Als je je eigen weg wilt uitstippelen in de duivensport valt het niet mee. Zeker niet tijdens de wedvluchten, want dan zijn de belangen groot. In onze tijd is er een heel legioen "specialisten" opgestaan, die allemaal beweren precies te weten hoe je kampioen kunt worden.
Van lui die net één of ander wondermiddel ontdekt hebben en daar een financiële klapper mee willen maken, tot fabrikanten die met allerlei preparaten op de markt komen. Het assortiment begint onderhand gigantische afmetingen aan te nemen. En laten we het dan nog helemaal maar niet hebben over onze "beschermengelen" de heren dierenartsen, die in prachtige wetenschappelijke taal weten te vertellen wat je allemaal in je drinkwater moet mikken om een prijs bij de eerste tien te behalen. Ik word er echt niet goed van als ik dat zo gadesla.
SUPER-CONDITIE-ONTSMETTINGSMIX
Ieder jaar wordt er vanuit deze hoek, in eigen laboratoria, weer een aantal "super-conditie-ontsmettingsmix" ontwikkeld en op de markt gebracht. Als je probeert het zonder deze "heren" klaar te spelen, en dat ook nog naar buiten kenbaar maakt, is een hoop gelach, schouderophalen en spot vaak je deel. Mocht je dan ook nog eens een keertje keihard presteren, dan bedonder je de kluit en maak je stiekem gebruik van het een of andere preparaat of kom je via de geheime deur de dierenartsenpraktijken binnen. Zo gaan duivenvrienden jammer genoeg vaak met elkaar om....
Vandaag een schets van twee soorten duivenmelkers. U herkent er vast iets van uzelf in. Laten we hopen zoveel mogelijk uit het rechterkolommetje, want dat zijn de mensen waar we in onze sport behoefte aan hebben, al zal menigeen de melkers uit het eerste kolommetje de voorkeur geven......
MELKERS MET WEINIG VERTROUWEN IN HUN DIEREN.
Melkers die om de haverklap bij de dierenarts op de stoep staan. Melkers die fouten en problemen toeschrijven aan één enkele factor en dan ook door één losse actie trachten problemen op te lossen, vaak door een bepaald middel aan hun dieren toe te dienen.
Melkers bij wie resultaat en financieel gewin op de eerste plaats komen in de sport. Melkers die de oorzaak voor het falen nooit bij zichzelf zoeken. Melkers die een duif zien als aan "machine" om vroege prijzen te spelen. Een apparaat dat koste wat koste aan de praat gehouden moet worden.
Melkers die achter anderen aanhollen. Specialisten, kampioenen, journalisten. Zij wisselen om de haverklap van systeem, duiven en begeleiding. Melkers die om de hete brij heen draaien als het erom gaat andere sportvrienden te helpen. Voor raad, duiven, preparaten e.d. moet "betaald" worden. Mensen die vorm en conditie proberen te bereiken door preparaat En medicijntoediening. Preventief kuren staat hoog aangeschreven.
MELKERS MET VEEL VERTROUWEN IN HUN DIEREN.
Melkers die vrijwel geen beroep doen op specialistische begeleiding. Als er iets misgaat zoekt de melker de problemen op de eerste plaats in een veelheid van factoren en hij tracht daar inzicht in te krijgen. Veranderingen in milieu en begeleiding vloeien hier uit voort.
Melkers bij wie naast het resultaat vooral het welzijn van hun duiven op de eerste plaats komt. Melkers die de oorzaak voor het falen op de eerste plaats bij zichzelf zoeken. Melkers die een duif zien als individu met zijn eigen behoeften en eigenaardigheden. Daar probeert hij rekening mee te houden en op in te spelen. Mensen met een groot vertrouwen in eigen begeleiding, de duif, de natuur, evenwicht en harmonie in de duif en op het hok.
Mensen die open en eerlijk met sportvrienden omgaan, vriendschap en de intentie om andere melkers ter zijde te staan, staan hoog in het vaandel. Melkers die er in geloven dat door een juiste, vaak natuurlijke begeleiding, de vorm vanzelf de kop op steekt.
Zowel in de eerste- als de tweede groep vind je grote kampioenen. Mijn voorkeur gaat uit naar de tweede groep en zijn naar mijn mening de kampioenen met een grote K.
AFSLUITING.
Dit eerste artikeltje is toch een beetje theoretisch uitgevallen, maar soms is het nodig iets van je eigen diepste overtuigingen op papier te zetten, zeker als je zoveel andere geluiden om je heen hoort. De afgelopen week kreeg ik een telefoontje van iemand die vroeg hoe ik nu eigenlijk zelf mijn duiven hield.
In alle rust heb ik de man een korte samenvatting gegeven van alles wat ik tot nu toe op papier heb gezet, maar achteraf besloop me het vervelende idee, dat er kennelijk toch een aantal mensen denkt dat we de duiven op onze eigen hokken toch anders houden dan zoals we schrijven. Ik zal dus toch meer het achterste van mijn tong moeten laten zien, wil ik geloofwaardig blijven. Daartoe is dit artikel een aanzet.
ORIENTATIEVERMOGEN.
In de vorige Duivensport was net de conclusie, die in een wetenschappelijk werk over het oriënteringsvermogen van postduiven werd getrokken, niet goed afgedrukt. Daarom kom ik er hier nog even op terug. De hoeveelheid licht waardoor een duif wordt beschenen, schijnt van doorslaggevende betekenis te zijn bij het zich goed kunnen oriënteren.
Naarmate een duif meer ervaring heeft wordt het oriënteringsvermogen ook bij donkerder weer geactiveerd. Daarom is het zaak een duif, en vooral een jonge duif, veel af te richten bij helder weer. Pas als dit vlekkeloos verloopt kunnen africhtingen bij donkerder weer plaats vinden. Deze werkwijze garandeert een minimum aan verliezen..... en dat is in het belang van iedereen.....
|