Ik had vandaag mijn derde A.T.V.dag. Gek eigenlijk, je bent pas 33 en je wordt een dag in de maand verplicht op non-actief gesteld. Niet dat ik dat zo erg vind, maar ik vind het elke keer toch maar een raar idee. Ik heb ook elke keer weer het gevoel dat ik eigenlijk zou moeten werken. Voor deze dag heb ik dat gevoel in ieder geval aan de kant gezet. Ik heb bijna de hele dag aan de duiven besteed, en dat beviel me prima.
Een bezoek aan Adriaan de Bruin
Ik was al een tijdje niet bij hem 1angs geweest, en daar had ik nu eindelijk eens rustig de tijd voor. Dochterlief bij school afgezet, zoonlief dik ingepakt, met zijn verkouden koppie, achterin. Richting Nederhorst den Berg. Een vreemd plaatsje, als je het tenminste door de ogen van een duivenmelker bekijkt. Het telt nauwelijks 5000 inwoners en heeft naast de zeven bakkers, waar ik me elke keer weer over verbaas, een stuk of acht duivenmelkers in zijn gelederen.
Die acht melkers vliegen in drie verschillende verenigingen, die alle drie weer aangesloten zijn bij een andere afdeling. Hoe is het in hemelsnaam mogelijk zult u zich waarschijnlijk afvragen. Nederhorst den Berg, vroeger al een vrijplaats, is zo'n gemeente die precies op de grens van een aantal afdelingen ligt. U zult begrijpen dat dit de gemoederen zo nu en dan danig in beweging brengt. Mensen die naar een andere vereniging willen en daar dan geen permissie voor krijgen. Melkers die in verschillende fondclubs en rayons vliegen en daarom constant in de gaten worden gehouden. En meer van dat soort problemen. Adriaan hobbelt daar vrolijk in mee. Hij is al lid geweest van de afdeling M, de afdeling Amsterdam en nu weer van de afdeling Gooi en Sticht. Hij heeft gespeeld in de fondclubs Gooi en Eemland en de fondclub Amsterdam en op sommige momenten in beide.
”Als je daarover begint haalt hij vrolijk zijn schouders op. ..Als Ik het maar naar mijn zin heb," zegt hij daarover. "Als ik maar fond kan spelen en me kan meten aan de besten. dan ben ik tevreden. De verenigings- en afdelingskampioenschappen interesseren me niet. Ik bewaar bijvoorbeeld geen enkele uitslag. Als ik maar een gezellige club heb, waar ik ontspannen in kan korven, waar een hoop gezelligheid is en waar mensen elkaar wat gunnen, heb ik het naar mijn zin.
Dit jaar heb ik me weer een hoop problemen op de hals gehaald met de jonge-duiven-vluchten. Ik draai de eerste vijf-zes vluchten altijd alleen mijn eerste duif, anders worden ze enorm schuw en komen ze niet meer binnen. Een duif kan op die manier voor zijn leven lang verpest worden, en dat wil ik niet. Op de vluchten waar het mij om gaat, Orleans, Dourdan en Bourges, draai ik ze natuurlijk wel. Ik heb dan ook en goede kans dat ze vlot binnenkomen. Ik ken mijn eigen duiven het best en ik weet dat deze manier van duiven klokken het best bij mijn duiven past. Nou je begrijpt het misschien al. Mensen wonden zich er enorm over op dat ik alleen mijn eerste duif draaide. Dat vonden ze geen stijl, ik beïnvloedde het verloop van het jonge-duiven-kampicenschap. De lol was er zodoende aardig af in de club. Ik durfde zowat niet eens meer met mijn klok naar het lokaaltje.
Dat dit zo was heb ik zelf in de vakantie kunnen zien. Ik kon het die dag niet uithouden op mijn vakantieadres (het was een zaterdag) en ik besloot bij Adriaan duiven te gaan kijken. De duiven kwamen als een trein, maar de eerste verspeelde een aantal minuten. De week daarvoor was hij ook erg vroeg, maar ook slecht binnen gekomen. Adriaan twijfelde eraan of bij de andere duiven ook zou draaien, maar besloot het toch maar niet te doen. ..”Daar zal ik dan wel weer de nodige opmerkingen over te horen krijgen,” zei bij toen. En dat bleek ook zo te zijn.
Om niet te vervallen in een soortgelijk betoog als mijn vorige artikel, terug naar die bewuste A.T.V. dag. Ik had een potje miso meegenomen, om het hem te laten zien. Miso is een bruine pasta, als u zich dat nog uit één van mijn vorige artikeltjes kunt herinneren, gemaakt uit granen, sojabonen en zeezout. In ons boekje noem ik miso als één van de natuurlijke hulpmiddelen die je kunt gebruiken voor je duiven. Letterlijk staat daar het volgende over in: ”Miso wordt gemaakt van zeezout, hele granen en sojabonen. Door een fermentatieproces van langer dan een half jaar ontstaat deze pasta. Het wordt gebruikt als basis voor de dagelijkse maaltijd. Het is enorm rijk aan mineralen en sporenelementen.
Een eetlepel op een liter water is de dosering, die we zelf aanhouden. U merkt gauw genoeg hoe uw duiven erop reageren. In de afgelopen maanden heb ik de frequentie wat opgevoerd en de duiven het tweedagen in de week verstrekt. Ze zien er prima uit, ze donzen lekker en hebben geen slijmpje in de keel. Nu gaan ze in deze tijd de reismanden niet in, dus dat vertekent de zaak natuurlijk behoorlijk. Aan de andere kant is het de laatste weken nogal nat, koud en vochtig. Eén van de eerste gevolgen daarvan is vaak slijm in de kelen. Daarom wilde ik eigenlijk aan Adriaan vragen om zijn duiven ook miso te verstrekken en te bekijken, hoe zijn duiven erop zouden reageren.
Toen we er een tijdje over hadden zitten praten besloot Adriaan het ook aan zijn duiven te gaan geven. Kwaad kon het in ieder geval niet. Ondertussen had hij zijn potkacheltje lekker opgestookt. Zijn (mijn zoontje van één) amuseerde zich prima, dus niets stond ons in de weg voor een goed gesprek over duiven. Op dat moment kwamen er twee schilderduivenmelkers binnenstappen. Het was veel te koud om te schilderen, dus kwamen ze even langs voor een bakkie. Het is op de Overmeerseweg toch vaak een zoete inval. Soms zit er wel een man of vijf over duiven te praten! Al gauw kwam het gesprek op het potje dat midden op de tafel stond...
”Als ik die troep ook nog aan mijn duiven moet geven, dan stop ik er vandaag nog mee,” was de mening van één van hen. Ik vlieg al jaren keihard, zonder mijn duiven ook maar iets te geven. Bij een dierenarts kom ik nooit. Als je duiven niet zonder al die rommel kunnen, ruim ze dan maar liever meteen op." Ik zei dat hij dan kennelijk beresterke duiven had. Iedere week de mand in en vroege prijzen spelen èn alleen maar graan en water krijgen, leek me geen kleinigheidje.
Adriaan haakte hierop in en zei dat het naar zijn mening onmogelijk was om alleen maar op graan en water, in de traditionele betekenis te vliegen. Als je topuitslagen in groter verband wil maken, moeten je duiven voor de volle 100% in orde zijn, en daarvoor moet je er alles aan doen. Dat betekent in de praktijk dat je je duiven naast graan en water, een aantal waardevolle natuurlijke producten moet verstrekken. De duiven krijgen hierdoor een veel betere gezondheid en een grotere weerstand tegen ziekten. Tegenwoordig geven veel melkers allerlei soorten ”instant-poeders” tegen veel voorkomende infecties, maar dat lijkt mij een verkeerde ontwikkeling. Ik probeer mijn duiven door een goed uitgebalanceerde voeding in topconditie te brengen en te houden. En daar kan dit potje een hulpmiddel bij zijn."
Na dit verhaal, dat natuurlijk verlevendigd werd met een aantal voorbeelden, kwam de aap uit de mouw. De betreffende melker gaf na elke vlucht ”geel poeder” aan zijn duiven, om ervoor te zorgen dat ze geen slijm kregen en zo nu en dan een pil tegen het geel.
|