Alle aandacht gaat altijd uit naar de NPO vluchten. Terecht of onterecht? Veel liefhebbers willen dan hun duiven wat later in vorm hebben. Ze verduisteren de duiven of laten de ramen open staan. Geen warmte op het hok dus en ook geen motivatie. De Vitesse- Midfond mannen maken daar handig gebruik van, want de belangrijkste concurrenten zijn voor hen dan meestal de mindere partij. Dat heeft zijn weerslag op de uitslag. Ja, het valt niet altijd mee om uitslagen te “lezen”.
Een hele goede (bekende liefhebber ) vroeg me op een beurs of ik wist hoe hij op de fond nog beter kon presteren. Ik zij hem: dat zou ik niet weten. Hij keek me vragend aan. Als de eerste vitessevlucht weer op het programma staat, dan wil jij die gewoon winnen zei ik. Dat klopt zij de liefhebber, ik wil alles winnen. Ja, en dat gaat even niet. Een duif kan een heel seizoen goed presteren, maar zal maar een aantal weken topvorm hebben. Onze schaatsers werken ook naar een bepaald punt toe, waar ze hopen topvorm te hebben. Als je dus wilt winnen op de fond, moet je de duiven in het voorseizoen langzamer op gang laten komen. Of je duiven splitsen. En dat verhaal wilde deze liefhebber eigenlijk niet horen.
Ik zal in dit artikel een aantal zaken even aantippen. Natuurlijk kun je over al die dingen ook een heel artikel schrijven. Maar daar kies ik nu niet voor. Een andere keer maar weer.
Hok
Andere oorzaken voor het wel of niet goed van start gaan kunnen liggen in de richting hoe het hok geplaatst is. Verder is het van invloed of we een tuinhok hebben of een zolderhok. Een tuinhok kan te vochtig zijn, terwijl een zolderhok snel te droog kan zijn. Verder heeft het bouwmateriaal zijn invloed. Een stenen hok warmt minder snel op als een houten hok of eentje van damwandplaten. Er zijn dakpannen die afsluiten en ook die veel lucht doorlaten. Dat heeft gevolgen voor de warmte boven de zolder en dus de luchtafvoer in het hok. Hoe vaak hoor je niet: als het zonnetje begint te schijnen, komen de duiven ineens slecht naar huis. Je ruikt de duiven dan ook. Te grote ramen zorgen voor het verbranden van zuurstof en te weinig glas kan voor schimmel en vocht in een hok zorgen. Ook is de dag en nachttemperatuur erg belangrijk. Te grote verschillen verhinderen het in vorm komen van de weduwnaars.
De zon moet de vloer kunnen verwarmen om de lucht te doen opstijgen. Lukt dat via de ramen niet, dan moeten we aan glazen dakpannen denken. Des te lager die glazen dakpannen, des te eerder is vorm te verwachten. De zon komt in april nog niet zo hoog, dus zullen deze pannen bij de vitessespeler laag geplaatst zijn.
Duiven mogen natuurlijk niet in de tocht zitten. Daar kan geen mens en geen dier tegen. Ze kunnen best goed tegen warmte, maar hebben in ieder geval veel zuurstof nodig. De binnekomende lucht dient geleidelijk op te stijgen en samen met de verbruikte lucht het hok te verlaten. Over het verluchten van een duivenhok kan wel een boek geschreven worden. Helaas is er geen studie voor te volgen en moeten we afgaan op ervaringen die we hebben opgedaan.
Isolatie.
In april en mei is het overdag vaak best aangenaam, maar koelt het in de nacht flink af. Soms tot wel rond of onder het vriespunt. Weduwnaars kunnen in de regel niet in vorm komen. Het verschil tussen dag en nachttemperatuur mag eigenlijk niet meer zijn dan 7 graden. Zijn de verschillen erg groot, dan kun je overwegen het hok te isoleren. Ik adviseer dan meestal te gaan werken met dupanel platen. Dat zij 4 cm dikke isolatieplaten. Deze komen tussen de spanten op 4 cm afstand van de pannen, zodat er lucht tussendoor kan. Dus eerst een latje tegen de pannen spijkeren, dan de op maat gesneden isolatieplaten tussen de spanten drukken. Dan zitten ze altijd goed. Het hok warmt zo minder snel op en koelt ´s nachts minder snel af.
Verwarmingsplaten.
Vaak wordt in het voorjaar gebruik gemaakt van verwarmingsplaten. Ik heb de neiging te zeggen om daar toch voorzichtig mee te zijn. Beperkt gebruik kan een voordeel geven, maar te veel van het goede zorgt voor vroege vorm op het hok. Als je dan later de fond speelt, is de topvorm waarschijnlijk al weer achter de rug. Komen de duiven thuis in slecht weer en regen, doe de platen dan ´s morgens even aan, zodat de thuiskomst een genot is en het herstel snel is. Dan kan een verkoudheid worden voorkomen. De dag van inkorven kan dat ook even lekker zijn bij koud weer. Maar overdrijf het niet. Eigenlijk dient de vorm van nature te komen en dat is als het zomer wordt.
Licht.
Met licht kun je de zomer dichterbij brengen en dus ook de prestaties beïnvloeden. Als u dus vooral voor de Vitesse / Midfond gaat, is het te overwegen de zomer na te bootsen op uw hok. Dat kan met een daglichtlamp te gebruiken. Zo is het meer zomer bij u op het hok dan bij uw buurman. Natuurlijk zal de fond dan minder goed verlopen. De beste lampen bootsen het zonlicht na en geven het volledige lichtspectrum. Het beste is een TL daglichtlamp die in een hoogfrequente armatuur. Ze moeten aan de zolder worden bevestigd op 1 meter afstand van de duiven. We moeten ook hier voorzichtig zijn en niet overdrijven. Je kunt niet de hele dag onder de zonnebank liggen en dus ook niet de hele dag die lampen aandoen. Maar een paar uur extra “zonlicht” per week zal extra vorm oproepen. Mijn collega Eddy Noel heeft enkele zeer goede artikelen geschreven over bijlichten in deze tijd. U kunt die lezen op zijn website: http://www.duivensites.nl/vanhoeck-noel/
De voorbereiding.
Voor de start van het seizoen is het aan te raden om het hok een grondige beurt te geven. Ik ken liefhebbers die na het seizoen de broedhokken eruit halen en schapjes plaatsen. Voor aanvang van het seizoen wordt alles schoongemaakt. Alle stof wordt verwijdert de zolder, het hele hok gedesinfecteerd en gebrand. Dan worden de schapjes weer verwijderd en de broedhokken teruggeplaatst. Dit om de motivatie te verhogen. Ja, ja, je moet er een hoop voor doen.
Training.
Over training heb ik al eens voldoende gezegd. Regelmatige korte trainingen middels wegbrengen geven een verhoging van de basissnelheid. En juist dat hebben we nodig voor dit soort vluchten. Alleen maar trainen rond het hok is meestal niet voldoende om te basissnelheid te verhogen. We hebben het dus over koolhydraat trainingen. De duiven dienen dan binnen drie kwartier allemaal terug te zijn op het hok. In die tijd treedt de hoogste snelheid op en worden alleen koolhydraten en bloedvetten verbruikt. De depotvetten mogen nog niet worden aangesproken. Dat is bestemd voor de zware fond trainingen. Die zijn gebaseerd op uithoudingsvermogen en niet op snelheid. Een heel verschil dus. Duiven die in de training de man met de hamer een keertje tegenkomen, kunnen daarna beter tegen het zware werk. Het is het een of het ander. Zware training met zwaar voedsel, zorgen ervoor dat de verbrandingsmotor langzamer loopt en daardoor het uithoudingsvermogen wordt verbeterd. Korte hevige trainingen op lichte voeding zorgen ervoor dat de basissnelheid omhoog gaat. Nadeel is dat ze dat helaas geen 600 km vol kunnen houden. Daartussen zijn natuurlijk ook mogelijkheden voor het presteren op de zware midfond en gemiddelde dagfond.
Motivatie.
Als u begint met het vitessespel , zullen er een flink aantal jaarlingen tussen uw vliegploeg zitten. En die moeten we het spelletje nog wel leren. Anders verliezen we te veel tijd bij het binnenkomen. Des te meer aandacht u daar aan besteed, des te eerder zullen de prestaties verbeteren. U kunt dus in het begin wel eens de duivin tonen als de duiven een trainingsvlucht midden in de week krijgen. Voor de vlucht laat u het tonen dan achterwege.
Voeding.
Het kortere werk vraagt om de juiste balans tussen koolhydraten en vetten. Na een vlucht zijn de spieren licht beschadigd en moeten ze gerepareerd worden. Dat gebeurt door eiwit. Eiwitten die zwaar verteerbaar zijn, moeten we vermijden. Dat zijn eiwitten uit alle soorten peulvruchten en bonen. Om eiwit uit peulvruchten te verteren is vocht nodig en veel energie. Het kost 1 ½ keer zoveel energie om deze eiwitten op te slaan, dan eiwitten uit vetrijke zaden. Zonde om je daar mee bezig te houden. Eiwitten uit peulvruchten zijn zwaar verteerbaar en belastend. Tevens hebben ze een verslakkende werking op de zuurstoftoevoer. In de vliegperiode hebben we ze slechts beperk nodig. Het is net een slecht huwelijk. Die kunnen niet zonder en ook niet met elkaar.
In de universiteit in Guelff (Canada) is onderzocht welke granen voor de duif het meest interessant zijn. Hieruit blijkt, dat alleen hoge doseringen aan koolhydraten extra vetvorming veroorzaakt. We moeten daarom koolhydraten niet onderschatten op dergelijke vluchten. Natuurlijk moet het de juiste combinatie zijn met de juiste vetzuren, om er optimaal van te kunnen profiteren. Onderzoek naar deze juiste combinaties blijven zeer interessant. We zullen ook dit jaar weer proberen die combinaties in het voer te verbeteren.
Midfond vluchten duren gemiddeld een uurtje of vier tot zes. De snelheid ligt vaak rond de 1200 tot 1400 meter per minuut. Gemiddeld zullen deze duiven rond de 15 gram vetzuren verbruiken. Het is de kunst om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de koolhydraatverbranding. De vetten die daarop aansluiten en het snelst verbranden zijn de A-Linoleen vetzuren. We moeten ervoor zorgen dat deze optimaal voorhanden zijn. De goede verbranding levert ook meer oxidatie op. Daardoor kunnen de cellen beschadigen en dat moeten we voorkomen. Bepaalde anti-oxidanten kunnen de cellen beschermen. Dit zijn b.v. vitamine E en C. Een beetje citroensap na de vlucht is dan ook een goed idee. Natuurlijk zijn er ook producten op de markt met daarin die anti-oxidanten. De beste zorgen ervoor dat de circel niet verbroken wordt. Als er ergens een tekort ontstaat, repareert die ene stof de andere. Het is wonderbaarlijk, maar waar. Te denken valt aan de juiste combinaties vitamines glucathion, Q10 en Alfa Liponzuur. Zo kan er optimaal worden gepresteerd, blijven de duiven beschermd en kunnen ze gezond blijven presteren, zonder allerlei kunstgrepen toe te passen.
Veel succes ermee.
Willem
|