Als je houdt van fietsen, een lekker hapje eten, bossen, velden, duinen en de zee moet je aan de Zeeuws kust zijn. Plaatsen als Veere, Domburg, Dishoek, Zoutelande, Vlissingen en Westkapelle bieden alles en zullen je hart stelen. Ik zat die dag op de dijk in Westkapelle.
In het binnenland was het loeiheet, hier was het weer zoals je het je hele leven zou wensen. Achter me, maar een stuk lager, keek je op rode daken rond een grote vuurtoren en ik denk watertoren tegelijk. Voor me kabbelde de zee.
Ik keek naar mijn twee kleinkinderen van vier die in het zand aan het spelen waren. Achter hen zaten mensen te vissen. Die keken naar hun dobbers.
Tijd om na te denken.
GEWOONTE
Ik had de uitslag van de vlucht van de dag voordien meegenomen. Ik had enorm gespeeld en had die uitslag al vaak ingekeken. Had ik niet die snerpende pijn in mijn knie na het beklimmen van de dijk dan kon er geen gelukkiger mens zijn dan ik.
Overigens is goede uitslagen telkens weer opnieuw inkijken en de minder goede amper openen een van mijn vele zwaktes. Plotseling begonnen de kleintjes te kraaien en wijzen. Een enorm schip voer voorbij. Ik vroeg me af waar het vandaan kwam, de bestemming was waarschijnlijk Antwerpen. Alle schepen hebben immers een doel.
Zoals duivenliefhebbers. Die willen elke vlucht presteren. Maar zo simpel is dat niet.
Soms loopt het mis en dat kan gebeuren omdat je zelf fouten maakte. Mijn gedachten gingen uit naar de fouten die ik ooit maakte. Dat waren er niet weinig.
ORLEANS
Toen in Nederland Orleans nog razend populair was, ging ik voor de eerste. Nationaal wel te verstaan. En het moet gezegd, vele jaren werd enorm gepresteerd. Regionaal, tegen gemiddeld toen zo’n 450 duiven, was de 2e plaats op 15 jaar tijd mijn slechtste.
Als ik niet bij de eerste 10 Nationaal ‘zat’ zeiden sommigen al ‘niet goed gespeeld he?’ Die ‘sommigen’ waren meestal mensen die zelf amper papier raakten. Gaandeweg veranderde mijn ergernis daarover in medelijden.
Een zo’n Orleans vlucht echter viel uit de toon. Dat was toen ik ‘hoog bezoek’ zou krijgen. De hokken waren jaren niet schoongemaakt en voor dat bezoek deed ik dat wel. Want het betrof Oosterlingen en je kent die.
Van alles maken ze foto’s en de stront zou daar niet aan ontkomen. Slechts twee dagen na de grote schoonmaak was ik er al niet gerust in. De hokken waren minder aangenaam nadat die droge isolerende mestlaag was verwijderd en ik meende dat aan de duiven te zien.
Of maakte ik me dat wijs?
Niet dus. De uitslag was veel minder dan gewend en tot overmaat van ramp was dierenarts Marien die de duiven kwam letten daar getuige van. En niet goed spelen als iemand speciaal komt letten is de nachtmerrie van veel liefhebbers.
ANDERE FLATER
Een andere onvergeeflijke fout was twee duiven te verkopen. Dat waren jongen die, ik meen in 1991, zowel van Chateauroux als Bourges in de toenmalige ZNB (Semi Nationaal zeiden we) tegen vele duizenden duiven naar de pin vlogen. Alleen L Claessens had destijds een jong dat aan die duifjes gewaagd was. Hoe ik zo stom kon zijn?
Puur zelfoverschatting.
Ik meende destijds de goede aan de lopende band te kunnen kweken. Het was in de jaren dat Vandenabeele een superduivin van me leende. Gaby kweekte er een duifje uit dat op 2 jaar tijd een 4e en 5e Nationaal Bourges won tegen tienduizenden duiven.
Ik kreeg ze na twee weken netjes terug maar het jaar nadien maakte ik de fout ze uit te lenen aan een landgenoot. Ze heeft daar een maand gezeten en hij was zo eerlijk te zeggen dat hij er 6 eieren van had.
Nadien heeft ze nooit meer gelegd. En dat terwijl ik er zelf maar een jong van had, een van de beste ‘verervers’ die ik ooit had bleek nadien.
Duivinnen uitlenen? Ik ben daar voortaan voorzichtig mee!
GEFOPT
Een flater van jewelste beging ik ook in 2007. De duiven trainden enorm en als die enorm trainen presteren die ook. Maar ineens werd het minder. Sommige wilden het hok niet eens uit.
‘Dat is omdat ze zich zo aan hun bak hechten’ maakte ik mezelf wijs. Ofschoon ik het niet helemaal vertrouwde werden ze ingemand voor Pithiviers. Kort na de lossing belde W d B. Hij zei me op het ergste voorbereid te zijn. Onze duiven waren na de lossing massaal zuidwaarts getrokken.
De Belgen die ook in Pithiviers stonden zagen het aan en besloten niet te lossen. Dezelfde dag kende men in Belgie een andere rampvlucht van formaat, het betrof ook een lossing ’s morgens vroeg.
De concoursen die later werden gelost verliepen supersnel. Ik was dus voorbereid, maar de afloop was nog dramatischer dan ik had durven vrezen.
DRAMA
De eerst aankomende duiven arriveerden een vol uur later dan verwacht, ik kreeg de laatst getekende voorop en dan weet je het wel. Al mijn beste duiven gingen verloren waaronder de duivin waarvan Johnny Jespers van der Wegen eitjes had waaruit zijn ‘Fleur’ kwam.
Nog lees je regelmatig dat ook anderen van die Pithiviers hun topduiven verloren maar hun verliezen waren minder ernstig dan bij mij. Ik denk dat minder conditie er mee te maken had en ik voorzichtiger had moeten zijn. Dat minder trainen aan huis was een waarschuwing.
En wat nu zo vreemd was? Sportgenoten die zelden op de uitslag staan kenden geen verliezen en dat gold ook voor fondspelers, wiens overnachtduiven tot hun eigen verbazing zelfs prijs wonnen.
De moraal?
Pas op als duiven niet trainen als gewenst! Trainen is de graadmeter voor conditie.
TOT SLOT
Het werd donker. Op mijn blote voeten ging ik de kleinkinderen ophalen.
De kleuren van de ondergaande zon, die vele schakeringen van licht en schaduw, spelend op de toppen van kleine golfjes die tot in het oneindige voortkabbelden ontroerden me zodanig dat ik niet kon nalaten te denken aan de Schepper van dit alles, aan God.
En ik prevelde. ‘Goeden avond, grote Baas daarboven. Bedankt voor zo’n mooie dag met als toegift deze prachtige zonsondergang. Ik zal proberen de fouten die ik maakte niet te herhalen. Het zijn trouwens maar duiven. ‘
En ik kneep de kleinkinderen wat vaster om hun tengere handjes.
|