Viel het u ook zo op toen u in Rosmalen kwam? Er heerste een duidelijk nieuwe sfeer die tot uitdrukking kwam in lange rijen blije gezichten. Waar je ook keek, opgewekte en vrolijke duivencoaches. Dat kwam natuurlijk omdat het NPO-bestuur en directie iedereen bij de ingang hartelijk verwelkomden, ze een joviale klap op de schouder gaven en honderduit praatten over het nieuwe elan! Want de duivensport zal nooit meer hetzelfde zijn na de ‘vlucht naar de toekomst’. Mensen werden de stand van onze organisatie ingezogen door de lonkende leuzen en posters en de goedlachse medewerksters van het bureau. De frisse wind rook werkelijk heerlijk en beïnvloedde alle onderdelen, bewierookte de stands en – misschien heb ik het me verbeeld – zelfs de duiven op de bovenverdieping zagen er mooier uit dan anders. Sommige mensen bleven uren in verrukking kijken naar die showduiven. Vroeger keek men er niet naar om, toen telde alleen de beurs en de huldiging.
Ach, had u het ook niet graag gewild? Ik wel! Misschien heb ik me als oude rot teveel laten meeslepen door de euforie in de persberichten en had ik stiekem echt gehoopt dat de kiem van verandering al een klein beetje zichtbaar zou zijn geworden. Natuurlijk, in een aantal officiële toespraken kwam de nieuwe weg en het aanstaande beleid wel aan de orde. Ook bij andere gelegenheden wordt de ambitie niet onder stoelen of banken geschoven. Dat is allemaal dik in orde, het geeft alleen nog niet het gevoel dat de aanstaande verandering al echt doorleefd wordt.
Kent u die mop van die ongeneeslijk zieke man die bij de dokter komt? Hij vraagt de dokter om advies en diens antwoord is “U moet veel modderbaden nemen”. Op de vraag van de patiënt of dat dan helpt antwoordt de dokter: “Dat niet, maar dan kunt u alvast aan de grond wennen”.
Ik moest aan dit mopje denken toen ik eens aan prakkiseren was over de opmerkelijke verschuivingen die in de afgelopen periode hebben plaatsgehad. Vorig jaar nog meldde Albert Jan de Jong aan de Algemene Ledenvergadering dat hij een rijk man was, aangezien hij getrakteerd werd op gratis modderbaden in de pers en met name op internet. Die vuilspuiterij van hooligans op de diverse fora was hem een doorn in het oog en hij nam er openlijk afstand van. Inmiddels moet iemand hem hebben overtuigd van het feit dat al die uitlatingen eigenlijk contraproductief zijn. Want die boodschappen op internet waren voornamelijk een signaal dat er een schrijnend gebrek was opgetreden in Veenendaal: Het ontbrak aan communicatie, inspraak en verantwoordelijkheid. Het lijkt erop dat daar langzaamaan een verandering in komt. Zo verscheen uiteindelijk toch de lang aangekondigde digitale nieuwsbrief, komen er landelijke bijeenkomsten en kunnen mensen zich melden voor panels. Kortom, inspraak en communicatie worden opgepakt. Communiceren is echter een werkwoord, dus het zal een soort tweede natuur van de huidige bestuurders moeten worden om de leden te vertellen waar ze druk mee zijn. Transparantie is dan het sleutelwoord. Al die verhalen over Veenendaal en over bestuurders, ze zijn ontsproten aan fantasierijke breinen, bij gebrek aan echte informatie. Mensen kleuren nu eenmaal plaatjes in als ze alleen maar lijntjes zien.
Er is nóg wat nodig om tot een effectieve verandering te komen en dat is verantwoordelijkheid, leiderschap. Besturen is niet als achter het stuur kruipen van een bolide en gas geven. Het heeft meer van paardrijden. De goede ruiters doen dat door aan te voelen wat het paard wil en kan en de teugels een beetje te laten vieren. Wel laten voelen dat er sturing is, maar verder vooral eigen initiatief laten tonen. Zo’n paard verschilt niet zoveel van een duif, dus dat gevoel moeten ook onze duivenbestuurders kunnen oproepen. Niet krampachtig aan de teugels rukken, de sporen diep in de flanken wegduwen en de oogkleppen opzetten. Dat levert een dollemansrit op die voor paard en ruiter slecht af kunnen lopen. Juist het communiceren, aanvoelen en leiden door ruimte te geven, dat levert resultaat op.
Als je goed hebt gekeken waren er in Rosmalen sporen van vernieuwing. Zo mocht de jeugdcommissie eindelijk de jeugddag organiseren en werden er een aantal zeer noodzakelijke afscheidsspeldjes opgeprikt. Niet omdat het geen goede ruiters waren, meer omdat ze dit paard niet meer konden leiden. Nu nog even doorzetten, want ‘old habits die hard’ zeggen ze in het Engels...
|