Is het om te lachen of om te huilen. Waargebeurde verhalen met een vleugje kritiek. Als je een goede 55 jaar in de duivensport zit dan heb je wat meegemaakt, dat kan niet anders, dan ben je natuurlijk al behoorlijk op leeftijd en moet je op gaan passen dat je niet te ver terug gaat kijken, want dan gaan ze je ook nog oud en sentimenteel noemen en zonder dat je er erg in hebt sta je dan buiten spel. Toch maar proberen.
Zo heb je vluchten die de mensen aanspreken, zeg maar rustig "klassiekers", St.Vincent is er zo één, Barcelona ook, beide voor de zware fond liefhebbers. Orleans jonge duiven, voor de programmaspelers en de specialisten, behoorde ook tot dat rijtje en was misschien wel de grootste. Was, want jaren terug besloot het toenmalige NPO bestuur dat de duivensport een andere image moest hebben, dat vooral de vluchten met de jonge duiven korter moesten, juist dat deed het goed naar buiten, naar de verschillende milieu en actie groeperingen. Weer een commissie erbij met wat wijze mannen en de klus was geklaard met toestemming (zoals meestal) van de kiesmannen, want de voorzitter van dat plukje mensen duldde geen tegenspraak, men moest niet zeuren, klaar. Maar nu komt het en dat heb ik nooit begrepen, dat kan ook aan mij liggen, de woordvoerder en nog enkele leden van die commissie waren zogenaamde grote fondspecialisten of -liefhebbers, die hebben helemaal niets met jonge duiven en totaal geen belang bij "Orleans jonge duiven", die spelen Barcelona, en leren meestal hun jongen met de natour op vaak zonder te klokken. Een belangrijk punt in deze zaak was het verspelen van duiven, alsof er op de grote fond nooit duiven verspeeld worden. Het geheel is natuurlijk om te huilen maar dat juist een fondspecialist het naar buiten moest brengen is werkelijk om te lachen. Je kunt het ook samenvatten: belachelijk.
Dat de duivensport in een dip zit weet onderhand iedereen wel, dat we er met z'n allen wat aan moeten doen is ook duidelijk. Om niet weer dezelfde fouten te maken moet je jezelf afvragen hoe het zover heeft kunnen komen, waar is het mis gegaan. Kijk het gaat natuurlijk nooit ineens mis, dat proces heeft zich vele jaren terug al op gang gezet. Toch is één van de oorzaken vaak een zwak bestuur, een bestuur met geen visie, met te weinig kennis en niet onbelangrijk met te weinig duif in het hart. U kunt het geloven of niet, er was eens een (belangrijk) bestuur waarvan één bestuurder een paar duiven had maar geen tijd en dus maar niet meevloog, nog een bestuurder die zei dat hij eigenlijk een andere hobby had namelijk het lange baan schaatsen, dat was zijn grote liefhebberij en een derde bestuurder die had een allergie voor alles wat duif was en had dus helemaal geen duiven, toen men hem vroeg wat zijn binding met de duivensport dan wel was werd geantwoord: Ik koop een bonnetje voor een jonge duif en zet die dan in op de éénhoksrace. Dat je voor penningmeester of secretaris geen kennis van duiven nodig hebt om een goed te functioneren is bekend maar dan moet je jezelf niet mengen in belangrijke beslissingen of nog beter niet stemmen, dat moet je overlaten aan mensen met kennis van zaken, die een duif in hun hart hebben, ja toch? Als je er goed bij nadenkt is het geen wonder dat er de raarste beslissingen werden genomen en dat het met dit bestuur ook helemaal mis liep . Al met al diep treurig, maar als je het tegen een buitenstaander zegt gilt die het uit van het lachten, maar begrijpt er niets van.
Sommige voorvallen blijven in je geheugen gegrift staan zoals ook de eerste maand dat ik lid van de duivenvereniging dus ook van de NPO werd (1954 ), het was in die tijd dat er nog soms met de gummi gelopen moest worden en ze zowat de tijd aannamen die je zei als aankomst tijd en waarachtig maakte ik ook meteen het eerste fraude geval mee en wel op een totaal onbelangrijke paasvlucht waar het ging om 10 eieren. De duif arriveerde zowat eerder dan dat ze gelost was, het tweede oneerlijke geval wat ik meemaakte was van een ander niveau en jaren later. Putten had toen ruim honderd liefhebbers verdeeld over 2 verenigingen een zaterdag- en een zondagvereniging. Als zaterdaglid ging ik dan op zondag letten bij een duivenvriend, ik ging daar kijken omdat er in een straal van 100 meter 4 hokken stonden, dus je kon veel duiven zien aankomen. We stonden goed en wel klaar, gespannen en al, toen we een geweldige klap hoorden, die was zo hard dat het leek alsof er een olifant geland was, even later kwam de buurman liefhebber triomfantelijk zeggen dat hij gedraaid had en dat het een rondvolle was die dan ook voor de hoofdprijs (een horloge) stond. Wat schetst onze verbazing als korte tijd later het voltallige afdelings bestuur voor zijn deur staat met de zogenaamde winnaarduif in de handen, die hadden ze voortijdig uit de mand gehaald, hij was al verdacht, alleen hadden ze nu het bewijs. Maar het meest verbaasden we ons nog over de mensen, die tegen beter weten in, het nog voor hem opnamen, met geleuter als "ze willen hem wat flikken", of "ze zijn jaloers", ze wilden zelfs nog een advocaat voor hem betalen, wijselijk weigerde hij dat en stopte met duiven, verstandig, want alleen de allerergste hebben geen schaamte gevoel. Ik kom hem nog wel eens tegen, over duiven wil hij het niet meer hebben, indertijd wist ik niet goed wat ik er van moest denken, nu lach ik er om, misschien wel als een boer met kiespijn.
Je ziet steeds meer dat afdelingen beslissen oude duiven naast de jongen te spelen, dat is vooral voor de ouden belangrijk en dan speciaal voor de rui. Duiven die 4 weken na half juli stil liggen vallen in de rui, dat is niet tegen te houden (tussen de laatste midfond vlucht en de eerste opleer vlucht voor de natoer zit 4 weken). Voor de jongen schijnt het dat als er ouden gelijktijdig gelost worden er minder verliezen zijn. Voor de penningmeester niet onbelangrijk, zijn de volle wagens, dus eigenlijk niets dan voordeel. Dat dachten wij ook een paar jaar geleden toen we het in de vereniging voorstelden, mooi mis, iedereen was er optegen. Niet uit het veld geslagen probeerden we het jaar daarop rechtstreeks bij de afdeling het voorstel in te dienen ook omdat we ervan overtuigd waren van ons gelijk wat dit voorstel betrof. Natuurlijk wisten we ook wel dat je als lid niet een voorstel rechtstreeks bij de afdeling in kunt dienen, maar nee hadden we al, dus toch geprobeerd. Om een lang verhaal kort te houden het antwoord dat we kregen luidde als volgt: je moet de liefhebbers de tijd gunnen om te koppelen voor de natoer (4 weken) en ze hadden eigenlijk geen tijd voor zulke onnozele vragen die nergens op slaan. Wij zetten de doffers en de duivinnen bij elkaar in schat maar een paar minuten en ze zijn gekoppeld ook als alles tegen zit in zeg maar een uur. We kregen het antwoord via de mail, ik heb zitten kijken, nog een keer zitten kijken en ben toen in lachen uitgebarsten, later dacht ik, ze doen maar we passen ons wel aan.
Denk er om lachen is gezond.
Co Verbree
|