderlinge verhouding borstbeen/spieren vertelde me wel wat over de afstandgeschiktheid maar daarover meer bij spieren.

Stuitjes of legbeentjes

Over het onderdeel stuitjes of zoals u wilt legbeentjes had ik zo mijn eigen mening, en ik kan u zeggen dat dit voor 100% klopte met de duiven die ik voor dit onderzoek in mijn handen kreeg.
Bij enkele superkwekers(doffers) zat er tussen de stuitjes een ruimte van plusminus 2 mm, dus je nagel zou er net tussen kunnen, maar wel moet verteld worden dat dit dan doffers waren die nooit gespeeld waren, dus hun spieren nooit op volle spanning hadden gezet. Bij enkele duivinnen die net gelegd hadden (minder dan 2 dagen) of bij diegene waar achter aan gejaagd werd door de doffer stonden de stuitjes ten tijde van de bezichtiging iets open maar dat is normaal. En bij oude kweek duivinnen waar jaar in jaar uit mee gekweekt werd waren ook enkele met een niet geheel gesloten stuit. Maar bij 95% van alle duiven in dit boek waren de stuitjes of zoals u wilt legbeentjes als aan elkaar gelijmd en kon er zelfs geen vloeitje tussen. En ook niet geheel onbelangrijk in dit “stuiten” verhaal is dat geen enkele Crack smalle of puntige legbeentjes bezat, en ook dit is iets wat ik toch op keuringen heel regelmatig tegen kom.

Spieren

Wat me met het spieren keuren echt is opgevallen is dat de beste eendaagse of twee daagse fondduiven lange spieren hadden, tot het einde van het borstbeen voelbaar en dat borstbeen meestal ook nog tot aan de stuitbeentjes doorliep. Maar het meest opvallend was dat de duiven die op de langere vluchten uitblonken tussen het borstbeen en de spier een ruimte hadden van zo’n halve centimeter. Dus even voor de duidelijkheid; zowel aan de linker als rechterzijde van het borstbeen eerst een halve centimeter niets en dan de spier die onder je vingertopjes voelt als een half opgepompte binnenband van je fiets.
Bij de betere vitesse/midfond duiven waren de spieren meestal strak tegen het borstbeen aan gelegen, en waren ze soms wat korter. Maar ook hier weer opgeblazen als een fietsband. De Vitesse/Midfond cracks hadden iets meer trilling in de spieren.
Bij de spieren moet er wel een grote maar bij, enkele superduiven op de vluchten tot 500 km hadden een lange spier tot aan het einde van hun lange borstbeen, maar wat bleek dan steeds, deze duiven waren door hun bazen nooit op de lange vluchten gespeeld omdat ze zo super presteerden op de “korte” vluchten, en hadden zo de kans niet gehad om zich te laten gelden op de “lange” vluchten. Dus qua spieren zouden ze wel verder gespeeld kunnen worden maar werden door de angst van de baas nooit getest.
Maar ook duiven met korte spieren en dicht tegen het borstbeen aan liggend waren soms super gebleken op de lange afstanden, maar daar moet bij verteld worden dat het dan snellere fondvluchten waren of dat de duiven kapot thuis kwamen na hun “lange” avontuur.

Pluimkwaliteit

Hier is het verschil tussen goede en slechte duiven wat makkelijk te omschrijven. Iedere topper had een zachte pluim, veel kleine pluimpjes/dons en een dicht verenpak. Bij geen enkele topper kon je met Eén beweging door de achtervleugel(broek) of voorvleugel(actieve) heen prikken, iets wat je bij slechte duiven juist heel erg vaak tegenkomt.
Dus hier is het gemakkelijk een slechte er uit te pakken, duiven met een droge,harde pluim zijn nooit goeden.
Bij enkele duiven die ik voor dit boek in handen kreeg waren de schachten in de slagpennen wat dikker (breipennen) , maar dit waren maar een paar, verreweg de meesten hadden dunne schachten of zoals u wilt naalden in de slagpennen.
Ik vermoed zelf, maar dat is meer mijn eigen gedachte en niet bewezen dat het met voeding of het gebrek er aan in de ruitijd te maken heeft. Dit komt door dat het me opviel dat twee aangekochte toppers dikkere schachten hadden dan de eigen toppers van die betreffende liefhebber.
Iets waar ik niet specifiek naar keek maar wat me wel opviel was dat bijna alle toppers in dit boek veel pigmentatie(melanine) hadden in de toppen van de slagpennen en in het uiteinde van de staart. In ruim 90% hadden de duiven een zeer donkere “bloedband”, dit is het diep pigmentatie gedeelte van de staart, die vrij lang doorliep, dus bleke pennen en of staarten kwam ik bijna niet tegen, behalve bij vale, rode of schimmel kleuren natuurlijk of oude duiven.

Ogen

Over de ogen van een duif raken we niet uitgesproken, je hebt ogenkeurders waarbij het oog bovenaan hun lijstje staat betreffende goed of slecht, aanhouden of doodmaken, maar daarentegen heb je ook mensen die er totaal niet in geloven en zelfs faliekant tegen het ogen staren zijn. En dan hem je nog de grote groep van liefhebbers die graag naar een mooi gekleurd oog kijken maar in principe niet weet waar ze naar kijken moeten. En mijn persoonlijke mening is dat wanneer mensen faliekant tegen het ogen keuren zijn ze er niet voor uit durven komen dat ze het eigenlijk niet snappen, en daarom zo’n negatieve houding aannemen.
Persoonlijk ben ik een fervente ogen kijker maar wel met enkele grote maren.
Duiven die zwak ziek of misselijk zijn maar een prachtig oog bezitten maak ik dood, duiven die van een kermiskoers nog niet thuis komen maar een prachtig oog bezitten maak ik dood en duiven die slecht van bouw zijn, slechte pluim bezitten of waardeloze spieren hebben maar met een prachtig oog maak ik ook dood.

Ik bedoel daar alleen maar mee te zeggen, waneer je als keurder op je eigen hok of nog erger bij iemand anders alleen naar de ogen kijkt het slecht met jou of hem afloopt. Je hebt dan snel een hok vol met prachtige ogen die geen prijs meer winnen. Nee, eerst naar natuurlijke gezondheid, bouw en prestaties kijken en dan naar de ogen.
Uit welke onderdelen bestaat het oog?
In het midden van het oog hebben we die zwarte stip, dat is de pupil, maar dat weten we allemaal wel. Daaromheen komt de verkenning of anders genaamd de oriëntatie cirkel, gelijk hier om hebben we de eigenlijke kleur van de ogen, dit is of geel of wit, meer hoofdkleuren bestaan er niet. Dit is in feite de ondergrond van het oog waar de iris kleur weer op ligt. Hier komt ook de benaming Geeloger of Witoger vandaan. Natuurlijk zijn er ook goud of groenogers, maar deze behoren tot de groep geelogers. En soms hoor je de omschrijvingen; ijs of grijsogers maar deze vallen gewoon onder witogers, in principe bestaan er geen ijs en grijsogers, zij danken hun naam aan de kleur van de verkenning cirkel.
En dan als laatste hebben we nog een zwarte ring om de iris heen, deze wordt Vermeyeren cirkel genoemd, maar hierover straks meer.

Maar enkele dingen vallen natuurlijk wel op, ik moet eerlijk zeggen dat bv. grote pupillen bij cracks nooit voorkomen, zelfs wat we in de volksmond normale pupillen noemen zie je bijna nooit. Nee, zo goed als alle duiven die ik mocht bekijken hadden een kleine tot zeer kleine pupil.
Maar ook een discussie punt als de dikte van de iris bestudeerde ik aandachtig, natuurlijk omdat ik daar al een “eigen” mening over had, maar juist en vooral om mijn mening te staven aan de werkelijkheid(de Cracks).
Op verkopingen of bij de mensen thuis hoor je wel eens; “nu nog een platte iris, maar de dikte komt er nog wel op” Ik kan u vertellen dat is niet zo.
Als duiven tijdens hun eerste vluchten als jong nog steeds een “waterig” oog hebben, en dan is waterig mijn omschrijving voor een platte iris, de echte dikte, de “bergen en ravijnen” er niet meer opkomen.
En natuurlijk heeft een duif van twee jaar oud, meer dikte en vooral kleur in de ogen dan een pieper van zes maanden oud, maar als de aanleg er niet voor zichtbaar is komt het er nooit meer op.
Maar moet een duif een “dikke” iris hebben? Nee, natuurlijk niet, niets moet, maar ook hier zijn wel weer dingen die opvallen.
Bij geen enkele duif die ik in de handen kreeg en qua prestaties als crack bestempelde zag ik een platte iris, en reken maar dat ik veel platte irissen tegen kom bij “gewone” duiven tijdens keuringen, alleen niet bij deze “crack” duiven dus.
Een paar duiven hadden een gewone iris, d.w.z. met een minimum aan correlatie en een minimum “kersen” rood, maar de meesten hadden een dikke tot zeer dikke iris.
Bij een dikke of zeer dikke iris bedoelen we de “kleur” die om de oriëntatie cirkel en grondkleur ligt, en dat het lijkt alsof de kleur (kersen rood) boven de pupil uitkomt, alsof de kunstschilder teveel verf heeft gebruikt, het ligt er op zeg maar.

Bij duiven die “crack” zijn geworden door de prestaties van hun directe kinderen en of kleinkinderen was het verschil nog groter, deze duiven zoals Golden Lady en Amorè van Koopman, Geschelpt Kannibaaltje, Chicago, Porsche Bond van Eijerkamp, Lowieke en Supercrack van v.d. Pasch, Vooruit-vlieger van Schuiling, Sven van de Vries en Zoon, De Ringloze en de 959 van Prange en zo kan ik er nog een paar opnoemen hadden zo’n dikke iris dat het leek alsof de pupil in een krater lag en dat de iris een hooggebergte was.
Nu waren er bij die crack-kwekers toch een paar met een gewone of “iets” dikke iris, konden dat dan wel superkwekers zijn zonder die extreem dikke iris? Ha, keken we dan naar hun vaste partner dan bleek op hem of haar zo’n Super-iris te liggen, dus was dat dan de eigenlijke Crack niet? Maar duiven die met meerdere partners goede tot zeer goede duiven voortbrachten hadden allen zo’n Super-Iris, dus kan de conclusie niet anders zijn dan dat “Superkwekers” Super-irissen hebben. Al kun je het ook hier weer niet omdraaien, niet alle duiven met een extreem dikke iris zijn superkwekers.

Voor de verkenning cirkel had ik ook speciale aandacht, er word namelijk wel eens gezegd dat niet iedere duif die heeft, ik kan u vertellen dat klopt niet, iedere duif heeft er Eén maar ze zijn door hun kleur en of breedte niet altijd als zodanig te herkennen. De meest voorkomende kleur is antraciet, en dit is een donkergrijs, bijna zwart soms en daarom voor velen niet te vinden naast de zwarte pupil. Wat ook heel vaak voorkomt bij zowel cracks als prullen is een gedeeltelijke antracietkleurige cirkel, deze is dan aan de voorzijde antracietkleurig en aan de achterzijde geel of grijs, het lijkt dan alsof een duif scheel kijkt omdat hij een iets verbrede pupil heeft, wat dus eigenlijk gewoon een stukje verkenning cirkel is. Verder is geel een vaak voorkomende kleur voor deze cirkel, dit is ook de oorspronkelijke kleur van de duif en is de witte kleur gewoon een mutatie. Geel is ook de meest voorkomende kleur voor de “ondergrond kleur” en is geel ook nog dominant over wit, zeer opvallend is dan dat onder cracks de witte kleur onevenredig veel voor komt.
Maar net als bij de irissen heb je ook bij de verkenning cirkels duidelijk onderscheid tussen de super vliegers en de superkwekers, die van bovengenoemde “beroemdheden” zijn breder dan die van de super vliegers en zeker die van “nietsnutten” die duidelijk een smallere verkenning cirkel hebben.
Dus kunnen we zeggen dat de gemiddelde Crack vlieger een dikkere iris heeft, een kleine pupil en een iets bredere verkenningcirkel. De Super kwekers hadden duidelijk een dikkere iris, meer kleur (kersenrood) en vaker zwarte vlekjes en streepjes in deze iris en een iets bredere verkenning cirkel dan de Super vliegers.
En is de kleur van de verkenning cirkel bij crack duiven in het algemeen vaker Antraciet kleurig dan bij “gewone duiven” die vaker een gewone gele of grijze cirkel hebben.

Bij het onderdeel Vermeyen cirkel bleken toch diverse factoren een grote stempel te drukken. Zo kun je stellen dat bij jonge vogels in de kracht van hun leven de Vermeyen (of gezondheids) ring mooi breed en diep zwart is, maar is er wat aan de knikker, heeft een duif net een zware prestatie geleverd, heeft hij net twee jongen grootgebracht, is hij niet optimaal gezond of gewoon oud (en af) dat dan de kleur en dikte sterk afneemt en soms zelfs geheel verdwijnt.
Wat nu blijkt uit de vraaggesprekken met de liefhebbers, dat een duif die altijd een mooie zwarte Vermeyen heeft, niet gespeeld moet worden als hij (soms tijdelijk) bleek word, je bent hem bijna altijd kwijt of hij komt totaal uitgeblust thuis. Dus eigenlijk is gezondheidsring een goede benaming, voor tot nu toe bekende term Vermeyen cirkel.

Vleugels, lengte, verspringing en verhouding laatste pennen

Ook over de vleugel theorie zijn tientallen boeken geschreven, de man die wereldwijde bekendheid verwierf met zijn eigen “Vanderschelden” theorie was Charles Vanderschelden, hij die samen met zijn vriend Somville (bron: Zo kweken en spelen kampioenen van Victor Vansalen) had ontworpen.
Enkele dingen die hij toen omschreef staan heden ten dagen nog kaarsrecht overeind, waaronder de buigzaamheid van de laatste vier slagpennen. En de zijdeachtige kwaliteit van de pluimen.
Ten eerste keek ik bij mijn onderzoek naar de lengte van de vleugels en dan steeds ten opzichte van het diep pigmentatie gedeelte van de staart (ook wel bloedband genaamd), en hier kon ik geen overeenkomst vinden tussen de toppers, er waren net zoveel cracks bij met een vleugel tot aan de bloedband als duiven die er “ver” overheen kwamen, dus hier hoeven we niet meer naar te kijken. Wat wel gelijk opviel was dat alle Cracks een smalle staart hadden waarbij steeds Eén pen te zien was met een “ietsje”van de onderliggende pennen, dus ook hier bij de toppers uit dit boek geen brede staarten (pauwstaarten).
Hierna keek ik naar de verspringing tussen de achtervleugel (broek) en de voorvleugel (actieve vleugel). Geen enkele topper had een langere achtervleugel dan voorvleugel, een paar hadden een ietsje verspringing maar dan moet ik er bij vertellen dat deze duiven tot 1100 mpm hun prijs wonnen en onder deze grens hun beste resultaten neerzetten, maar met snellere vluchten duidelijk te kort kwamen. De meeste duiven hadden een verspringing tussen 0,5 en 1,5 cm, maar hier kon geen kwaliteitsverschil aan gerelateerd worden.
Ook bij het bekijken van de laatste slagpennen (de laatste drie) kwamen geen grote verschillen te voorschijn, er waren toppers bij met de 8e,9e en 10e pen gelijk qua lengte, heel veel hadden de 8e en 10e gelijk en was de 9e wat langer en enkelen hadden de 9e en 10e wat langer. Het enige wat opviel, en zeker niet onbelangrijk was dat die liefhebbers die extra aandacht aan de voeding besteden in de rui tijd zoals bij de Gebroeders Atema en Bas en Gerard Verkerk de laatste pennen op hun duiven allemaal mooi lang waren geworden en dan steeds vooral de 10e (buitenste). Maar wat zeker ook opviel maar waar ik niet specifiek onderzoek naar deed was de ventilatie tussen de pennen, elke topper had in meer of mindere mate ruimte(ventilatie) tussen de laatste vier pennen(7e, 8e, 9e en 10e), maar er bestaan ook duiven die veel ventilatie hebben tussen de eerste zes pennen, en die kwam ik bij de toppers weer niet tegen. Deze “kippenvleugels” zien we dus niet bij toppers op welke afstand ook.

Oogwaarden

Hoe kom ik aan de term oogwaarden, en hoe werkt het. Laat ik voorop stellen dat dit niet op wetenschappelijk onderzoek gestoeld is maar dat is natuurlijk in principe niets in de duivensport. De Engelsman Bryan Vickers en later de Duitser Josef Hofmann en de Nederlandse Jos Evers hebben ook hun eigen oogwaarden systeem, maar die werken anders dan de mijne, zij hebben een puntentelling van 35 tot 50 en geven met lettertekens en kruisjes de kwaliteit(waardes) aan. Mijn beoordeling bestaat gewoon uit rapportcijfers van 4 tot 10, maar tienen worden niet gegeven, maar vieren en vijven toch redelijk vaak. De puntentelling (het rapportcijfer) is bij mij ook nog verdeeld in vlieg- en kweek waarden, het kan dus ook voorkomen dat een duif voor vliegwaarde laten we zeggen een 7 krijgt en voor kweek een 8+, dat heeft alles te maken met wat ik in het oog zie. Een “vliegoog” begint op een 6 en krijgt naar gelang de pupil kleiner dan gemiddeld is er punten bij, tevens kan het “vlieg” oog punten verdienen door een bredere verkenning cirkel, bredere Vermeyen Cirkel en door het meer of veel bezitten van snelheidsstreepjes en afstandslijnen maar ook de bewegelijkheid van de pupil telt zwaar mee.
Ook het “kweekoog” begint standaard bij een 6, maar hier telt de dikte van de iris heel zwaar mee, maar ook de kleur van de verkenning cirkel ten opzichte van de iris en de kweekrillen in de iris (dit zijn de kraters in de iris). Maar heeft een duif al bij alle deze onderdelen super gescoord dan kan hij met zwarte streepjes en vlekjes in de iris nog iets hoger uitkomen, en ik moet toch eerlijk bekennen dat de beste kwekers (in dit boek) ook qua oogwaarden het hoogst scoren…

Resumé

Wat is me nu het meest opgevallen tijdens dit onderzoek? Dat je op je eigen hok alle duiven met een open stuit, vleugels waar je door heen kunt steken, droge of harde pluim, bleke of platte irissen, grote pupillen, slechte spieren, brede staarten en slechte gezondheid zonder pardon op kunt ruimen, en dat is op de meeste hokken toch zo’n 50% en dat er bij de overgebleven 50% de goeden zitten maar ook nog een gedeelte dombo’s die gewoon alles uiterlijk mee hebben maar het zit niet in hun kopje, en daar kunnen we (nog) niet inkijken.
En als belangrijkste voor mij als ogen-kijker is dat mijn mening over ogen en dikte van de irissen van super kweekduiven compleet gestaafd werd. Dus een ogenkijker, stuitjes- en spierenvoeler blijf ik, want het bleek waar!
Veel plezier bij het lezen en vooral vergelijken van al deze toppers.

Nog even een zeer belangrijke nood, alle prestaties die bij de duiven staat zijn door hun zelf opgegeven als te gebruiken in dit boek, wanneer dit niet klopt om wat voor reden ook zijn zij zelf verantwoordelijk en niet de auteur.

 
Wilt u reageren? Stuur dan een email naar de redactie.
 
Zonder nadrukkelijke voorafgaande schriftelijke toestemming van Duivensites.nl is het niet toegestaan materiaal van Duivensites.nl te publiceren, kopieren of reproduceren voor gebruik op uw website of die van iemand anders.
 
<<< Terug
Cees van Heijst

M. van Ginkel

Marcel van Zanden

Hans de Ruig

Huub Hermans

Nico Jan Koenders

Super Fondclub G.O.U.

Familie Huizer

Aad Beerendonk

Van Elsacker-Jepsen

IFC Hoogerheide

Comb. Verweij-de Haan

Duiven vliegen zonder grenzen.
Tijdens mijn loopbaan heb ik vele dierenspeciaalzaken bezocht. Zo ook een winkelier in het oosten des lands. Het was daar altijd hetzelfde...
Eendaagse Fondspiegel en Het Spoor der Kampioenen slaan de handen ineen!
Afgelopen week heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen Lex de Jongh van Het Spoor der Kampioenen en Ronald Veenendaal en Falco Ebben namens De Eendaagse Fondspiegel.
Lambert van Erp, Berghem: 1e Cat. 1 Eendaagse Fondspiegel Jong 2018
Voor de volgende reportage van de Fondspiegel reizen we af naar Berghem. Hier woont Fondspiegel kampioen in de categorie jong: Lambert van Erp.
Ad van Loon uit Halsteren, winnaar totaalklassement Eendaagse Fondspiegel Oud 2016-2018
Voor de winnaar van het totaalklassement van de Fondspiegel Oud reisden Falco en ondergetekende dit jaar af naar Halsteren waar Ad van Loon woonachtig is.
Kweekvoer zonder erwten?
Het is inmiddels alweer winter en vele liefhebbers zijn volop aan het kweken. In dit artikel wil ik het kweekvoer met al zijn mogelijkheden eens onder de loep houden.
Vragen over verliezen van jonge duiven
Vele malen ben ik al gevraagd om te reageren op verhalen in de duivenkranten. Het zou elk jaar slechter worden met de jonge duiven. In Nederland, België, Duitsland...
Uitnodiging Kijkdag 2018 Gerard Koopman
Op vrijdag 23 februari 2018, iets later dan in de jaren hiervoor, organiseren wij een open huis/kijkdag. Graag willen wij u uitnodigen om deze dag met ons te beleven...
Besturen
Schreef ik in mijn vorige bedenking iets over het “afgeven” of te wel “neersabelen” van mensen die bestuurlijke verantwoordelijkheid nemen?

Ode to Dolores (27-1-2018)
Chiazaad (25-1-2018)
Andere tijden (22-1-2018)
Vaste voetringen (21-1-2018)
Winnaar categorie 2 van de Eendaagse Fondspiegel Jong, Fokje Elzinga uit Harkema (18-1-2018)
Gember en Kurkuma (5-1-2018)
A.A. Jurriens - Zutphen: 1e Categorie 1 Eendaagse Fondspiegel Jong 2017 (31-12-2017)
Belangrijker dan kwaliteit (30-12-2017)
Ziektezorg: Wormen (15-7-2017)
Weg met antibiotica... (15-10-2016)
Minimaal succesje (26-5-2016)
De Pestkop (II) (1-5-2016)
Welke duivenmelker gaat verhuizen? (7-4-2016)
De Pestkop (I) (3-4-2016)
Coolbird heeft een nieuw jasje gekregen (30-3-2016)
Matador nieuwsbrief: Papegaaien wijzen de weg. (25-3-2016)
Code gekraakt? (25-3-2016)
Duivenproducten online bestellen (19-3-2016)
Geslaagde huldiging Eendaagse Fondspiegel 2015 (15-3-2016)
Bijproducten op de vitesse-vluchten. (15-3-2016)
Nieuwe veilingsite (9-3-2016)
Wat geef ik aan bijproducten tijdens de vluchten? (7-3-2016)
Best gelezen...
 
No items found.
 
(Advertenties)

 

Gezondere duiven door gezond licht!

Ad Schaerlaeckens