Kijk ik nu naar buiten, dan waait de wind hard. De wolken zijn grijs en onderscheiden zich nauwelijks van elkaar. De bladeren zijn van de struiken en de appelbomen gewaaid, die ik dit voorjaar plantte. De schuur en het huis werden net op tijd in de verf gezet, zodat die weer goed beschermd zijn tegen de komende winter. Het ziet er allemaal troosteloos uit en ik ben blij, dat ik hier binnen zit achter dubbel glas met de verwarming aan.
Hoe anders zal dat nu op een duivenhok zijn, vraag ik me af. Zoals de meeste weten staat die niet hier achter het huis in Odoorn maar bij mijn duivenvriend Tonnie Snijder. Corrie, mijn vrouw, vraagt me wat we vanavond gaan eten. Gisteren was het stamppot andijvie met spekjes. Heerlijk. Je komt niet op het idee zoiets ’s zomers te eten... Waarom eigenlijk niet?
De meeste duiven hebben hun verenpak weer ingewisseld voor een nieuwe. Ze zien er tiptop uit. Dat moet ook wel natuurlijk. Als dat nu niet het geval is, wanneer dan wel? Alleen vandaag met al die regen….
Voorbereiden
Op vele hokken worden de eerste voorbereidingen al getroffen voor de winterkweek. Veel liefhebbers hebben dan slapeloze nachten en zijn midden in de nacht nog aan het koppelen. In gedachten natuurlijk. Wat zet ik op wat? Doe je aan ogentheorie? Of vindt je dat allemaal flauwe kul? Het is al jaren geleden dat ik op de beurs in Dortmund stond, samen met mijn vriend en voedingsleraar Horst Collenberg. Een klein mannetje met een geleerd gezicht stond er ook spullen te verkopen. Hij had ook een grote loep bij zich.
Ogentheorie
Op een bepaald moment stond hij bij ons in de stand en beweerde alle goede kwekers en vliegers er zo uit te kunnen halen. En voor een bepaald bedrag per duif zou hij wel even onze duiven doen. Nou denk ik dat er wel iets in zit, als onderdeel van een gehele beoordeling. Achteraf is het niet meer zo moeilijk de goeie te vinden, maar vooraf... dat is andere koek. Host vroeg de man hoe die het afgelopen jaar gevlogen had, want hij had hem niet echt op kunnen merken tussen de grote mannen. En als hij het allemaal wel kon zien... De man mompelde nog wat binnensmonds en verdween om ook niet meer terug te komen. Ik denk op die momenten vaak aan Bertus Camphuis. Ik koppel op karakter x karakter zegt Bertus altijd. Ze moeten dwars door het hok heen willen vliegen. Zo graag moeten ze thuis willen komen. Daar heb ik de beste resultaten mee gehaald”.
Voorbereiding
Maar voor die tijd zullen we de duiven daar op moeten voorbereiden. De rui is bij de meeste wel achter de rug. De duiven laten dat onmiddellijk zien. Ze eten veel minder en als ze zich in de rui te veel hebben gegeven, vreten ze potten met roodsteen. Een teken dat we moeten bijsturen met goede mineralen, gist en vitamines. Ook het voer moet veranderen. Velen blijven doorgaan met rui te voeren en vullen het aan met gerst. Vijftig procent gerst en 50% Ruivoer. Ideaal? Ik zou durven zeggen beweren van niet. Allereerst is het van belang de darmen grondig te schonen. Alles wat we in de vlieg en ruiperiode te veel hebben gegeven moet er eens uit. We hebben het dan over aangekoekte voedingsresten en ook bacteriën die zich graag op de darmflora nestelen.
Half Rui, half gerst?
Nemen we een ruivoer met 30% peulvruchten en we doen daar 50% gerst bij, dan krijg je een mengeling die veel wordt gebruikt door liefhebbers. Je krijgt dan echter wel een mengeling die qua vezels erg eenzijdig is en nog steeds 15% peulvruchten bevat. Op den duur kan dat te veel zijn, want de duif moet steeds onnodige ballaststoffen kwijtraken, terwijl het lichaam aan het opschonen is. Voor een goed schoningproces heb je veel verschillende vezels nodig. Lange en harde vezels, lange zachte vezels, korte harde en ook korte harde vezels in een optimale onderlinge verhouding. Een goede winter of rustmengeling is beter afgestemd op die behoeftes. Natuurlijk, specialisten maken zich zelf een mooi voertje, maar voor hoeveel mensen is dat weggelegd? Voor verreweg de meeste van ons is dat dus een probleem...
Daarnaast hebben duiven warmte nodig, geen eiwitten. Eiwitten zijn opbouwstoffen en als de rui goed is verlopen, valt er helemaal niets meer op te bouwen. Wat geeft dan warmte? Vooral mais geeft warmte aan de duiven. Ze bevat amylopectine ( geleidelijk opneembare suikers) waardoor ze zich goed warm kan houden. Nou kan het ’s winters ook wel eens erg koud zijn. Het is dan verstandig wat mais bij te voeren. Onder normale omstandigheden verbruikt een duif zo’n 50 K.kal per dag, maar dat kan flink oplopen tot wel 2 x zo veel als het erg koud is. Er kan dan ook vetverbranding plaatsvinden. Daarom dient een goede Rustmengeling een zeker vetgehalte te bevatten.
Te dikke duiven? Slechte bevruchting.
Zien we in de winter te dikke duiven, dan moeten die nu afslanken. Kijk maar eens naar de spreeuwen, de koolmeesjes en de mussen. Zijn die te vet in de winter? Rank en slank zijn ze, want het is moeilijk om aan eten te komen. In het voorjaar aangebroken, dan kun je het niet af knipogen of ze hebben eieren. Zo moet het zijn!!! Kijk naar de natuur!! Het wordt te vaak vergeten. Een gram of 20 Rustvoer gedurende enkele weken en je duiven herkennen de baas ineens op grote afstand. Is de mest in de eerste week af en toe nog wat dun ( oude voedingsresten uit de darm), na een dag of 10 wordt die steeds beter en zie je de kopjes van de duiven steeds kleiner en strakker worden. Een keer overslaan is ook geen probleem. In de winter valt er niet altijd wat te eten nietwaar? Maak geen kasplantjes van je duiven maar laat de natuur op je hok.
Medicijnen
Goede duiven zijn nooit zien en zieke duiven worden nooit goeie heb ik eens geleerd. Duiven die ’s winters niet gezond kunnen blijven, moeten verdwijnen. Een goede melker vertelde me gisteren: “Toen ik nog jong was, kwam de veearts eens langs de duiven te enten. Ik riep mijn vader. “Kan de veearts ook eens naar de schimmel kijken, want die is ziek”. Als de schimmel niet vanzelf beter wordt, komt die op de mestvaalt, zei de vader. Er wordt hier niet onnodig geld uitgegeven aan de duiven, want dat geld is er niet. De schimmel kwam op de mestvaalt. Het volgende seizoen waren de prestaties bijzonder goed. De vader vroeg aan zijn zoon of die de schimmel nog had gemist.
Mensen, met te veel medicijnen kom je alleen maar dieper in de kelder terecht. Op een bepaald moment hoeft er maar iets te zijn en je kunt precies zien waar de duiven zitten die veel medicijnen krijgen. Maar….op het forum zat toch die bekende veearts en die had toch gezegd: “Als je wilt pieken en top wilt presteren, gaat dat niet zonder medicijnen”. En? Juist, niemand zegt dan nog wat. Doodstil in de zaal.
Terug naar ons zinvolle wintervoertje
Vezels zijn de omhulsels van de granen. Vezelrijke granen zijn b.v. zonnepitten, kardi, gerst, paddy, haver, hennep, rogge, milocorn, dari etc. Met haver bedoel ik geen gepelde, maar hele haver. Paardenhaver. Het is goed niet meer dan 10% in de mengeling te doen. Ze bevat veel energie en ook harde lange vezels. Bij temperaturen boven de 15 graden laten de duiven de haver liggen. Het is dus zeker geen voer voor de vliegperiode. Een goede Rust of wintermengeling mag wel 65% tot 75% van dergelijke granen in een juiste onderlinge verhouding te bevatten.Een mooi gezicht is dat allemaal niet, maar o zo zinvol. Wellicht wel de zinvolste mengeling die je zou kunnen geven. De meeste fabrikanten verkopen echter liever iets, wat er mooi uitziet. Daarom zie je helaas zelden goede winter of rustmengelingen op de markt. Alleen Rui/Wintermengelingen, maar dat slaat natuurlijk nergens op. Jammer...
Koppelen
Als de darmen van de duiven weer geschoond zijn, staat de koppeling voor de deur. We moeten dan geleidelijk het licht verlengen en de duiven op de kweek voorbereiden. Velen menen dan meteen over te moeten gaan op kweekvoer. Fout. Daar worden de duiven direct weer te dik van en dan kan er geen goede bevruchting plaatsvinden. Als de temperaturen het toelaten, stel ik voor op een rustmengeling te koppelen en pas daarna wat kweekvoer bij te voeren. Is het erg koud en je wilt toch koppelen, dan 25% tot maximaal 50% kweek toevoegen aan het rustvoer. Het is dus even aanvoelen.
Terug tot het gaatje
De duiven moeten helemaal tot aan het gaatje worden teruggebracht is een vaak gehoorde kreet. Ik vind hem echter niet meer van deze tijd. We verlangen veel van onze duiven, dus is een goede basisconditie aan te bevelen. Ja, ja ik weet het, om van de top van de ene berg naar de andere te komen, moet je altijd door het dal. Maar niet door de afgrond.
Veel succes ermee!
Willem
|