Al jarenlang volg ik angstvallig de duivensport. Voordat ik hier verder op daar ga, wil ik eerst afscheid nemen van mijn oude manier van stukjes schrijven. Onder de titel: Naar de kerk... schreef ik voor Duivensites.nl een aantal verhalen, waarvan er ook nog gepubliceerd gaan worden. Deze gingen grotendeels over mezelf en voor een gering gedeelte over de duivensport. Ik heb mezelf voorgenomen om daar verandering in te brengen. Ik ga vanaf vandaag alleen maar over duiven(sport) schrijven... Ik zal mijn uiterste best doen om niet meer de oude koeien uit de sloot te halen, want die zijn oud en wijs genoeg om zelf weer aan de kant te komen. Of me dat ook gaat lukken? Ik hoop van wel en anders... probeer ik het opnieuw. Net zolang tot er een verhaal gereed is waarvan iedereen zegt: Hé, hé, eindelijk hoor, hij heeft zijn (duiven)ei gelegd.
De toekomst is aan de duiven...sport (?)
Als ik de berichten mag geloven, dan hebben ze mooie toekomstplannen in gebruik genomen. De NPO-bestuur en haar bondsbureau, bedoel ik. Het mag dan ook op één punt na mijn goedkeuring met zich meenemen. Maar op mijn manier zal ik het ontbrekende puntje gaan scoren. Dat het me gaat lukken is meer een kwestie van tijd. Het gaat dus sowieso gebeuren... of ...bestuurders nu willen of niet. Ik ga een prachtig punt maken. Is dit een dreigement aan het adres van wie dan ook...? Alsjeblieft, zeg! Doe me een lol.
Winnen zonder verliezers...
Ik ben geen voetbaltrainer àla een Louis van Gaal of Bert van Marwijk. Om maar is twee tegengestelde naturen te noemen. Voor beide tactieken heb ik bewondering.
Mijn tactiek is anders en beter: winnen zonder verliezers! Dat kan niet! Jawel hoor. Dat kan best. Als we maar willen... Volgens mij kan de duivensport, niet zonder de duiven. Heb ik hier een punt. Of niet? Als ik flauw wil zijn heb ik nu al mijn doel bereikt. Maar ik wil het sportief houden en vooraf vertellen, waarom ik mijn punt wel scoer en de NPO plannenmakers niet. Ik doe het puntsgewijs:
Punt 1. Wanneer ze bij de NPO doorgaan met hun grotendeels goede plannen, dan gaan we verliezen. Ondanks de goede bedoelingen toch niet winnen.
Toelichting van mijn kant uit gezien: Ik heb het hierboven al even aangetipt. In het 12 puntenplan van de NPO vinden we niet de ‘balspelers’ ofwel de duiven terug. Er is geen 13e punt te vinden waarin duidelijk ruimte is gemaakt voor de ‘spelers’ van het duivenspel. En iedereen weet dat ik met spelers de duiven zelf bedoel. Ik kan niet in 3 seconden terugvinden, dat de postduiven de kern vormen van de NPO toekomstplannen. Ik lees wel in zes tellen een hoop over: Coaches... en weet ik al niet meer. Waar blijven de zogeheten wedstrijdduiven in deze duivensportplannen? Als je dit niet (h)erkent als hoofdbestuurders van de Nederlandse duivensportbond, dan kun je niet winnen, maar alleen verliezen. En dat is niet wat ik - en hopelijk met mij - 24.999 andere melkers/duivencoaches/-trainers willen!?
Punt 2. Waarom niet, want het plan is op 1 punt na goed. En zelfs de intenties zijn in orde. Wat kan er dan nog misgaan...?
Voor je goede bedoelingen kreeg je vroeger op school 1 vol punt. Ook al had je er weinig van gebakken. Maar, ik denk dat de duivensport niet voldoende heeft aan een 1 als rapportcijfer.
Einde kritiek.
Raad en advies...
Roep alle melkers in Nederland bij elkaar en ga een dagje naar de Efteling. De eerste en misschien de beste, die het woord 'droomduif' in zijn mond neemt, die sturen we direct naar huis! Waarom de Efteling? Een wereld beroemd duivenspeler en -makelaar heeft ooit de volgende historische woorden laten optekenen in een vakblad: Wij verkopen soms een topper, maar overwegend kopen én verkopen wij dromen! Ja, ja... wij zijn in feite dromenverkopers. Dat bedoelde deze man in al zijn eerlijkheid te zeggen. Misschien, heb je het ook gelezen?
Formeer een klein groepje duivenliefhebbers en geef ze een prima verzorging in een dito fraai vakantiehuisje. Het hoef niet veel te kosten, want in deze crisis gaat toch niemand mee met holiday. De huisjes zijn voor een prikkie te huur. Ik weet nog gezellige optrekjes in België of op een van de Hollandse eilanden. Kortom, nodig voor mij part tien of twaalf melkers uit – jong, oud, man, vrouw – en leg die de volgende vragen voor:
1. Wie wil er koffie met gebak... 2. Wie moet er vroeg thuis zijn voor de duiven... 3. ...
Nu de serieuze vragen:
- Stel je bent een postduif, wat zou je dan voor baasje willen hebben?
- Stel je bent een jonge duif...hoe ver en hoe lang wil je dan van huis?
- Stel je bent een eenjarige duif...hoe ver, hoe lang en hoe vaak wil je...?
- En als laatste vraag: hoe oud wil je worden als postduif?
Hoe werk het: Heel simpel. Je maakt je een voorstelling hoe het duivenleven er voor staat. Met een klein beetje fantasie en wat meer praktische kennis der natuur, kom we al een heel eind de goede kant op.
Vinden jullie het goed dat ik mezelf ook uitnodig. Goed? Dankje!
Dit zijn – in het kort – mijn antwoorden:
- Als duivenbaasje wil ik iemand hebben, die oog heeft voor mijn talenten en goed kan zien, wanneer ik over mijn – natuurlijke – grens heenga. Je ziet ik wens als postduif niet veel, maar pas op mijn talenten hebben de tijd nodig (2 à 3 jaar) om tot volledige wasdom te komen. En mijn ‘natuur’ is knap ingewikkeld... al zeg ik het zelf.
- Als ik een jonge duif zou zijn, dan zou ik helemaal niet van het hok weg willen. Ja, een beetje in de buurt rondvliegen. Steeds een stukje verder. Totdat ik uit mezelf aandurf om een 1 of 2 uurtjes erop uit te trekken.
Een redelijk onbezorgd leventje leiden, dat is wat ik als jonge duif zou willen. In ieder geval geen overdreven verantwoordelijkheid op mijn vleugels voelen. Dat komt wel als ik uitgegroeid ben. En dan lijkt het me ideaal om naar een duivensportvereniging te gaan. Maar dan ben ik ongeveer 1 of 2 jaar.
- Ik kan – als duif – een lang antwoord koeren, maar eigenlijk is het onnodig. Want als je pas net komt kijken in de volgroeide duivennatuur, dan heb je nog een hele toekomst voor je. Ik kan onder leiding van een duiventrainer met gemak 10 – 12 jaar lid zijn van een duivenvereniging. En ja, ik zelf zou het liefst kort bij huis blijven, maar ik ken duiven die vinden het prima om dagenlang van het hok weg te zijn. De ene duif is de ander niet.
- Gut, is het al zo laat? Ik moet nu écht naar huis om de hond uit te laten. En ik had m'n vrouw beloofd om voor het eten te zorgen. Dus, het antwoord op deze laatste vraag hou je nog even van me te goed. Doeiiiiiii.
Je hebt gelijk, dat kan ik niet maken. Ook deze lastige vraag moet als melker naar eer en geweten beantwoorden. Als ik een duif en wedstrijdduif was dan zou ik zolang mijn gezondheid het toelaat willen sporten. En dan in mijn eigen sportklasse en tegen mijn leeftijdsgenoten. Je wilt nu eenmaal je instinct volgen... en dat is onder andere vliegen. In de blauwe lucht, zo vrij als een vogel.
Nou, dat zouden mijn gevleugelde antwoorden zijn als ik het als duif het voor het zeggen had.
Ik ben benieuwd wat jij als collega melker voor antwoorden zou geven...
|