Het was voorjaar toen ik op mijn melkkrukje in het duivenhok zat. Thea kwam me roepen voor het eten en zoals altijd gehoorzaamde ik na een kwartier. ‘Wat zat je daar te kletsen in het hok,’ vroeg ze,’het ging er nogal fanatiek aan toe.’ ‘Ik was het trainingsschema aan het doornemen met mijn assistenten voor het komende vliegseizoen,’ vertelde ik haar. ‘Mijn assistenten?’ vroeg Thea zich af. ‘Ja, met Jo, de Bonte 160 van Bram, de Bonte 165, de Witpen 15, de Bonte 49 en het Kleine Donkertje,’ ging ik serieus verder,’ Oh ja, de Blauwe 37 en de Blueband Giant waren er ook bij van de huidige vliegploeg.’ ‘Wat !!! Ben jij wel helemaal lekker,’ liet Thea haar zorg richting mij merken. ‘Zeker wel, maak je niet ongerust,’ ging ik door met mijn uitleg,’ik ben duivencoach en als goed coach luister je naar je beste vliegers en oud-vliegers als je een trainingsschema opstelt. Je moet de duiven goed voorbereiden op de grote fondvluchten en dan is hun mening van groot belang. De duiven moeten de nodige reserves hebben opgebouwd als het seizoen losbarst en ze moeten zeker niet overtraind zijn.’ Voor mij onbegrijpelijk zette ze hoofdschuddend het eten voor de jongens en mij op tafel.
Een aantal weken later vlogen de duiven hun rondjes hoog boven in de lucht. Ik pakte mijn megafoon (ze zaten namelijk heel hoog) en riep naar ze: ‘En nu een sprintje op volle snelheid naar de Oude Kerk op de markt en dan op de weg terug; rustig uitvliegen.’ Toen ze breed uitgespreid door de lucht terug kwamen, riep ik: ‘En nu hetzelfde nog een keer via het Prins Willem Alexanderpark door naar het Sportpark Panhuis en dan rustig uitvliegend terug naar huis, dan nog vijf rondjes uitvliegen en dan mogen jullie naar binnen.’ Ik was nog niet klaar met mijn uitleg, toen een bevriende duivenliefhebber achterom kwam. ‘Waar ben jij mee bezig?’ vroeg hij mij. ‘Ik zal het je uitleggen: De duiven moeten over vier weken naar de eerste fondvluchten,’ vertelde ik hem zonder geheimen te hebben,’de duiven moeten komend weekend nog een keer heel diep gaan op de midfond en met die voorbereidingen ben ik nu met ze bezig.’ Hij keek me met grote vragende ogen aan. ‘Je bent duivencoach of niet,’ vertelde ik hem,’ we laten niets aan het toeval over.’ ‘Het zal wel,’ zei hij en ging over op de voetbaluitslagen van het afgelopen weekend.
Wat is een coach eigenlijk?
In de sport is een coach van belang voor bijna iedere sporter of sportploeg. Self-made kampioenen zie je in de huidige sportwereld zelden of nooit. In het bedrijfsleven wordt eveneens steeds vaker gewerkt met coaches. Dit zijn vaak ervaren leidinggevende personen, die onervaren collega’s helpen zich te ontwikkelen. Bedrijven die hiervan gebruik maken, ontwikkelen zich goed en vaak beter dan bedrijven waarbij iedereen hem of haar eigen wiel loopt uit te vinden. Wat is een coach nu eigenlijk? Op wikipedia las ik een mooie definitie met taakomschrijving:
Een coach houdt zich op professionele basis bezig met het begeleiden van een persoon bij: - het uitvoeren van complexe handelingen - het vinden van antwoorden op vragen - het vinden van oplossingen voor problemen - het benutten van ongebruikte mogelijkheden - het ontwikkelen van kennis en vaardigheden Dit alles met het doel om een ander persoon in staat te stellen om tot optimale prestaties te komen.
Het woord 'coach' in de huidige betekenis werd voor het eerst in de sport gebruikt. Een coach is in de sportwereld niet uitsluitend een trainer die zich met de pure sportieve prestaties bezighoudt, maar ook een begeleider van de sporter op geestelijk en emotioneel gebied gerelateerd aan de sportactiviteiten. Het woord begeleiden en begeleider laat zien dat je het samen doet. De coach samen met degene die begeleid wordt. Als je dus naar de juiste betekenis kijkt, is het woord ‘duivencoach’ grote onzin. Een duif kun je verzorgen. Je kunt je duiven voer geven, zorgen voor een goed hok en ze genoeg kilometers laten vliegen. De duif eet wat hij voorgeschoteld krijgt, zit in het hok wat jij voor hem hebt staan en vliegt naar huis van de vlucht waar jij hem of haar op hebt ingemand. De duif zelf heeft daar geen invloed op. De duif heeft nauwelijks inspraak. Hij of zij kan hooguit het voer laten staan of buiten blijven zitten of wegblijven van de vlucht en zelfs dat heeft niets met inspraak te maken.
Modewoord
De laatste jaren zie je in reportages vaak het woord duivencoach terugkomen. Als er één reporter mee begint, dan volgen er vaak meer. Liefhebbers die de artikels lezen gaan geloven dat ze ook duivencoach zijn en gaan zichzelf ook duivencoach noemen. Het krijgt dan een soort sneeuwbaleffect, waar je niet snel van afkomt of de sneeuwbal moet te pletter slaan tegen een muur of boom. Dat laatste vind ik persoonlijk hoog tijd worden. René Dalmolen heeft zich al eerder als tegenstander van dit woord opgeworpen en ik wil mij hier graag op mijn manier bij aansluiten.
Wordt vervolgd!
Jaco van Nieuwamerongen
|