Onlangs is het document Vlucht naar de Toekomst gepresenteerd. Hieronder treft u een reactie aan van een (ex-)melker Rob van Hove met zijn visie hierop.
Inleiding
Ik ga een moeilijk verhaal proberen gemakkelijk voorstellen. De internationale duivensport komt straks onder de vleugels van “onze Albert.” Hij blikt in zijn plannen al die richting in en ik denk dat hij goed zijn talen spreekt, dus niks houdt ‘m aan het eind van dit jaar tegen? Ik deel de verwachting dat onze voorzitter leiding gaat geven aan het FCI, maar eerst moet het klusje in ons kikkerlandje geklaard worden en dat is niet zo moeilijk, want op 17 oktober 2009 is er een startschot gevallen en op 31 mei a.s. zal dit schot doel treffen. Op die bewuste dag lopen we het risico dat de vaderlandsche duivensport wordt omgelegd; wat eenmaal door de mensen werd betiteld als: de renpaardensport voor de man met de klak (ik bedoel pet geen hoed, want die is er om aan te geven dat je geld of gestudeerd hebt).
De kiesmannen stonden erbij en keken er naar! Niemand, heeft de moeite genomen om de heren achter de tafel is flink aan de feitentand te trekken. Ja, ’n hoop geblabla over voor en nadelen voor die of die afdeling, dat wel, ja. Te triest voor woorden? Nou, je ziet, ik heb genoeg letters en komma’s paraat om die gasten het leven zuur te maken.
Als ik mijn hart en hoofd bij elkaar weet te houden, dan denk ik: waar maak ik me druk om! Denken ze in die kieskoppies nu werkelijk dat ze iets in te brengen hebben? Ik raad ze aan om zondagavond naar de Engelse serie Tudors te kijken, dan kunnen ze van de geschiedenis (?) iets leren. Al eeuwen lang wordt het klootjesvolk belazerd door de gevestigde machtpartijen. En nog steeds laten de goed bedoelende zich naar het zgn. schavot slepen: “voor volk en vaderland: Luctor Et Emergo.” Aan m’n hoela: ik worstel helemaal niet en als ik worstel doe ik dit niet voor onze lieve, aardige Bea. Ik wil best ergens voor strijden maar dan voor rechtvaardigheid en dat kun je niet zeggen van: ’n vlucht naar de toekomst?!
Keer op keer heb ik geprobeerd mijn negatieve kijk bij te draaien, maar wat ik ook doe: ut lukt ni. Dan denk ik: ‘kom op zeg, waar blijft het nuchtere Hollandse verstand?’ Het beloofde spoorboekje is een ordinaire en glossy reisfolder geworden voor de machthebbers en hun adviseurs.
Wat en hoe maak je een degelijk stuk werk?
Ik zal die ‘plannenmakers’ een les 'toekomst denken' geven, waar ze dagenlang rauwe bonen van zullen eten. De les kan van start: het eerste wat je doet als plannenmaker is het schoon maken van je tijdsbeeld; dat deed ik altijd door een (levenscyclus) dwarsdoorsnede te maken van een bedrijf en branche (klanten – concurrentie – overheid en burgers). Dit doe je als adviseur om niet de vergissing te maken dat één zwaluw in de lucht nog geen mooie zomer aankondigt.
Adviseurs hebben nu eenmaal de neiging om de opdrachtgever naar de portemonnee te praten. Ik bedoel: je haalt de advieskas leeg en je karavaan trekt verder, zo doen ‘wij’ dit. Nu, heb je ook andere adviseurs (ik noem ze pesterig: pseudo’s) en die werken niet op basis van advieskosten, maar werken bij de overheid of FNV/ABVA KABO/CNV /...?
Deze pseudo’s zijn mensen die doen alsof ze het weten! Maar in de praktijk nog nooit over de hekel zijn gehaald of ter verantwoording geroepen voor hun adviesbraaksels. Adviseurs, heb je in alle kleuren, geuren en maten: Ikzelf was samen met mijn partner één firma en werkte voor MKB bedrijven, die enkele tonnen tot 25 miljoen euro omzet realiseerde. Kijk, die pseudo’s collecteren maandelijks hun salaris, wij ‘vrije mannen’ moeten iedere maand afwachten of er nog adviespotjes ‘warm’ staan. Het voordeel is – wat mij betreft – dat vrije adviseurs (zoals ik) niet met meel in hun mond hoeven te praten. Die zijn bereid te buigen voor de werkelijkheid en de hoed af te nemen voor een goed bedrijfsresultaat.
Deel 2.
Wanneer je de handen schoon hebt ga je aan de adviestafel zitten: dit betekent in de harde dagelijkse adviespraktijk: bloed, zweet en soms ‘tranen.’ Heb je eenmaal ‘n goud idee opgevist uit het verleden van je opdrachtgever? Dan moet je die helemaal dooradviseren en tegenstanders overtuigen van je toekomstvisie, die zijn basis heeft in het verleden. In eerste instantie wil niemand je geloven, waarom jij (ik dus) wel weet hoe het verleden ‘veel euries’ kan opleveren. Ik vertel een simpel verhaal aan mijn financiers (zo noem ik m’n klanten): kijk, ik ben een beetje helderziend d.w.z. ik zie wat jij allang vergeten bent. Ik ontdoe het van stof en oud zeer. Strooi er iets van zout of peper over en braadt het is de beste boter om het vervolgens op te dienen alsware het goud. Niks mis mee, toch!?
Ondernemingsplannen kan en mag je niet vergelijken met NPO plannen; ook al is de laatste een bedrijf; een organisatievorm waar niet noodzakelijk winst geboekt hoeft te worden: het mag wel, maar hoeft niet. Of het moet een stichting zijn zonder winstoogmerk. Wie de NPO plannen een beetje zorgvuldig doorleest, die ontdekt dat er steeds het hazenpad gekozen wordt in plaats van de langzame, maar wijze, schildpadroute. Hazen hebben de neiging om hard weg te rennen voor de geweren van de jagers (concurrenten of tijdsgewrichten), maar raken compleet het spoor bijster en rennen pardoes een rivier in en zijn een eenvoudige prooi.
Schildpadden zijn prehistorische dieren en hebben een oergeheugen en weten vanuit instinct dat ze hun nek moeten intrekken bij dreigend gevaar: zelfs een hongerige wolf krijgt de schildpad niet naar buiten geblaft. De adviseurs van het NPO zijn bange hazen en die vluchten de toekomst binnen, zonder bewust te weten, waar ze binnen lopen? Ik heb stellig de indruk dat de 2 adviseurs fijne opa’s zijn die in hun nadagen: hier en daar een wethouderstoel bezet houden of hun vakbondauto’s voor de rijke duivenmelkers van Nederland parkeren.
Niet om ze te vragen naar wijsheid, nee, ze brengen en halen eeuwige roem: want het doet best goed op partijtjes: “Gôh, dat heb je er knap doorheen gejaagd, J.” ‘Ja, laat dat over aan een gedreven salarisadviseur, die nog nooit zelf 1 dag van zijn leven ondernemertje heeft gespeeld.’
Deel 3
Een goed en degelijk plan, maak je voor max 5-10 jaar. Daarna moet de tijd erover heen en die slijt al die mooie make-up laagjes in 9 maanden weg. Kortom, je weet pas of je een goed plan gemaakt hebt na: negen tot 10 maanden?
Afhankelijk of het een star, cat/dog of problem child was die je moest (her)opvoeden? Dit is taal voor profs. Ik veranderde bewust de namen in mijn adviespraktijk. In het originele adviesmodel van de Boston Consulting Group wordt ook gesproken over melken van koeien. Ik houd het fatsoenlijk: ik spreek over: pionieren - organiseren en samenwerken.
Ik weet (en ik niet alleen) dat een goed bedrijf steunt op de relatie met zijn klant, die vergelijkbaar is met een ouder- kind relatie: klanten zeuren altijd om meer of minder, dat doen kinderen net zo. Als ouder moet je wel eens toegeven, maar niet altijd. Soms moet je als leverancier (of NPO) met zachte vuist op de verkooptafel slaan en daarna in alle redelijkheid roepen: kom, we heffen het glas, maar we doen het de volgende keer anders of beter! Dit is in het kort: samenwerken.
Pionieren, dat kan alleen de stichter of starter van ’n organisatie. Iedere man of vrouw die de pionier opvolgt moet met respect met de nalatenschap of erfenis omgaan, doe je dit niet, dan zal (zoals dit heet) de pionier van het eerste succes: over zijn ‘graf’ heen regeren. Ik adviseer ‘onze Albert’ om een levensloopstudie te starten naar de hoogte en dieptepunten van zijn voorgangers en daar de lessen uit leren. Albert, denk niet als Zeeuw dat je geleerd hebt van de watersnood, want dat doen alle ingenieursbureaus die nú voor grof geld onze zuur betaalde ‘Hollandse waterlinies’ verkopen o.a. aan de Amerikanen. Ik heb er geen bezwaar tegen m.a.w. ik vind het getuigen van gezond (ver)koopmansgeest. Nu jij nog?
Confrontatie matrix (vakjargon: voor vierkant je gelijk willen halen...)
Beste kiesmannen,
Ik ga je inwijden in de geheimen van de adviseurswereld en neem je mee de arena in:
Kans |
Bedreiging |
Kijk naar het NOS journaal en denk 1 minuut terug aan je start als melker: hoe groot schat je dan de kans in dat een jongetje uit de Bijlmer of Kanaaleiland een hokkie met duiven wil?
Mijn professionele antwoord: nul procent kans? |
Kijk naar het Jeugdjournaal en denk aan je buurjongen: hoe groot schat je de kans in dat jij ‘m o.a. van zijn Gamer, Twitter of Iphone afhelpt?
Ik zeg: 0 tot 0,0 %
|
Sterkte |
Zwakte |
Kijk, als je tijd hebt naar het NPO plan en zet een + bij ieder sterk punt. |
Doe hier hetzelfde: als je die kunt vinden?
“Oh, je weet niet hoe je dit moet beoordelen?” | Toelichting (belangrijk)
De truc van de adviseur zit in de halve waarheid, je roept heel hard: dit en dat is fout en dit komt hier en daar door. Het vervelende is dat adviseurs aan de buitenkant van de opdrachtgever werken (op straat, zeg maar) en niet met ze meegaan naar hun klanten! Het grappige doet zich voor dat de drs. en dr. in de economie of bedrijfsrecht is opgeleid in een wereld, waar men over klanten spreekt, alware het museumstukken of Wald Disney figuren: die zijn stoffig en niet boeiend genoeg om ze werkelijk in de praktijk te bezoeken.
Ja, er wordt weldegelijk marktonderzoeken gehouden door mensen zoals Maurice de Hondt. Niks mis mee maar je mag als zelfstandig en verantwoordelijk adviseur nooit de vergissing maken, dat je een MKB-bedrijf (ca. 5-150 medewerkers) van objectieve bedrijfsinformatie kan voorzien middels papieren desk- en veldonderzoeken die fijntjes door studenten bij elkaar zijn gezocht (belrondjes/mailings/enquêtes).
Mijn grootste les was: stap in de auto en bezoek de klanten van je opdrachtgever, zet desnoods een caravan voor de ingang en praat met iedereen die je bij de kraag kunt vatten. Gebruik al je zintuigen: voel, zwem, sputter, schiet, huil en lach met de klanten van jouw opdrachtgever en pak pas dan je adviespijlen!
Maatregelen
‘Dope’ je pijlen niet in het potje van de vermeende ‘kansen en sterktes’, zonder dat je goed achterom hebt gekeken: inhalen van je concurrenten doe je niet door voorbarigheid of te grote gretigheid.
Sterker, je mot ni eens kijkuh wat je concurrent doe, want dan heb je de slag om de markt al voor de helft verloren. Sportmensen weten uit ervaring dat je nooit achterom moet kijken, want de angst kan je om het hart slaan en ben je verloren! De concurrent wint met een bandbreedte verschil de Tour de Fiets.
Mijn adviezen (in het kort):
- Kijk in je ‘binnen- en buitenspiegel’ en geef op tijd richting aan en twijfel niet te lang! Met andere woorden: leer van de goede en verkeerde beslissingen uit het verleden. Maar blijf zorgen dat je rijdt en niet stilvalt.
- Reken je niet van te voren ‘arm noch rijk’, maar spreek je klanten aan met opgeheven hoofd, want je verkoopt niet een glaasje ranja met een rietje, maar: ontspanning.
- Een duivenbond of afdeling is m.i. een verkooporganisatie. Die doet aan de verkoop van ‘n hobby aan mensen die net vóór òf nèt uit hun midlife crisis komen.
- NPO’ers (ik reken hieronder ook de 12 afdelingen) van Nederland, hier heeft u mijn adviespijl: Verkoop ontspanning als dienst en produkt in uw Unieke Werkgebied. De hoofdbond benadert de landelijke pers cs.
- Stop met dat bestuurdersgeneuzel en ga doen waar sportbonden voor zijn, nl.: belangen ‘verkopen’ aan overheden, burgers en jong aanstormend talent van 40 of 50 jaar jong: laat omroep MAX links liggen, want wie wil er tegenwoordig op één lijn gesteld worden met een stelletje zuurpruimen die niets anders kunnen doen dan vertellen: ‘Vroeger was alles beter!’ Gelul: “Vroeger was het niet beter, alleen anders, meer kan ik er niet van denken, want ik leef nú. Nou jij nog?
- Houd je adviseurs aan de leiband, want ze moeten niet het idee krijgen dat ze 'de baas' zijn, want dit zijn 'wij' de basisleden: en voor de rest niemand.
- De duivensport is zijn best als je het dichtbevolkt kan spelen, dus moet je ook lokaal de mogelijkheden en de onmogelijkheden tegen elkaar ‘rammen.’ Uit de vuurvonken kun je dan nieuw enthousiasme laten ontsteken: meer is het niet!
- De duivensport is een moeilijke sport, wanneer je vliegt voor de 1ste tien plaatsen. En daarom adviseer ik: “Houd het spel en de sport zo simpel mogelijk.” Ga niet landelijk te werk, voordat je lokaal de boel niet op orde hebt: elke ondernemer kun je dit wijzer maken, maar een npo bestuurder krijg je dit niet aan zijn verstand gehamerd.
- De duivensport mag het zichzelf niet aanrekenen, dat het zijn of haar leden is kwijtgeraakt: laat je geen kul en zotte praat verkopen, want de samenleving verandert en het aanbod van: ontspannen na werktijd (of werkleven) is een miljarden (mondiaal) industrie. Waarom dacht je dat de fitness scholen en Welness ondernemingen zo agressief aan de weg timmeren? Niet omdat er een tekort aan spanning is onder de mensen.
- De afdelingen moeten hun zeggenschap en autonomie opeisen of anders het lef hebben om voor zichzelf te starten met een regioplan.
- Samengevat: Stop! met rapporten maken en stap van je duivenfiets af en ga doen! Doen, waar je voor bent gevraagd of voor stáát!!! Maar houd op met zeggen: hoe 'ik' en anderen hun duivensport moeten bedrijven! Laatste advies: koop een landje en plaats er een duivensportcentrum voor oude van dagen (50 plussers ;-). Ik ben er helemaal klaar voor.
Nawoord
De moraal van dit verhaal is dat je niet kampioen wordt met mooie brochures of plannen, maar tussen je dieren, daar moet het gebeuren. En nergens anders! De duivensport heeft mensen nodig die tegen de stroom in willen roeien en zelf de mouwen opstropen: de PPN is hier het beste voorbeeld van; die mensen geloven heilig in hun doel. Ik niet: ik geloof meer in de vijftigers, maar als ze me bellen van: “Jôh, Van Hove kom is effe bijkletsen, want je weet niet wat je zegt (‘we hebben al meer dan 50 jeugdmelkers binnengehaald’), dan kom ik met twee bossen bloemen en een doos gebak van de Hema. Ik ben er klaar mee!
Rob van Hove (ex-melker, 51 jaar)
|