Voortschrijdend inzicht. Onlangs was ik met een gezelschap op bezoek bij de Bataviawerf in Lelystad waar we een rondleiding kregen van de hoofd bouwmeester die over het wel en vooral ook het wee vertelde van de voorgang van de bouw van de Batavia, een kopie van een 17e eeuwse VOC schip. Dat dit bouwen heel wat voeten in aarde heeft kunt u begrijpen maar je krijgt vooral ook bewondering voor de bouwers van toen. Zware eikenhouten balken en planken die nu te pas worden gemaakt met het modernste elektrische gereedschap werden toen met de handzaag, hamer en beitel op maat gemaakt. Uiteraard met een handschaaf bijgewerkt en vervolgens gebreeuwd om te zorgen dat het zaakje verder bleef drijven. Wat een vakwerk. Allemaal interessant misschien, maar u zult zich afvragen wat dit met de postduiven te maken heeft. Wel, deze bouwmeester had het steeds over voortschrijdend inzicht. Hij bedoelde hiermee eigenlijk dat er vaak wat mis ging maar daardoor weer wat geleerd werd voor de volgende keer. Dit voortschrijdend inzicht moet je denk ik ook hebben als je postduiven hebt. Je begint net als ik met postduiven en iedere dag leer je wat bij. Je leert de vogels wat beter kennen en je leert wat je wel en vooral ook wat je niet moet doen. Ik denk dat iedereen wel eens duiven ingemand heeft waarvan hij of zij achteraf dacht dat het zo niet had gemoeten... als je daar maar wat mee doet is dat... Voortschrijdend inzicht!!!
Mee doen
Ik ben nu ruim een jaar met de duiven bezig en uiteraard probeer ik ook door middel van veel lectuur en een paar prachtige dvd’s mijn duivenkennis te vergroten. Al die informatie over hokken en zuurstof, gezondheid en medicijnen, trainen en lappen,… ik probeer er zo mijn eigen idee van te vormen. Natuurlijk, ik heb het al gezegd, ik ben redelijk eigenwijs en ik heb ook al mijn fouten gemaakt maar u weet... voortschrijdend inzicht...
Wat ik ook heel erg waardeer is de openheid van duivenliefhebbers die je proberen te helpen om sneller “mee te doen”. Want waar draait het eigenlijk om, wat maakt de duivensport nu zo leuk en waarom blijf je het leuk vinden? Dat is volgens mij het mee doen, niet het mee doen altijd in het staartje maar zo nu en dan ook eens voorin of gewoon je gemiddelde draaien. Om dit te kunnen bereiken heb je als beginner zeker hulp nodig. Om te beginnen goede duiven en die goede duiven zou je misschien kunnen krijgen van de betere liefhebbers. Na de oude duivenvluchten, dus wanneer de jonge duivenvluchten beginnen, laten ze vaak de vliegduiven een nestje uitbroeden om hiermee deze duiven tijdens de natoer op het nest te spelen. Wanneer ik dan soms hoor dat de betere duivenliefhebbers zijn jongen soms liever opruimt dan dat hij ze aan een clubgenoot en wellicht toekomstige concurrent weg geeft, dan sta ik toch echt versteld. Ik heb gelukkig deze ervaring niet maar echt, het gebeurt. Ik heb de mening dat de beste duivenliefhebbers vaak ook in de beste regio’s zitten. Waarom? Ik denk dat ze elkaar versterken en dat versterken gebeurd zeker niet door elkaar als concurrent te zien. Volgens mij worden je duiven beter wanneer je buurman ook beter vliegt…..
Kleine hokken.
Voordat je eenmaal de duiven hebt is een goed hok van belang met alles wat daarbij komt. In een duivenblad las ik onlangs het volgende;…“Jantje is een redelijk kleine liefhebber, hij heeft een hok van 8 meter voor de oude duiven en daarnaast staat een hok voor de jonge duiven”…. Ik hoop toch echt dat ze bedoelen dat Jantje zelf klein van formaat is en niet de hokken!!! Als beginner zakt de moed je direct in de schoenen. Beginnen is nog niet zo makkelijk. Ikzelf heb nu 3 zolderhokjes naast elkaar van elk ruim een meter breed en speel op dubbel weduwschap zodat ik alle duiven kan inmanden. Het stond prachtig beschreven in veel boeken dus vooruit. Het ging allemaal prima. Zelfs nog twee keer een eerste gespeeld in groter verband. Geweldig…..Op de fondvluchten heb ik maar niet mee gedaan omdat mijn geduld wat korter is dan de doorsnee duivenliefhebber en je moet spelen wat bij je past, nietwaar?!
Pokken difterie
Ik had een ronde winterjongen gekweekt en die zaten er prachtig bij. Natuurlijk meen je dat je door het gemaakt succes bij de oude duiven bij de jonge duiven ook wel een herhaling kunt verwachten….. De jongen had ik opgeleerd volgens het systeem van Frans Zwols uit Gramsbergen. Ik kwam dit tegen op zijn site en stond hier wel achter. Het kón gewoon niet misgaan... totdat ik pokken-difterie in het hok kreeg terwijl ik twee weken daarvoor wel ingeënt heb met zo’n kwastje. Ik kwam er te laat achter en ben in één vlucht alle jonge doffers kwijt geraakt. de moed zakt dan toch wel een beetje in je schoenen maar na een paar dagen denk je... voortschrijdend inzicht... Achteraf blijkt dat, wanneer je het probleem van te weinig doffers voor legt op de vereniging, er altijd wel een mede liefhebber is die je aan het eind van het seizoen uit de brand wil helpen. Tenminste hier. Wel vraag ik mezelf af of ik dit had kunnen voorkomen, was dit verlies het gevolg van te weinig kennis? Verkeerde voeding, medicijnen, verluchting...?
Ik wist eerst niet eens hoe pokken of pokken difterie te herkennen was. Nu blijkt dat er dit jaar veel jonge duiven zijn verspeeld. Komt dit dan door de ziektes die zich op een verkeer tijdstip hebben geopenbaard? Wat kan ik hier nu in de toekomst tegen doen. Nu heb ik besloten geen medicijnen vooraf te geven anders dan de nodige vaccins of het moet zijn dat ze echt ziek zijn. Zo kwam ik de site www.superduiven.nl tegen, hier wordt een boekje aangeboden wat geschreven is door Ton van den Brink & Theo Zwanenburg en gaat over het “Natuurlijk houden” van postduiven. Ik heb dit boekje gekocht (slechts € 7,75) en veel ervan opgestoken. Daarover een volgende keer.
|