Tegenwoordig wordt er alles aan gedaan om de waar zo goed mogelijk te verkopen. Natuurlijk hoort daar ook het verkooppraatje bij. Dat nu alles verkocht wordt wat voorheen “opgeruimd” werd blijkt wel uit de volgende aanprijzing op Duiven.net.
|
Gerard v. Schalkwijk, Lopik. Levende duivin voor de kweek. Op te halen bij het corresp. Adres. |
Verkoopt goede medicijnen maar heeft ook prima duiven |
|
Herman Finkers sprak ooit over de pasgeboren baby van de buren: “Wat een verschrikkelijk lelijk kind”. En iedere keer wanneer hij de buurvrouw met haar kinderwagen tegen kwam en hij fatsoenlijkheidhalve even in de kinderwagen moest kijken sprak hij over een lief kind: “ Wat is dat een verschrikkelijk lief kind”. “Echt een héél verschrikkelijk lief kind”. Je kunt de waarheid natuurlijk altijd een beetje omzeilen. Dit geldt waarschijnlijk ook voor bovenstaande advertentie. Wat wel het mooiste van de advertentie is dat ze een levende duivin willen gebruiken voor de kweek!!! Ik vraag me af hoe ze het anders willen doen.
Ik laat ook wel eens vol trots mijn duiven aan een gerenommeerde buurman duivenmelker zien. Om mij niet al teveel te krenken spreekt hij van een gezonde duif of hij laat al gauw zijn oog op een andere duif vallen zonder al te veel notie te slaan op de duif die hij in de hand heeft. Eigenlijk zou ik dan al moeten weten dat er betere zijn. Natuurlijk zijn er betere anders zou ik niet meer bij hoeven halen. Maar betere... In de hand betere wil natuurlijk ook nog niet zeggen dat ze dan ook gelijk slechter presteren dan een duif die goed in de hand ligt. Echter, een melker bij ons in de vereniging zegt dan zonder de duif gezien of gevoeld te hebben, “ruim maar op”. Je bent geneigd te denken dat deze man maar wat zegt. Hoe kan hij nu weten hoe goed deze duif is. Maar zijn theorie is logisch en eigenlijk niet te ontkennen. “Weet je hoe groot de kans is dat je een goede op ruimt? MINIMAAL, want zoveel goede hebben de meeste melkers niet. Wanneer je 1 op de 20 goede hebt, échte goede hebt, dan is dat nog niet eens zo gek. En die ene goede op de 20 die herken je heus wel dus wanneer je één van die negentien overblijvers opruimt is dat niet erg want uit die ene échte goede kweek je wel weer jongen die op het niveau van die negentien zitten en met een beetje geluk, misschien zelfs wel meer dan een beetje, kweek je uit die ene een jong die deze negentien overstijgt. En daar moet je dan mee door gaan en niet met die negentien gemiddelde duiven”. Wat een logica…..
Tot de volgende keer. Een beginner
|