De duif Celine is olympisch kampioene geworden. Na zes wedstrijden verdeeld over twee jaar liet zij haar concurrenten ver achter zich.
Haar eigenaar, Wout van de Hoek is zelf lid van de Woudvliegers in Putten. ,,Het is voor het eerst dat ik het olympisch kampioenschap heb behaald. Om er überhaupt aan mee te mogen doen moet je bij de beste drie van Nederland zitten. Daar was Celine tweede van. Er doen 18 landen mee aan het olympisch kampioenschap en ik wist toen ik de eerdere resultaten van de buitenlandse duiven bekeek dat Celine bij de top hoorde.”
Van jongs af aan is Van de Hoek verslingerd aan de duivensport: ,,In 1967 ging ik voor het eerst bij een wedstrijd kijken. Toen waren er nog veel duivenliefhebbers in het centrum van Putten te vinden. Op mijn dertiende zag ik de eerste wedstrijdvluchten. De duivensport stond toen nog in de kinderschoenen, de dieren vlogen twee tot driehonderd kilometer en waren binnen vijf minuten weer in de til.” Tegenwoordig zijn de vogels veel beter in staat om verre afstanden te vliegen. ,,Begin mei start ik met de training, dan vliegen ze korte vluchten van 800 kilometer. In juni zijn de duiven zo ver dat ze afstanden van 1800 kilometer kunnen overbruggen. Ze moeten iedere dag verplicht een uur vliegen. Mijn dieren mogen in ploegen van 15 stuks naar buiten, mannetjes en vrouwtjes van elkaar gescheiden. Als ik de vlag uithang, weten de dieren dat ze moeten vliegen. Op het moment dat ik de vlag binnen haal gaan ze het hok weer in en krijgen ze hun voer. Geleidelijk aan leren ze steeds beter te vliegen.”
,,Alles is beter georganiseerd. Als er een grote wedstrijd is, worden de dieren gechipt en krijgen ze een code mee. Met 25 tegelijk gaan ze in een mand naar een centraal punt in Leusden. Hier belanden ze in een speciale duivenwagen. Deze containerwagen heeft voor elke duif een apart hok, de dieren krijgen eten en drinken via een speciaal voersysteem.” Vervolgens gaan de dieren op transport naar zuid-west Frankrijk waar ze worden gelost. ,,Elke duif wordt gechipt. Zodra het dier weer terug is, moet deze meteen gescand worden op de tijden en de vlucht. Je hebt als deelnemer een meldingsplicht tijdens een wedstrijd en moet thuis zijn als het dier terugkeert. Er gaat heel veel tijd in de wedstrijden zitten.”
Het duiven houden is een lucratieve hobby voor Van de Hoek. ,,In 2009 won Celine een marathonwedstrijd. De wedstrijd werd gesponsord door een autodealer en toen heb ik een auto gewonnen.” Al kan een duif nog zo goed vliegen, de duivensport blijft een onvoorspelbare sport: ,,Er kan tijdens een vlucht zoveel gebeuren. De vogels worden vaak met zevenduizend stuk tegelijk gelost. Soms komen ze roofvogels tegen, of vliegen ze met z'n allen tegen hoogspanningskabels aan, dan is het voor de hele groep gebeurd.” Van de Hoek kweekt zijn dieren allemaal zelf. ,,Na zes weken vliegen ze al buiten. Ik heb in totaal 80 duiven, maar ze hebben lang niet allemaal een naam. Daar moeten ze eerst goed voor kunnen vliegen.”
Bron: De Puttenaer
|