De jacht. Onlangs werd ik uitgenodigd door een bevriende jager om een paar dagen mee te gaan jagen in de Eifel in Duitsland. Ik ging natuurlijk graag op de uitnodiging in temeer omdat ik altijd nieuwsgierig ben. Ik wilde wel eens zien hoe die jacht in zijn werk ging en bovendien had ik ook wel zin in een uitje, eens anders dan mijn dagelijkse werk. We kwamen in een gebied zo anders dan in het noorden van Nederland waar ik woon. Als wij praten over “bos”, dan is dit, wanneer je het vergelijkt met het bos in de Eifel, eigenlijk maar een parkje. Het jachtterrein ligt in een moerassig en bosachtig gebied met een begroeiing die heel veel variatie biedt. De eerste dag gingen we op oriëntatie en er werd ons alles uitgelegd over de biotoop. Aan de sporen in de modder kon je zien dat er veel wild zit. ’s Avonds gingen we ieder naar een hoogzit in afwachting van wat ging komen. U wilt het misschien niet geloven maar wanneer je in het schemer zo zit te wachten raak je helemaal geobsedeerd door de natuur. Fascinerend luisteren naar de geluiden van de varkens en de vogels. Ergens in de verte hoor je een gigantisch geschreeuw van opgeschrikte kraanvogels die even later als grote vliegende tapijten over komen vliegen. Ik heb zelf jarenlang gejaagd in Friesland en vooral de ochtenden op ganzen hebben bij mij onuitwisbare herinneringen opgeleverd. Net als nu ging het niet zozeer om wat je schoot maar meer om het één zijn met de natuur. We hebben in die dagen geen zwijn gezien maar wel de resultaten gezien van één nacht varkens in een weiland waar wij natuurlijk net niet zaten, ze wisten van een prachtig weiland in die ene nacht een aardappelveld te maken, je houdt het niet voor mogelijk. Maar u zult zich afvragen wat dit met de duivensport te maken heeft. Welnu, in mijn vorig verhaal schreef ik dat het meedoen aan de duivensport vooral gemotiveerd wordt door regelmatig voorin te zitten of in ieder geval je gemiddelde te scoren. Ik vergat daarbij wel te vermelden dat het genieten van je duiven eigenlijk minstens zo’n grote invloed heeft. Je kunt de duivensport een beetje vergelijken met jagen of vissen. Het beoefenen van deze hobby’s is fantastisch en wanneer het dan ook nog eens wat extra oplevert zoals een mooie uitslag op een duivenvlucht maakt dat je hobby alleen maar mooier. Bij ons in de vereniging is iemand die vrijwel altijd in het staartje van de uitslag zit maar hij komt iedere keer blij binnen want hij heeft zo genoten van de thuiskomst van zijn duiven!!! Blijft toch het feit staan dat altijd in het staartje meedoen voor het merendeel van de duivenliefhebbers niet direct motiverend werkt. En om nu met wat regelmaat aan die goede uitslagen te komen?…….dat moet ik nog éven uitvinden….
Natuurlijk houden van duiven
In mijn vorig verhaal eindigde ik met de vermelding van het boekje “natuurlijk houden van postduiven” van Ton van den Brink & Theo Zwanenburg (zie www.superduiven.nl). Hierin vond ik toch wel heel veel nuttige informatie als het gaat om de voeding van duiven. In heel veel bladen wordt verteld over het voeren van “supervoer”, gevoerd door superduivenmelkers met superduiven. Je bent geneigd te geloven dat het voer wel een hele grote invloed moet hebben op de prestaties van de duiven. Eigenlijk is dit ook zo maar waarschijnlijk niet zoals je in eerste instantie denkt. Duur voer hoeft niet perse het beste voer te zijn. In dit boekje vind je een beschrijving over het kiemen van zaden. Als ik u was zou ik uw zaad eens proberen te kiemen. Het is heel simpel om te doen en het zaad wat het beste kiemt, daar zit de meeste kracht in. En mijn ervaring hierin zegt dat dit niet het duurste voer hoeft te zijn. Hetzelfde geldt voor dat mooie glimmende voer. Dit voer wordt besproeid met een dunne laag olie waadoor het stof gaat hechten en het voer gaat glimmen. Op zich niet erg. Maar het zou best kunnen zijn dat de houdbaarheid van voer hierbij terug loopt. Olie kan immers ranzig worden. Hier heb ik eigenlijk nooit iemand over gehoord. Ik hoorde laatst wel iemand zeggen dat hij een bepaald soort voer niet hoefde omdat daar stof inzat…?! Hoe erg is dat? Voor wie wordt er nu eigenlijk olie aan het voer toegevoegd, voor de melker of voor zijn duiven? Wat natuurlijk wel belangrijk is, is de samenstelling van het voer en daarbij de toevoeging van mineralen en vitaminen. Dit is overal in de handel te koop maar veel van deze supplementen kun je ook zo plukken in de berm. Trouwens pakjes soepgroenten kunnen ook heel favoriet zijn. Echter de duivensport leent zich prima voor “stiekeme uitprobeersels”. Het gebruik van dierlijke eiwitten is “bewezen”goed volgens de kenners. Dit zit natuurlijk overal in. Kaas maar ook babymelk poeder. Je moet er maar op komen. Je kunt het zo moeilijk maken als jezelf wilt. En hoe zit dit dan met uien, knoflook, azijn, rozenbottel, vlierbessen, ik zou zo zeggen, bestel zo’n boekje.
Koppelen
Ik heb begin december de duiven gekoppeld. Niet zozeer omdat ik winterjongen wil hebben voor de betere prestaties met de jonge duivenvluchten maar meer omdat ik het leuk vind. Het is een komen en gaan van duiven die stro van de vloer pakken en hier schitterende nesten mee maken, …soms… Weer andere duiven nemen hier geen moeite voor en zijn bereid hun eitjes te leggen in een kale broedschaal. Dezen zijn wellicht al te ver van de natuur verwijderd en dan ben ik genoodzaakt op het laatste moment nog wat stro in hun broedschaal te doen, of zijn ze al zo slim dat ze hierop rekenen…?. In ieder geval maakt dit dat er al vroeg jongen in de nestbakken liggen en dit vind ik toch een stuk leuker dan de doffers de hele winter te scheiden van hun duivinnen. Ik heb het idee dat de duiven het met me eens zijn. Als ik duif was… Ik heb er één duivin bij die bijna niet om te koppelen is. Toevallig of niet, het is ook nog eens mijn beste. Dus ik had het idee om deze duivin bij mijn beste doffer te zetten. Na drie volle weken heb ik het opgegeven. Toen heb ik haar maar zelf een doffer uit laten zoeken. Dat was zo klaar. Dit wordt meer gedaan en ik denk eigenlijk dat de sterkste duiven elkaar wel op gaan zoeken. Maar ja, in mijn frisse onkunde kan ik het mis hebben... volgend jaar valt dit dan waarschijnlijk onder het kopje voortschrijdend inzicht.
|