In deze tijd van het jaar (oktober) vragen wij ons af of de ploeg duiven waarmee we volgend jaar gaan vliegen aan onze verwachtingen zullen voldoen. De oude die bleven hebben hun plaats verdiend op basis van prestaties. De jongen zijn niet altijd geselecteerd op hun prestaties maar ook op hun afkomst. In de praktijk kan het zijn dat een jonge duif wordt aangehouden terwijl de ouders hun plaats hebben verloren. In dit geval zullen de prestaties doorslaggevend zijn anders kun je jezelf afvragen of je wel de juiste keuze hebt gemaakt.
Als we in verband met vele verliezen weinig jongen hebben overgehouden, zullen er jongen blijven die anders misschien wel uitgeselecteerd zouden zijn. De verliezen met jonge duiven lijken ieder jaar groter te worden. Voorkomen kunnen we deze verliezen niet maar we kunnen ons er wel op instellen. Kweek een aantal latere jongen uit dezelfde koppels als in het voorjaar van je kwekers en speel deze op de natour. Op deze manier spreiden we het risico en hebben we nog een groep achter de hand zodat we aan het einde van het jaar nog iets te kiezen hebben. Wel is het belangrijk dat de jonge duiven die het jonge programma hebben gevlogen een streepje voor hebben. De ervaring die deze opdoen tijdens vooral de laatste drie vluchten missen de latere jongen omdat de lossingen op de natour minder massaal zijn. Op de natour is vaak de groep kleiner en worden de duiven per kring of regio gelost. Hoe kleiner een groep is hoe minder de duiven hoeven te zoeken. Vaak bepalen oude duiven de koers waardoor de jonge duiven dommer blijven.
Het begint natuurlijk met de kweek. Jongen kweken uit alle duiven is geen kunst maar je zult een visie moeten hebben, met welke duiven wil ik verder. Begin voor jezelf te bepalen uit welke duiven je jongen wil. Over het algemeen hebben we allemaal te veel kwekers. Uit iedere kweekduif zou je eigenlijk ieder jaar zes jongen moeten kweken met verschillende partners. Als je dit drie jaar doet dan heb je dus achttien jonge duiven uit een bepaalde “kweker”. Pas dan weet je of deze duif het predicaat kweker kan houden. Selecteer je kwekers streng en ga met diegene die je overhoud aan de slag. Koop niet ieder jaar een nieuw hok met kwekers want dan zul je nooit eenheid krijgen.
Alle “kwekers” waaruit na drie jaar nog geen fatsoenlijke is gekomen die goed heeft gepresteerd kunt je wegdoen. Er zijn allerlei redenen om een duif te houden maar er is maar één ding belangrijk. Een kweker mag alleen blijven als er goede uit gekweekt kunnen worden. Op je eigen hok kun je beginnen om uit je beste duif drie rondes te kweken. Op deze manier is de kans dat je vooruit gaat groter dan wanneer je uit alles kweekt. Laat iedere duif zich eerst bewijzen voordat je eruit kweekt. Een belangrijke reden van de vele verliezen is dat men kweekt uit alles wat veren heeft. Minder jongen met meer kwaliteit geven een grotere kans op succes.
We moeten ons als duivenliefhebber vergelijken met een trainer van een elftal. Alleen de coach bepaald met welke spelers hij de wedstrijd speelt. Diegene die de beste spelers heeft zal niet altijd winnen. Het team dat het beste in vorm is en haar kwaliteiten optimaal gebruikt zal zich onderscheiden van de rest. Wij moeten zorgen dat de duiven waarmee we spelen voldoende kwaliteiten hebben. Daarnaast moeten ze goed getraind en gemotiveerd zijn.
Maak het niet te moeilijk, houd het vooral simpel. Alleen dan houd je het een heel seizoen vol. Om succes te hebben zul je een goede coach moeten zijn. Kies een bepaalde visie en volhard hierin stap niet iedere maand over op iets anders. Tot aan het moment van koppelen hebben we de tijd om het nieuwe seizoen vorm te geven.
|