Weet U het? Bij wijze van uitzondering wil ik hier iets over het gebeuren op eigen hok kwijt. Want eens te meer werd me duidelijk dat hoe langer je met duiven speelt aan hoe meer je gaat twijfelen. Een slechte eigenschap is dat niet. De hele loopbaan van kampioenen als Jos v d Veken, de Bruyn en bv Ludo Claessens wordt gekenmerkt door twijfels. Claessens mocht nog zo goed spelen, in de winter was hij aan het timmeren vanwege altijd maar die vraag of het hokklimaat niet beter kon.
Waarom?
Over twijfels en ‘niet weten’ gesproken, eindelijk had ik weer eens bijgehaalde duiven die op de vluchten voldeden. De 060 van J Meurysse en de 075 van Bart van Oeckel.
- De 060 won in 2007 op alle Nationals 1 op 10, in 2008 werd die 2e Asduif in de ZAV maar in 2009 was die het prijsvliegen helemaal verleerd, niets bakte ze ervan! Toch mocht ze blijven en…? Dit jaar doet ze het weer. Tot nu toe tenminste! .
- De 075 vloog in 2008 goed als het maar van ver was, in 2009 was het niets en nu presteert die op kortere afstanden al is het nog geen super.
- De 772 kweekte ik zelf. Die was in 2009 als jaarling een vaste waarde, hij werd ook 2e Asduif in ZAV maar dit jaar kan hij geen papier raken.
- De 5111 begon in 2009 als jong pas te vliegen als het verder werd, Zo won ze 5e Nationaal Gueret (z) bij een zeer ongunstige ligging.
‘Dat wordt er een voor de fond’ dacht ik. Dit jaar was ze vanaf Quievrain present.
Dan is er de 744. Die wint enkel eerste prijzen of het scheelt niet veel. Tenminste als hij prijs vliegt want dat doet hij weinig. Vier keer missen, dan een 1e winnen, weer weken achtereen te laat om dan weer te zegevieren? Het enige dat ik snap is dat hij kan vertrekken.
Respect
Zulke zaken overkomt natuurlijk ook sportgenoten. Voor mensen met veel duiven is dat minder erg, die hebben anderen achter de hand, maar als kleine liefhebber kan je minder hebben, zeker geen rampvluchten. Daarom past respect voor liefhebbers als Marien, Lanslots Dockx, Leo Heremans, R Diels, T van Genechten en Jos van der Veken.
Ze behoren tot de smaakmakers in de regio Turnhout, ze doen het met weinig duiven of betrekkelijk weinig en lijken tegenslagen moeiteloos op te vangen. Anders speel je niet zo veel jaren zo goed.
Ook vreemd
8 Mei kenden de Nederlanders boven de rivieren zeer slechte vluchten. Veel duiven arriveerden pas de dag na lossing en waren kapot en gedesoriënteerd leek het. Sommige bleven minuten lang roerloos op de valplank zitten. In Zuid Nederland verloor men amper duiven, ik was met 2 van de 24 een uitzondering.
Na vijf dagen kreeg ik er een terug, in de regen en bij dichte mist. En…? Er was niets aan te zien. ’s Avonds stormde hij met de andere mee naar buiten en trainde even lang. Liefhebbers vragen wel eens of ze nog iets aan kunnen vangen met duiven die dagen te laat waren.
‘Met de ene wel en de andere niet’ zeg ik dan. Soms lijkt het ook dat je beter af bent met duiven die 3 dagen te laat komen dan die een dag te laat arriveren.
Straf
Even straf als onbegrijpelijk is wat ik nu weer mee maakte met een pieper. Ik had mijn jongen 3 keer weg gebracht, verste afstand 10 kilometer. Eentje kwam van amper 4 kilometer de volgende dag pas aan, van de 2 andere lapvluchtjes liep ze twee keer bij een dorpsgenoot binnen. Ik vertelde dat tegen een bezoeker. De man vroeg of hij het duifje kreeg.
‘Meenemen’ zei ik, ‘maar straks niet zeggen dat hij niets waard is’. Enfin, hij met het duifje naar huis en enkele dagen later zat ze terug op mijn hok. Ontsnapt bij de nieuwe eigenaar die 65 kilometer van me vandaan woonde.
Van 4 kilometer raakte ze amper thuis, van 65 kilometer lukte dat moeiteloos. Voor geen geld zou ik mijn oude ineens van die afstand durven lappen. Snapt U het?
Koude
Wat waren we dat koude lange voorjaar beu. We lieten de duiven weinig los of alleen ’s avonds als de bitterste koude uit de lucht was. Want trainen bij koud weer is vragen om de conditie te doen kelderen.
Zo is de theorie althans. Maar theorie en praktijk botsen vaker. Zo was ik bij een van de smaakmakers in het ‘Turnhoutse’; sympathieke Luc van Mechelen. Hij had opnieuw danig huis gehouden, ik feliciteerde hem maar maakte wel de bemerking dat hij veel duiven speelde. ‘Klopt’ zei die, ‘maar het zou wat anders zijn als ik alleen duivinnen speelde. Het gebeurt dat van de 20 duivinnen er 18 prijs winnen en de doffers er niets van bakken. Het verschil is enorm.’
Waar hoorde ik dat meer. ‘Laat je die trainen met die kou?’ vroeg ik. ‘Ik houd er wel rekening mee’ zei Luc. Ze gaan er niet om 7.00 u uit maar wat later. Maar toch dus ’s morgens in de kou.
Nog straffer
Johan Storms uit Sint Jozef Rijkevorsel maakt het nog bonter. Zijn uitslagen vallen misschien niet op maar dat is het lot van iedereen die met weinig duiven speelt. Die Johan nu laadde vanaf maart elke morgen rond 7.00 uur zijn duiven in en die werden rond Brussel vrij gelaten.
Naar het weer werd niet gekeken. Ook bij temperaturen rond het vriespunt werden ze dus dagelijks gelapt. Dat je met veel lappen de eerste vluchten voor bent is bekend als duiven gezond zijn maar dat kon onmogelijk lang duren meende men. Tot half mei echter was van een inzinking geen sprake, integendeel, het lijkt wel of hij steeds beter gaat spelen. En dat in Union/ZAV.
Met duiven dus die elke dag zeer vroeg bij bittere kou verplicht waren te vliegen. En niet alleen bij koude. Op een morgen werden ze ingeladen bij mistig weer. ‘Johan, dat kan toch niet?’ zei een sportgenoot. ‘Dan moeten ze maar een bril opzetten’ was het antwoord. En anderen hun duiven maar vast houden en verwarmingsplaten aanzetten. Wat is wijsheid?
Vroeger dacht ik iets van duiven te kennen. Nu niet meer...
|