Een echte vakantieganger ben ik niet maar soms ga ik er toch van tussen. Vroeger omdat ik niet wilde dat mijn zoon ooit tegen zijn vrienden zou moeten zeggen ‘ma en ik konden nooit weg, want pa had duiven’. Nu vooral om weg te zijn.
Van de sleur, het nieuws, de computer, de krant, reclamefolders, de fax en… ook de duiven en sommige liefhebbers.Ik durf tot een week weg te gaan zonder dat iemand naar de duiven omziet. Dan doe ik volop voer in een ‘zelfvuller’ en water in zo’n plastic drinkbak die je omkeert en waar 5 liter in kan. Geloof me, daar weten duiven niets van.
En poetsen dan? Daarmee heb ik het nog nooit nauw genomen. Zij die menen dat ze nooit van huis kunnen vanwege de duiven moeten stoppen. Dat kan je je gezinsgenoten en jezelf niet aan doen.
Poetsen
Schoonmaken heb ik lang geleden al afgeleerd. Dat was na enkele bezoeken aan Gust Christiaens en na die gedenkwaardige vlucht uit Sint Vincent in 1993. Vanwege slecht weer hadden de duiven een week in de mand gezeten. De goede naast de slechte, de gezonde naast de minder gezonde en allemaal dronken ze van hetzelfde water en pikten ze van hetzelfde in stront gemorste voer. Nadien zag ik de rotzooi in de manden waarin die duiven een week gezeten hadden en ik dacht aan de stront in de hokken van van Zelderen en Brugemann die toen in hun glorie jaren waren.
Het was de dag dat ik de krabber aan de wilgen hing. Wel dient gezegd dat zulks alleen kan op een poederdroog en goed verlucht hok. Natuurlijk kan je voor de verzorging ook hulp in roepen.
Dat kan je buurman zijn die geen verstand heeft van duiven of je schoonmoeder als je met haar door een deur kan. Ze moeten zorgen dat er water is en voeren is simpel. Hebben de duiven veel honger dan meer geven dan de vorige dag, ligt er nog voer dan een beurt over slaan.
Moeilijker hoeft dat niet te zijn.
Hetzelfde
Overigens neem je best innig afscheid van je dierbaren als je bestemming Duitsland is. De MBW’s en Mercedessen suizen je daar om de oren. De doorsnee Duitser maakt van elk uitstapje een wedstrijd en je kent Duitsers. Die willen niet verliezen. Niet op de weg en niet op het voetbalveld. Vandaar dat de Duitse snelweg een groot racecircuit is.
Die lui vliegen. Met lichten aan, luid claxonnerend en met de vinger naar het eigen voorhoofd wijzend om te zeggen dat de ander gek is als die normaal rijdt.
Rome is een andere ervaring. Daar heerst de chaos. Het verkeer is een jungle, iemand die halt houdt voor een stoplicht wordt hoofdschuddend gadegeslagen door de politie. De straten zijn er voornamelijk bevolkt met Japanners en Chinezen, zonder uitzondering gewapend met een camera. Zie je er een zonder, ga er maar van uit dat die gestolen is of dat je te maken hebt met een zeldzame speling van de natuur. Waarom doen Duitsers als Duitsers? Italianen als Italianen? Chinezen als Chinezen? Omdat het mensen zijn.
Vroeger waren we om 11.00 uur thuis als we uit waren gegaan. Allemaal.
Nu gaat de jeugd om 11.00 uur pas van huis. Weer allemaal. Omdat we kuddedieren zijn en duiven zijn niet anders.
Ook duiven
Die doen elkaar ook na en willen ook bij elkaar zijn. Als we een leeg terras zien en een dat bijna vol is zoeken we een plaats tussen de mensen. We willen niet alleen zitten zoals duiven liefst niet alleen willen vliegen. Toeren ze rond het hok dan doen ze dat van links naar rechts of omgekeerd. Niet een die tegen de stroom in vliegt. Een fraai beeld van kuddegeest is ook het bad.
Er zijn van die dagen (afhankelijk van vorm en vooral het weer) dat ze daar allemaal in willen. Duiven die geen plaats vinden maken daarnaast dezelfde spartelende bewegingen als die in het bad. Die gaan ook liggen, sperren ook de vleugels open.
Dienaangaande herinner ik me Gueret van dit jaar nog goed. Je zou op 40 moeten pakken om nationaal kans te hebben op de zege en op 37 kwamen 3 duiven tegelijk hoog uit het luchtruim recht op de valplank getuimeld. Drie tegelijk en maar acht mee? Hoe kon dat van meer dan 600 km?
Dat kon inderdaad niet; 2 vreemden waren die de duif van mij nagedoken. Wat waren dat voor duiven? Nooit zullen we het weten. Feit is dat ze elkaar gezelschap hadden gehouden zonder dat daar reden toe was.
Andere voorbeelden
Soms merk je, zeker in Nederland als je in de voorvlucht speelt, dat er bij de massa duiven die van een vlucht over je hok komt er een uit wil. Duidelijk een van jou maar de kuddegeest wint het: Die wil wel (vallen dus) maar vliegt vrolijk mee door. Nou ja ‘vrolijk’.
Later komt ze terug, recht uit het noorden en natuurlijk te laat. Of je ziet ze niet meer als het een onervaren jong is omdat ze op een ander hok binnen liep, andere duiven achterna. Zo gaan ook piepjonge duifjes van het dak verloren. Je krijgt die soms terug door oude los te laten. Ze zaten ergens in de buurt en pikten aan. In mijn kinderjaren was een van mijn hobby’s duiven vangen. Liefst Belgen want die zouden beter zijn. Eigen duiven los laten was daarbij een hulpmiddel. Ze sloten zich daarbij aan.
Probleem
Het zit in de natuur van duiven om bij elkaar te willen zijn, bij elkaar te blijven en elkaar na te doen. Zoals bij mensen en apen. Dat zit in de genen.
Veld vliegen leren ze elkaar, ook drinken en ‘bang zijn’. En het is hier dat zich voor ons liefhebbers een probleem stelt. We houden wedstrijden, daarbij worden duiven samen gelost maar die worden geacht elkaar te verlaten omdat ze op verschillende hokken thuis horen.
De rest verlaten en een eigen koers vliegen moet zo snel mogelijk na lossing gebeuren. Dat is een kenmerk van de goede duif, misschien wel het voornaamste, en dat kan je niet zien aan de vleugel, de rug of in het oog.
Vraag is of we iets kunnen doen. Of we de kuddegeest kunnen doorbreken zodat duiven beter gaan presteren. Ik meen van wel en dat is voor volgende keer...
|