Tijdens de manifestatie in Rosmalen van vorige week zijn alle nationaal kampioenen van ons land weer gehuldigd. Dit jaar hoefde niemand zijn of haar uitslagen op te sturen maar werden er net zoals gebeurd voor de Dag-fond en Overnacht de kampioenen geselecteerd door het rekenbureau. Op deze manier zijn op alle onderdelen voor het eerst de “echte” kampioenen van Nederland op de vitesse en mid-fond in het zonnetje gezet.
Voorheen kon het gebeuren dat iemand die super gespeeld had maar zelf niets opgaf, niet voorkwam in de nationale eindstanden. Dit jaar is dus op ieder onderdeel de beste van ons land gehuldigd. Om in Rosmalen op het podium gehuldigd te worden is iets wat je misschien maar 1 keer in je duivencarrière meemaakt. Daarom is het ook belangrijk hiervan te genieten.
Geniet hiervan vooral voor jezelf, omdat je zelf het beste weet hoe je tot deze prestatie bent gekomen. Vaak begrijp je niet dat een ander niet weet dat je bijvoorbeeld “7e Nationale Vitessekampioen van Nederland” bent geworden. Kampioenschappen zijn maar heel betrekkelijk en als de huldiging geweest is moet je zelf ook weer vooruit kijken. Het moeilijkste is om de prestaties van een superjaar te evenaren. Daarom moet je altijd vooruit kijken. Kampioenschappen worden altijd behaald door een hok dat op een bepaald moment een aantal supers heeft. Het moeilijkste is om ieder jaar het niveau vast te houden. Vaak zie je dat de supers het volgend jaar minder gaan presteren en door gemis aan kwaliteit bij de jaarlingen die aangevuld zijn gaan de prestaties achteruit. In het begin valt het niet zo op want die supers blijven wel hun prijzen halen maar niet meer zo vroeg als in hun beste jaar. Maar omdat iedereen die duiven kent en vraagt aan de oude kampioen heb je ze weer gedraaid slaapt hij eigenlijk in. Dit kun je vergelijken met een soort bedrijfsblindheid.
Jezelf afvragen hoe je aan de super bent gekomen, kan je helpen op niveau te blijven. Als je de ouders van die goede niet meer hebt is het misschien verstandig om je topper niet meer te spelen. Dit is wel het moeilijkste wat er is want een topper thuishouden is moeilijker dan hem te spelen. Maar om op termijn toch weer mee te doen voor een kampioenschap zul je weer duiven moeten hebben die zich kunnen onderscheiden. Om uit je topper meerdere jongen te kweken in een korte periode is lastig als deze op het vlieghok zit. Daarbij zal alles op het vlieghok draaien om die ene duif. Daarmee zou je anderen tekort kunnen doen. Als je echter blijft vliegen met je beste loop je een groot risico. De keuze is altijd lastig maar het is wel belangrijk om hier goed over na te denken.
Ik krijg veel vragen van liefhebbers hoe zij hun duiven moeten voorbereiden op de Dag-fond omdat deze discipline hun zo aanspreekt. Om iemand te helpen waarvan je niet weet hoe hij of zij duiven houd is eigenlijk niet te doen. De voorbereiding voor een bepaald onderdeel begint bij de aanschaf van duiven hiervoor. Daarbij is het belangrijk dat je bij de liefhebber waar je deze duiven haalt je laat informeren over zijn kijk op dat onderdeel. Pas dan weet je of je zelf in staat bent deze duiven op dezelfde manier klaar te maken voor de vluchten. Er zijn bepaalde liefhebbers die jaren constant presteren dit is niet eenvoudig maar wanneer je hun hierop aanspreekt zullen zij juist zeggen dat je het niet zo ingewikkeld moet maken. Maar dit heeft te maken met visie waaraan zij zich houden.
De liefhebber is altijd de belangrijkste factor in de ketting van het succes want alleen hij is in staat keuzes te maken die het verschil maken tussen winnen en verliezen. Slechte duiven, slecht hok, verkeerde voeding, gebrekkige voorbereiding, verkeerde ligging, rampzalige kweek. Hiermee kun je nog wel even doorgaan maar het zijn allemaal dingen waarvan lijkt dat de kampioen van gevrijwaard blijft en de krabber niet.
|