Wij duivenliefhebbers zijn altijd bezig met de toekomst. Zeker nu we bijna allemaal aan het kweken zijn maar ook tijdens het vliegseizoen. Het mooie van deze periode is dat we allemaal hopen een super te kweken. Een crack op je hok die iedere week aan de kop speelt is een droom van velen. We weten allemaal dat de kans daarop net zo groot is als het winnen van Staatsloterij maar hierover dagdromen maakt deze tijd van het jaar zo mooi.
De toekomst zijn ook onze jongen voor 2010. Het opgroeien van een ronde jongen blijft je altijd bezig houden. Het seizoen voor de oude moet nog beginnen maar we hebben de vervangers voor de afvallers al paraat. Ook dit is toekomst, je moet altijd vooruit denken en daarbij leren van de fouten die je maakt. Waarom zijn er zoveel jaarlingen door de mand gevallen? Zijn we te zuinig geweest toen we deze toekomst speelde op de jonge duivenvluchten. Wanneer we de jonge doffers inhouden na 4 of 5 vluchten zullen deze minder ervaring opdoen dan diegene die tot het laatst worden doorgespeeld. De ervaring die jonge duiven opdoen op de drie laatste NPO vluchten, geeft hun een voorsprong op die andere die te snel zijn ingehouden. Natuurlijk zijn hierop ook uitzonderingen maar over het algemeen zijn de beter afgerichte jaarlingen in het voordeel.
De angst van het verspelen van de toekomst op de laatste jonge duivenvluchten moeten we van ons afzetten. Wanneer we de jongen goed aan de start brengen zullen er weinig verliezen zijn. En wanneer we er enkele zouden verspelen kunnen we ons afvragen of deze als oude duif wel gepresteerd zouden hebben. We zijn er als liefhebber zelf verantwoordelijk voor dat we de jongen goed voorbereiden op het seizoen. En dat begint niet een maand voor de vluchten maar dat begint bij het spenen. De problemen die velen van ons hebben met de gezondheid van de jonge garde zijn niet altijd te voorkomen, maar we kunnen er wel een aantal uitsluiten.
We weten allemaal dat het niet goed is verschillende rondes bij elkaar te zetten. Op het moment dat de eerste groep over de eerste dip is gegroeid krijgen zij weer een terugslag van de kinderziektes van groep twee. Of deze groep twee bestaat uit 3 of 10 jongen maakt niet uit. Vaak starten we direct na het spenen met het verduisteren. De dagen worden hierdoor gekort waardoor de jongen maar maximaal 10 uur voedsel op kunnen nemen. In deze periode is het belangrijk dat we een goede mengeling aan de jongen geven. Het kweekvoer dat we aan de oude gaven moeten we eigenlijk blijven gebruiken totdat ze goed trainen. Pas dan is het aan te bevelen over te gaan op een wat lichtere mengeling. We moeten in deze periode de jongen naar onze hand zetten. Als ze uitgevlogen zijn bij huis moeten we ze leren direct naar binnen te gaan. Het is dodelijk ze te laten slenteren rond het huis. Die dakgoot waar altijd water in blijft staan mogen ze niet ontdekken, ook dat platte dak bij de buren waar altijd water staat mogen ze niet vinden. Niet alleen doen ze daar allerlei ziektes op maar wanneer ze thuis komen van de vlucht zullen ze eerst naar die plek gaan om iets te drinken. Het is beter pas met het verduisteren te beginnen als ze al goed trainen. Dit kan na 6 of 8 weken van het spenen zijn. De jongen zijn dan al wat ouder hebben meer weerstand en daardoor is de kans dat ze terugvallen kleiner. De grote rui is dan al wel begonnen maar dit is niet belangrijk. We moeten zorgen dat als de africhtingen beginnen het dek weer glad is. Een jonge duif die op 4 oude pennen staat maar met een glad dek zal gewoon kunnen presteren.
Goed spelen met jonge duiven is een spel waarin je tijd moet investeren. Motivatie is de sleutel tot het succes. Een gemotiveerde duif krijgt eerder vorm. Als we ervanuit gaan dat de kwaliteit bij allen gelijk is, dan kan motivatie het verschil maken. Dit kan op allerlei manieren door de liefhebber aangewakkerd worden. Een gemotiveerde duif is ook minder vatbaar voor aandoeningen. Deze lijkt iets extra’s te hebben. Dit kan ook zo weer weg zijn maar het is de liefhebber die moet zorgen dat het niet verloren gaat.
Specialisten met jonge duiven zijn in staat meerdere jonge duiven gedurende het seizoen extra te motiveren. Hiermee maken zij het verschil. Natuurlijk speelt de leeftijd van de jongen mee maar de specialist is juist nu met die toekomst bezig. Hij heeft een bepaald spelletje voor ogen waarmee hij in het verleden succes heeft gehad. Ieder jaar zal hij hierin bepaalde zaken aanpassen maar de basis blijft hetzelfde. Voor de buitenwereld zijn deze liefhebbers vaak niet te volgen omdat ook hun jongen gewone piepers lijken.
De toekomst is voor velen het oude seizoen dat voor de deur staat maar “dit” seizoen is al begonnen toen we gingen koppelen. Voor diegene die er op de Vitesse willen staan zal de kweek snel voorbij zijn want de duiven hebben dan nog enkele weken de tijd om conditie op te doen. De rest kan nog even rustig aan doen maar ook voor hun geldt dat de eerste vluchten begin april op de agenda staan. We zullen al onze oude duiven goed moeten inspelen ongeacht het spel dat we willen gaan spelen. Niet goed ingevlogen duiven zullen ons teleurstellen.
|