Mijn ene hok wordt deze week afgebroken. Ik heb er acht jaar met het grootste plezier op gevlogen. In de loop van de jaren heb ik het aangepast en is het een goed vlieghok geworden. Ik heb er licht ingebracht, een vloerverwarming aangelegd, en een groot deel van het plafond eruit gesloopt. Nou ben ik niet bepaald handig, dus die aanpassingen zijn uit het losse handje gebeurd, maar toch, de duiven zijn er steeds beter op gaan vliegen.
Waarom moet dat hok dan weg, zult u zich afvragen. De reden hiervoor is, dat ik stop met het zelfstandig beoefenen van de sport. Ik ga combinatie vliegen!
COMBINATIEVLIEGEN
Het afgelopen seizoen, dat hebt u uit mijn artikeltjes overduidelijk kunnen opmaken, had ik veel te weinig tijd voor mijn duiven. Mijn gezin, mijn werk en het hele gedoe rond “duiven houden ja natuurlijk”, slokte zo veel tijd op, dat mijn eigen sportbeoefening dreigde onder te sneeuwen. Dat was overduidelijk aan de prestaties te merken. Waar ik vorig jaar nog Generaal Kampioen werd met meer dan twee vluchten voorsprong, vloog ik dit jaar beduidend minder. Naast het eerste aangewezen kampioenschap werd ik nog wel tweede in de totaalstand, maar het ging toch allemaal veel moeizamer.
Nu ben ik inmiddels in het bezit van een aantal duiven die de grote fond aankunnen, maar ik ben er bang voor dat ik daar toch niet het maximale rendement uit kan halen. Naast de hoge bomen die rond mijn hokken groeien, en zorgen voor een altijd vochtig klimaat, denk ik dat ik toch nog te weinig aandacht aan mijn vliegers kan besteden. Daarom heb ik besloten SAMEN te gaan doen. Ik de kweekduiven en Henk de vliegduiven.
HENK STOKER
Henk is een melker die een eigen fondstammetje onder de pannen heeft. De echte oude Horemansduiven, al in de veertiger jaren door de heer Feenstra naar Hilversum gehaald, bevolken zijn hokken. Het zijn er niet veel. Hij heeft tot nu toe altijd met 12 weduwnaars en een paar nestkoppels gevlogen. In 1984 had bij een formidabel seizoen. Hij werd toen tweede generaal in de fondclub Gooi en Eemland en dertiende in de marathon Noord. Het afgelopen jaar ging het bij hem echter ook een stuk minder. Hij pakte nog wel de serie 3 op Nationaal St. Vincent en op een paar andere vluchten constateerde hij vroege duiven, maar over het hele seizoen genomen ging het niet zo best.
De oorzaken hiervoor lopen parallel aan die bij mij. Hij is het vorig jaar gestart met een eigen timmerbedrijf, waar hij enorm veel tijd en energie in moet steken, en heeft een jong gezinnetje dat ook zijn tijd en aandacht vraagt. Wat dat betreft was een combinatie voor ons beiden een prachtige oplossing. In onze gesprekken over duiven bleek dat we dezelfde ideeën hadden. Hij is een groot voorstander van een natuurlijke begeleiding en wil daar ook de nodige energie in steken. Hij wil zich graag specialiseren op de grote fond en daar ligt ook mijn interesse. Op het persoonlijke vlak liggen we elkaar erg goed. Daarom besloten we samen te gaan doen.
DE DUIVEN
Na rijp beraad hebben we besloten het grootste gedeelte van mijn duiven weg te doen. Daar zaten een aantal echte goede duiven bij, maar het kon niet anders. Mijn jaarlingen van het soort van Adriaan de Bruin en een paar van Gijs Hartog besloten we over te wennen. We willen daar gewoon mee gaan spelen. Eerst op het nest, later op weduwschap.
Twee goede fondduivinnen, de Oude Bonte en de “90”, gaan naar het nesthok, we hopen dat het lukt ze daarop te spelen. Mijn drie allerbeste vitesse-duiven gaan voorlopig naar het kweekhok, maar misschien moeten die het veld ook nog wel ruimen! De duiven van Henk hebben we heel erg streng geselecteerd. Dat betekende dat er een paar goede oude vliegdoffers naar het kweekhok gingen en een aantal vraagtekens werden opgeruimd. Vooral duiven van andere soorten, een paar jaar geleden bijgehaald, moesten het hierbij ontgelden.
DE HOKKEN
We besloten het weduwduivinnenhok bij Henk te verbouwen tot een hok voor acht weduwnaars. In dit hokje willen we veel licht en lucht binnenlaten. Dat betekent een open plafond met schuiven, om de warmte 's nachts vast te houden, en een lichtdoorlatend dak (glazen pannen). Daarnaast willen we roosters in de vloer maken. Dat bevordert de droogte in het hok en maakt de kans op besmetting via de mest kleiner.
DE BEGELEIDING
Het is duidelijk dat ik de kweekduiven en Henk de vliegduiven verzorgt. Maar dat betekent niet dat we niet gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor wat er op de hokken gebeurt. We hebben heel goed besproken hoe onze begeleiding eruit gaat zien. een aantal punten zijn voor u misschien leuk om te weten.
- De vliegduiven worden pas op de vierde of vijfde vlucht ingekorfd. Tot die tijd worden ze een keer of vijf over een afstand van een kleine 100 kilometer afgericht. Een aantal keren zullen ze daarbij één voor één gelost worden.
- De vliegduiven worden pas in maart gekoppeld, zodat we ze heel rustig aan op het nest kunnen africhten.
- Naast de 20 weduwnaars zullen we ook met 10 nestduivinnen gaan vliegen. Op deze manier ontdekken we gauw genoeg wat met name de nieuwe aanwinsten in hun mars hebben.
- De vliegduiven worden begeleid op een manier zoals het in het boekje “Duiven houden ja natuurlijk” wordt beschreven. We zijn van plan deze begeleidingsmethode consequent uit te voeren.
- We willen uit elk koppel dat we op het kweekhok hebben gezet minstens vier jongen ringen. Op deze manier ontdekken we misschien een paar koppels die goed pakken en waar we in de toekomst mee verder kunnen. Een paar “onderschuif-koppels” zorgen ervoor dat deze intentie ook waargemaakt wordt.
Ik hoop dat u het mij niet kwalijk neemt dat ik dit artikel wat nader ben ingegaan op mijn eigen sportbeoefening. Heel vaak bellen mensen daarover op en zijn daarin geïnteresseerd. Ik hoop dat u zich daar nu een beeld over kunt vormen. Het volgende artikel wil ik nader ingaan op het kweken en ik hoop dat ik u daarover een paar interessante tips kan geven.
|