De vorige keer heb ik iets geschreven over eilandbewoners en aangegeven dat we niet op een eiland wonen. Nu iets over ondernemen. Een ondernemer die een goed product op de markt brengt is tevreden als het door klanten gekocht wordt. De tevredenheid neemt toe als de vraag dusdanig stijgt dat het leidt tot groei van het bedrijf. Intern kunnen ondernemer en werknemers tevreden zijn. Maar een ondernemer die alleen van binnen naar buiten kijkt dreigt de slag te verliezen. Van belang is ook van buiten naar binnen te kijken. Is de klant het eens met de grondstoffen die aangewend worden. Waar komen ze vandaan en hoe is de belasting voor het milieu De buitenwereld ,de klant,de milieubeweging, de volksvertegenwoordiger is kritisch geworden. Besturen en leden dienen bij het doen van voorstellen niet alleen met de binnenboel bezig te zijn maar meer en meer ook met buiten. Hoe wordt daar gedacht over de duivensport. Dit laatste is van levensbelang willen we baas blijven in de eigen organisatie.
Afgelopen weekend was ik te gast bij de Franse bond,de FCF. De beurs en prijsuitreiking vond s'morgens plaats en hun congres vond in de middag plaats. De voorzitter José de Sousa werd herkozen. Dit heeft als voordeel dat hij aan kan blijven als voorzitter van de commissie Europa. Deze commissie verzorgt de lobby naar "Brussel"in geval van dierziekten e.d. Ook binnen de FCI is hij voor ons een belangrijke partner. In Frankrijk waren ook de Belgische inrichters aanwezig. Ook deze mensen zijn goed op de hoogte van onze "Vlucht naar de Toekomst". Het gevolg is dat de inrichters graag met het NPO-bestuur willen praten over de internationale vluchten, voor ons de z.g. ZLU-vluchten.
Als bestuur kregen we van LNV een brief met een aantal vragen over doping. Het blijkt dat de Belgische bond,de KBDB , een brief aan hun ministerie gestuurd had met de stelling dat de omliggende landen weinig doen om het gebruik van verboden middelen tegen te gaan. Dit ministerie heeft vervolgens de omliggende landen hierover geïnformeerd. Verbazing bij de bonden van Engeland, Duitsland, Frankrijk en Nederland. Het was beter geweest dit in de FCI te bespreken waar we elkaar met regelmaat ontmoeten.
Najaar 2009 hebben we een brief gestuurd naar alle afdelingen met het verzoek een opgave te doen aan welke extra losplaatsen behoefte is en in welke omgeving naast de reeds bekende losplaatsen. Van zeven afdelingen is antwoord ontvangen. Slechts twee afdelingen geven aan aanvullende losplaatsen te willen. Ik heb ongemerkt weer het nodige gezegd over de binnenboel maar ik doe ook nu een oproep niet alleen alle deuren en ramen als organisatie open te zetten maar ook actief op die buitenwereld in te spelen.
Albert
|