Het begon in zijn eerste jaar. Als jonge duif was het al een opvallend geval, niet alleen zijn mooie kleur maar ook zijn gedrag. Al snel had hij de naam Maffe Vale. Steeds zocht hij de zolder van het hok op door in een kier in het voorschot. Daar kon ie soms de hele dag zitten zonder dat iemand er bij kon. Vond ie leuk denk ik, totdat ie eens vast kwam te zitten met zijn poot tussen een panlat. Een hele operatie was dat en natuurlijk heb ik de kier in het voorschot daarna meteen dichtgemaakt.
Omdat ie van Koninklijke afkomst is, en omdat ik een voorliefde heb voor vale duiven mocht ie blijven, en soms vraag ik mij wel eens af wie daar het meeste spijt van heeft. Hij of ik…
Direct na de eerste loslaatbeurt in de maand maart was ie aan de beurt. Ik zag ‘m er tussenvallen en de maffe vale maakte dat ie wegkwam. Meneer de rover er achter aan en twee dagen later kwam hij zonder staart terug. Geluksvogel? Niets is minder waar want…..
De eerste vlucht won hij zowaar prijs. Geen kopprijs maar hij liet zich zien. De tweede vlucht was een ware waterhoos en de Maffe Vale was te laat. Als een verzopen kat kwam hij ’s avonds laat thuis.
De derde vlucht was een landelijke ‘rampvlucht’. Vele duiven wisten het hok niet meer terug te vinden waaronder ook de maffe vale. Een week later viel ie op het hok, helemaal aan de lat maar opnieuw oog voor zijn zoldertje die helaas gesloten was voor hem. Ik koos ervoor hem een weekje of wat rust te geven.
Drie weken later mocht hij weer mee, weer keurig op gewicht en zoals ik hem kende: Praatjes voor tien. Klepperend en zwevend maakte hij het luchtruim aan de klutenweg onveilig voor iedere wulpse duivin.
Het werd een prima vlucht maar alleen de Maffe Vale presteerde het als enige om met twee zwaar gekneusde of gebroken poten terug te komen. Hij viel op de klep en bewoog zich met de ellebogen van zijn vleugels voort om binnen te kunnen komen. Dat heeft hij zo toch wel een kleine twee weken volgehouden. Hij kon er echt niet op staan maar redde zich verder prima. Het was echt een maf gezicht hoe hij zich voortbewoog met de ellebogen van zijn vleugels en deed zodoende zijn naam eer aan. ‘Zwemmend’ naar de etensbak waar hij liggend meeat, maar ook de waterpan wist hij op die manier feilloos te vinden. Praatjes voor 10, maar lopen kon hij niet. Toch overwoog ik toen al om zijn naam te veranderen naar de Vale Pechvogel.
Enkele weken later stond hij weer voorzichtig en gedroeg zich opnieuw als een echte weduwnaar. Om hem toch weer wat aan de gang te krijgen nam ik hem af en toe mee voor een lapje met de anderen. Zo ook vandaag. Omdat ik de doffers om de twee weken speel is de tussenliggende zondag een lapzondag. Alle doffertjes de mand in en karren maar. Ik besloot niet al te ver te gaan, en stopte bij Huizen. Voor mij schat ik een kleine 60km.
Prachtig weer, redelijk warm maar en mooie wolkjes aan de lucht. Mandjes los en het koppel won onmiddellijk hoogte, draaide een paar keer en vertrok richting noorden. Toen ik op weg naar huis over de A6 reed zag ik ze plotseling vliegen. We vragen ons wel eens af hoe de duiven naar huis vliegen dus deze kans wilde ik niet missen!
Ik liet mijn snelheid afzakken tot 90km per uur en bleef ze volgen. Vele vingers die naar hun voorhoofd wezen passeerden mij al toeterend maar het kon mij niet deren. Ik had alleen oog voor mijn koppel (levensgevaarlijk natuurlijk!).
Ze vlogen een 200 a 300 meter aan mijn linkerzijde en volgde het parcours tussen de snelweg en het IJsselmeer. Ik schat dat ze een kleine 100m hoog vlogen en de lijn richting het Noorden werd steeds strakker en rechter. Net toen ik dacht dat ik ze zo wel eens tot aan huis zou kunnen volgen gebeurde er iets onverwachts. Ter hoogte van de Oostvaardersplassen vloog het koppel nietsvermoedend boven een bosperceel. Ineens, als door de bliksem geraakt viel het koppel naar beneden om vervolgens uit elkaar te spatten en in tegenovergestelde richting terug te vliegen. Mijn snelheid was inmiddels tot verontrustende laag afgezakt en schuimbekkende automobilisten kwamen me al toeterend voorbij. Op dat moment deerde het me niet.
Dit moest ik zien en dus stopte ik langs de snelweg. Ik zag op dat moment dat het koppel uit elkaar geslagen was en zich enigszins hergroepeerde en richting Harderwijk (richting oost) doorvloog. Enkele losse duiven daaromheen en toen zag ik plotseling wat de veroorzaker was. Meneer de roofvogel deed een nieuwe poging door er vanaf hoogte opnieuw op te vallen. De duiven lieten zich tussen en door de bomen omlaag vallen en toen zag ik ze niet meer…..
Juist….. Daar sta je dan, je af te vragen of dit normaal is, en hoe de duiven daarmee om kunnen gaan. We vragen ons wel eens af: Wat gebeurt er onderweg? En waarom komt een koppel wel eens opgesplitst thuis?
Uiteraard rest er dan niets anders dan doorrijden, en bij thuiskomst was mijn verrassing groot toen ¾ van het koppel al in het hok zat. Toen ik het erf opliep kwamen er nog enkelen, twee, soms drie en de laatste duiven zaten enkele minuten later ook in het hok.
Even tellen….
Alles thuis. Of toch niet?
Nee, er mist er toch eentje.
U raad het al welke en nadat hij een uren later toch thuiskwam opnieuw met halve staart, gat in zijn rug en behoorlijk ontdaan weet ik het zeker: Zijn naam moet veranderen naar de Vale Pechvogel.
Patrick Wemmenhove Bant
|