Vraag mensen wat ze vinden van de belasting, dan zal een grote meerderheid deze te hoog vinden. Vraag duivenmelkers wat ze vinden van de vrachtprijzen, dan zal een grote meerderheid deze te hoog vinden. Dat scoort makkelijk. Maar vraag hen vervolgens niet, hoe? Dan zal de grote meerderheid schouderophalend doorlopen. Heet dat niet populisme? Aanleiding voor deze vraag zou kunnen zijn dat de vrachtprijzen de laatste jaren veel meer in prijs zijn gestegen dan andere goederen en diensten. Welnu, liggen de consumentenprijzen in Nederland in 2009 ongeveer 75% hoger dan in 1985, de vrachtprijzen voor dagvluchten in afdeling Oost-Brabant stegen in die tijd met 76%. Nauwelijks een verschil dus. Hoe dat elders ging, is moeilijk te zeggen.

Meer begrijpelijk is deze vraag als men de verschillen ziet tussen de verschillende afdelingen. In bijgaande tabel staan de vrachtprijzen per categorie zoals de 12 afdelingen deze bij hun deelnemers in rekening brengen, of zoals die op hun vliegprogramma staan vermeld. De meeste afdelingen hanteren prijzen die stijgen als de afstand groter wordt, ook binnen de categorie. Andere afdelingen hanteren eenzelfde prijs voor de hele categorie; één afdeling heeft voor elke losplaats een aparte vrachtprijs. Daarom is per categorie een gemiddelde berekend over de geprogrammeerde vluchten. Eigenlijk zijn de kolommen ‘jonge duiven’ en ‘natoer’ overbodig; het zijn herhalingen van ‘vitesse’ en ‘midfond’, alleen met een andere combinatie van vluchten. De verschillen zijn groot. In Zeeland betaalt men voor ‘vitesse’ gemiddeld 65 cent en voor ‘midfond’ 95 cent, in Brabant 2000 gemiddeld resp. 33 en 49 cent. Landelijk varieren de prijzen voor ‘opleer’ tussen 25 en 55 cent, ‘midfond’ tussen 49 en 95 cent, voor ‘dagfond’ tussen 80 tot 147 cent en voor ‘nachtfond’ tussen 140 tot 215 cent. Bij een vergelijking voor ‘jonge duiven’ en ‘natoer’ moet men er rekening mee houden dat sommige afdelingen hierin relatief meer (mid)fond programmeren. In de onderste twee regels van de tabel staan de uiterste verschillen voor individuele vluchten zoals die ergens zijn aangetroffen. Over het algemeen scheelt dat een faktor 2! Al met al zijn de verschillen dus zo groot dat men zich niet kan voorstellen dat deze prijzen regelrecht vergelijkbaar zijn. Men zou de tabel kunnen vergelijken met de prijzen van auto’s in een bepaalde gewichtsklasse. Het ene merk is duurder dan het andere, maar daar krijg je wel iets voor. Verschil in kwaliteit, zegt men dan. Bij een rondgang langs de websites van de afdelingen troffen we aangaande het vervoer verschillen aan, verschillen die soms een duidelijk verschil maken. Conclusie bij de naakte vrachtprijzen zoals die in de tabel staan is dat men zich eerst de vraag moet stellen: wat krijg ik voor dat geld? En dan hoort bij elke afdeling een ander verhaal. Een kostbaar verschil is bijvoorbeeld het ophalen van de duiven bij de lokalen. Worden de manden slechts beperkt opgehaald dan betekent dat bijkomende kosten vanwege het verder van huis moeten gaan inkorven of vanwege het aanvoeren naar de verzamelpunten. Idem voor het terugbezorgen van de lege manden. Die extra kosten horen eigenlijk ook bij de vrachtprijs. In afdeling 7 Midden-Nederland bijvoorbeeld moeten de duiven worden aangeleverd op 9 verzamelpunten (fond 4). Een deel van de vracht wordt daarmee neergelegd op het bord van het inkorflokaal. Vorig jaar gaf afdeling 8 GOU haar leden bij de dagfond de keuze: óf een heel korte ophaalroute met aanleveren tegen 112 cent, óf de duiven ophalen bij veel lokalen tegen 147 cent. Een grote meerderheid koos voor het laatste. Zelfs voor een verhoging van 35 cent laat men de duivenwagen liever voor het eigen lokaal stoppen dan ergens verderop te moeten gaan inkorven! Service en gemak mogen wat geld kosten. De gegevens voor de GOU in de tabel zijn excl. deze 35 cent. Tegen deze achtergrond zou in afdeling Midden-Nederland de vergelijkbare vrachtprijs op de dagfond niet 80 maar ongeveer 115 cent moeten zijn. Nu de deelnames aan vluchten dalend is, wordt het ophalen per duif steeds duurder. De wagens komen steeds minder vol bij het verzamelpunt aan. Afdeling Zeeland zit met al die eilanden en weinig duiven met een specifiek logistiek probleem; wellicht mede daardoor liggen de vrachtprijzen hier zoveel hoger. Zo zal er ook wel een verschil bestaan tussen ophalen in stedelijk en plattelands gebied. Op het eindpunt van de ophaalroutes worden de manden overgeladen naar volle containers. Sommige afdelingen vertrekken van meerdere verzamelpunten zuidwaarts, met minder volle wagens: duurder dus. In sommige afdelingen hebben de verenigingen hun eigen genummerde manden. In andere afdelingen werkt men met blanco manden. Het eerste vergt meer werk: duurder dus. In sommige afdelingen kan men terugvallen op vrijwilligers, in andere moeten alle manuren worden betaald. Een paar afdelingen hebben een eigen loods met eigen trucks en dat vraagt rente, aflossing, afschrijving en onderhoud. Eventueel een mannetje in vaste dienst; ook daaraan hangt een prijskaartje. In sommige afdelingen worden alle duiven gedubbeld naar een afdelingsconcours ‘midfond’ en ‘fond’. Gratis wordt er gezegd maar de kosten zitten wel verstopt in de vrachtprijs. Sommige afdelingen heffen een contributie ter dekking van de huishoudelijke kosten, andere afdelingen betalen deze kosten uit een winst op het duivenvervoer. In afdeling GOU worden bovenop de vrachtprijs opcenten geïnd ter dekking van deze huishoudellijke kosten, variërend van 8–10 cent per duif, afhankelijk van het rayon (gemiddeld 9 cent, staat niet in de tabel). Ook geeft de tabel een groot verschil te zien in de opbouw van de prijzen per categorie. Gemiddeld is de vrachtprijs voor ‘midfond’ 22 cent hoger dan die voor ‘vitesse’. Een kwestie van meer kilometers, meer nachten mand maar vooral minder duiven. Noemen we het gemiddelde aantal duiven bij vitesse 100 dan komen er doorgaans 67 midfondduiven, 35 dagfondduiven en 12 nachtfondduiven. Het zal duidelijk zijn dat dit dalend aantal grote invloed heeft op de prijs. ‘Dagfond’ kost gemiddeld 34 cent meer dan ‘midfond’ en ‘nachtfond’ is gemiddeld 67 cent duurder dan ‘dagfond’. In afdeling Noord-Holland is ‘midfond’ 35 cent duurder dan ‘vitesse’, in afdeling Zuid-Holland slechts 9 cent. ‘Dagfond’ is in afdeling Oost-Brabant 76 cent duurder dan ‘midfond’, in afdeling Midden-Nederland is het verschil slechts 13 cent. Een deel van een verklaring hiervoor is reeds eerder gegeven (ophalen). In afdeling Friesland is ‘nachtfond’ 98 cent duurder dan ‘dagfond’, in afdeling Limburg betaalt men slechts 29 cent meer. Van waar deze verschillen? Voor een deel misschien strategisch. Steeds wordt aangenomen dat een duif fysiek gemiddeld of maximaal drie overnachtvluchten aankan. In deze tijd laat men overal het aantal fondvluchten ongebreideld stijgen. Men moet niet denken dat dit allemaal extra duiven oplevert. Het leidt enkel tot versnippering en een versnippering betekent een extra stijging van de vrachtprijs. Overigens wordt helemaal geen rekening gehouden met de kleinere liefhebber. De wiskunde heeft technieken om in deze problematiek een optimaal aantal vluchten te berekenen. Het is bijna onmogelijk om de werkelijke kosten van het vervoer exact toe te wijzen naar de categorieën. Iedere afdeling doet dat naar een eigen inzicht en men hanteert daarvoor verschillende verdeelsleutels of modellen. En zoals het in de duivensport heel normaal is dat de opvattingen niet overal hetzelfde zijn, maken zij elk andere keuzes. Enige afstemming is wenselijk. Die keuzes moeten uiteraard wel verdedigbaar zijn. Maar hoe het ook zij, als men de prijs voor een ene categorie wil verlagen, zal de prijs voor een andere categorie moeten stijgen. Immers de totale begroting moet sluitend zijn. Tot slot. De tabel geeft geen gemiddeldes per categorie. Bewust, want wordt niet altijd gezegd: geen appels met peren vergelijken! En, als u weer eens de ogen wordt uitgestoken met lage vrachtprijzen ergens anders, wees dan kritisch en vergeet vooral niet te vragen: wat krijgt u daarvoor?
A Coolen
(Dit artikel stond eerder in ‘Het Spoor der Kampioenen’)
|