Geheimen in duivensport bestaan dus niet al menen sommigen anders. Dat ondervond ik aan den lijve toen ik fanatieker met duiven speelde dan nu. Voordat mijn leven een andere wending kreeg door het krijgen van kleinkinderen en duiven meer bijzaak werd.
FRUSTRATIES
Dat sterk spelen niet door iedereen met applaus begroet wordt is bekend. Vooral die ene man had erg veel moeite met mijn prestaties van toen. Altijd wist hij wel wat.
- Hij had me in Noord Frankrijk duiven zien lappen, daar reed ik elke dag heen.
- Ik lag goed.
- Ik kon makkelijk aan superduiven komen vanwege de schrijverij. (Makkelijk aan duiven komen was waar, maar aan supers? Soms vroeg ik me af ‘hoe raak ik van die rommel uit die beroemde koppels af’ want hoogst zelden voegden ze iets toe).
- Ze moesten mijn klok maar eens nakijken.
- En natuurlijk gaf ik doping. Ik was een vat vol geheimen die als ik een beetje sportman was zou moeten prijsgeven.
Maar omdat je iets dat niet bestaat ook niet kan bekend maken veranderde hij het geweer van schouder. Roddel werd het breekijzer om dat vat te openen.
Nooit reageerde ik maar dat maakte hem nog driester.
DE ANDER
Als hij slecht gespeeld had en dat deed hij meestal, lag dat aan mijn duiven, die hadden de zijne in de mand gepikt. Als de lossers een fout maakten lag dat aan mij, ik had die beïnvloed. Het kwam zo ver dat ik hem ervan verdacht dat als ergens een vliegtuig neer zou storten hij mij daarvan de schuld zou geven. Mijn slechtste uitslag was vroeger nog een goede maar tijden veranderden dus. Vanwege niet meer die tomeloze inzet maar meer aandacht voor andere zaken.
Duivensport zou naar mijn mening minder achteruit gaan als meer in compagnonschap werd gespeeld. Die is voor velen verworden tot topsport en topsport is geen sport meer voor mensen alleen, als die tenminste nog andere dingen in hun leven hebben dan duiven.
- Bart van Oeckel kan gerust in volle seizoen naar zee, die heeft zijn verzorger.
- Jeroen Braad heeft Cees de Joode.
- Goirlese kampioen Louis Stabel heeft zoon Eugene zoals ook kampioenen Geerinckx en Boeckx hun zoon hebben om bij te springen.
- Jan Lamers heeft zijn schoonvader
- Verreckt heeft zijn assistent
- Evenals Jos Vercammen en zoveel anderen.
Mijn situatie is anders, zoals bij velen rust alles op mijn schouders. Er wordt nog prima gespeeld maar met minder duiven en na zeer goede uitslagen volgen nu soms minder goede. Waar blijft mijn geheim van destijds?
OOK ANDEREN
Momenteel rijden enkele Belgische dierenartsen over de tong. ‘Die zouden iets hebben.’ Goede duiven ja. Achteloos wordt er aan voorbij gegaan dat die ook steeds op zoek zijn naar versterking. Waarom geld aan duiven geven als je middelen zou hebben om die te presteren? Elk mens heeft wel enkele vrienden. Ook de betichte dierenartsen. Als er iets zou zijn zouden die vrienden toch ook concoursen oprollen? De werkelijkheid is anders.
Natuurlijk is het niet zo dat er helemaal niets is. Sommigen zijn gewoon beter bij de les en hun successen zijn soms te verklaren.
DUIVINNEN
Zo schreef ik eens dat in Nederland opvallend veel duivinnen de prestigieuze zogenaamde NPO-vluchten wonnen. Dat zijn vluchten van pakweg 450 tot 650 kilometer. En waren dat niet de afstanden die men vele jaren beschouwde als het actie terrein voor weduwnaars? Duivinnen zouden presteren op vitesse, bij slecht weer en van overnachtvluchten. Op de kleine fond zouden die vooral bij ‘duivenweer’ (helder en tegenwind) kansloos zijn tegen de weduwnaars. Dat was de algemene opvatting. Niet waar dus en dat blijkt de laatste jaren ook in Belgie. Meer en meer is men met (oude) duivinnen gaan spelen en vaak met verbijsterend succes.
Het lijkt eerder regel dan uitzondering dat duivinnen grote concoursen winnen. Is spelen met duivinnen voor U niet weggelegd vanwege geen ruimte? Pas op.
KAN OOK
Zo is er die Limburger die ook graag met duivinnen wou spelen maar helaas, hij had er geen hok voor. ‘Heb je wel 2 afdelingen voor jongen?’ vroeg ik. ‘Natuurlijk’ zei hij, ‘ik speel immers met gescheiden geslachten’. ‘Zet ze bij de jonge duivinnen’ zei ik.
‘Moeten die dan niet eerst gepaard worden en nest hebben?’ was diens reactie, er aan toevoegend ‘en ik verduister mijn jongen’. ‘Des te beter’ ze ik, ‘gewoon mee verduisteren en dat eerst op nest komen is nergens voor nodig. Ze zullen vorm krijgen als de jonge doffers geslachtsrijp worden.’ Resultaat? Die duivinnen tussen zijn jongen presteren onvoorstelbaar.
EEN GEEL MEER
In vroeger jaren kreeg ik amper jongen groot zonder een regelmatige geelkuur. Maar daar is verandering in gekomen. In Berlaar en omgeving zag ik bij veel topspelers een teentje look in het drinkwater. Apen apen apen na dus ik ook knoflook in de drinkbak en.. sindsdien geen geel meer.
Een Limburgs dierenarts was het ook opgevallen dat steeds dezelfde liefhebbers problemen hadden met geel. En als hij duiven ter onderzoek kreeg aangeboden die geen geel hadden kreeg hij steeds te horen dat de duiven knoflook in het water kregen. Ik ververs het water niet meer maar giet gewoon bij tot de kleur me te geel wordt.
Natuurlijk genees je geel niet met knoflook maar dat ze niet makkelijk geel meer krijgen als je het geeft daarvan ben ik overtuigd.
TRAINEN
Kampioenen als Verreckt Arien, Vredeveld. Koopman, Sangers en Drappa laten hun duiven trainen dat het geen aard heeft. Veel vliegen doet veel eten en dat doet grenzen verleggen menen ze. Ze bedoelen dat ze de 200 laatste kilometer ‘op de automaat’ doorgaan als andere duiven er door zitten.
Ik ben geen fondspeler, heb amper recht van spreken, maar meen wel dat je op moet passen. Duiven die verplicht trainen moeten perfect in orde zijn of je duwt ze de put in.
VERKERK EN ERVARING
Verkerk dan weer beweert dat een van de sleutels tot zijn successen is dat hij er alles aan doet het de duiven op het hok zo aangenaam mogelijk te maken. Verder menen sommigen dat jongen waarmee je naar de Nationals gaat zo veel mogelijk ervaring opgedaan moeten hebben. Als ze daarmee bedoelen minstens een vijftal vluchten van 400 kilometer meen ik dat ze het mis hebben. De winnaars op die nationals zijn er meestal van de tweede of zelfs derde ronde die niet vanaf mei gespeeld werden en die al eens een week thuis bleven.
Maar van fond ken ik dus niets. En van duiven weinig.
|